08 april 2004
Nr. 04/081
Meer aandacht voor werkdruk van ambulancepersoneel
Het ziekteverzuim van werknemers in de ambulancezorg wordt de komende drie jaar teruggebracht van 7,1 procent in 2002 naar 6,1 procent in 2006. Ook wil de sector het aantal verzuimgevallen van langer dan 13 weken verminderen met 15 procent. Om dit te bereiken dient psychische belasting van ambulancepersoneel, zoals werkdruk, agressie, onveiligheid en traumatische ervaringen meer aandacht te krijgen. Ook de lichamelijke belasting, zoals tillen, duwen, trekken en RSI moet omlaag.
Dit staat in het arboconvenant van de ambulancezorg dat is ondertekend door staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vertegenwoordigers van ondernemersorganisatie Ambulance Zorg Nederland, het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de vakbonden ABVAKABO FNV, FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en CNV Publieke Zaak. In het convenant wordt ruim 1,5 miljoen euro geïnvesteerd. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid levert hieraan een bijdrage van maximaal 774.000 euro. Het Sectorfonds SOVAM, waarin sociale partners zijn vertegenwoordigd, zal het resterende bedrag financieren. In totaal werken in de sector ongeveer 3.300 werknemers die verdeeld zijn over 64 ambulancediensten. Het convenant loop tot en met 30 juni 2007.
Om lichamelijke belasting aan te pakken, krijgen bestaande maatregelen extra aandacht, zoals fitness, inzet van een tweede ambulance en tilinstructies. Daarnaast wordt de inrichting van de ambulance steeds aangepast. Daarbij zijn bijvoorbeeld het gewicht van de spoedkoffer, de verrijdbaarheid van brancards en de verstelling van de zit-/werkplek belangrijk. Psychische klachten in de ambulancezorg worden vaak veroorzaakt door onregelmatige diensten en wisselende werklast, maar ook door de confrontatie met ziekte, lijden en dood. De branche wil zich daarom inspannen voor meer werkoverleg, teambuilding en voorlichting. Bovendien krijgen traumaverwerking, agressie en onveiligheid meer aandacht in de ambulancezorg. Hiervoor wordt meer gebruik gemaakt van het Bedrijfs Opvang Team (BOT) en worden vertrouwenspersonen ingezet. Een belangrijke doelstelling van het convenant is dat een betere balans wordt gevonden tussen de training, inzet en opvang van werknemers in de ambulancezorg zonder daarbij de hulpverlening aan te tasten.
Dit is het 50ste en laatste arboconvenant van de eerste reeks convenanten met als doel het terugdringen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid door de aanpak van arbeidsrisico s. Een vervolg aan deze convenanten wordt gegeven in een tweede fase waarin verzuim en reïntegratie en de vermindering van instroom in de WAO centraal staan.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid