Eerste Kamer steunt Wet op de jeugdzorg
woensdag 7 april 2004
Dankzij een reeks toezeggingen van de regering zal de Eerste Kamer na
het Paasreces in meerderheid instemmen met de Wet op de jeugdzorg,
waarmee de vijftien Bureaus Jeugdzorg in provincies en grootstedelijke
gebieden per 1 januari 2005 een wettelijke basis krijgen. De meeste
BJ's zijn al gevormd, omdat het aanvankelijk de bedoeling was dat de
wet op 1 januari 2004 in werking zou treden.
De Tweede Kamer heeft in juni vorig jaar unaniem met de wet ingestemd.
Het ziet er naar uit dat deze unanimiteit in de Eerste Kamer niet
wordt bereikt. In de week voor Pasen uitte de VVD-fractie op enkele
punten grote bezwaren tegen het wetsvoorstel. Minister Donner
(Justitie) en staatssecretaris Ross-Van Dorp (volksgezondheid) leken
er niet in te zijn geslaagd deze bezwaren weg te nemen.
Vrijwel alle andere fracties trok de regering over de streep door een
motie te omarmen van mevrouw Soutendijk-Van Appeldoorn (CDA), die ook
werd ondertekend door de fracties van de PvdA, de SP, Groen Links, de
SGP/ChristenUnie en D'66 samen met de OSF. Alleen de fracties van PvdA
en SP spraken nog niet expliciet hun steun uit voor het wetsvoorstel.
In de motie worden de belangrijkste toezeggingen van de regering aan
de Eerste Kamer vastgelegd. De regering zal binnen twee jaar
rapporteren over de voortgang in de organisatie en stroomlijning van
de Jeugdzorg en ook over de kwaliteit. Daarbij zullen 'brigades' van
staatssecretaris Ross nagaan hoe de bureaucratie verminderd kan worden
en instellingen van elkaar kunnen leren bij de uitvoering van de
jeugdzorg. Ook wordt gestudeerd op de mogelijkheid van een eenduidige
financiering van de Jeugdzorg, maar voor de regering staan
doelmatigheid en stroomlijning van het werk zelf voorop.
Als er aanpassingen van de wet nodig blijken dan zal er binnen vier
jaar een nieuw wetsvoorstel liggen.
De VVD-fractie hield vast aan de opvatting dat in het voorliggende
wetsvoorstel een horizonbepaling moest komen zodat er over vier jaar
in elk geval een nieuwe wet nodig zou zijn. Minister Donner zei, dat
de VVD via de motie-Soutendijk al krijgt wat zij wenst, maar
woordvoerder Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije was niet te
vermurwen.
Minister Donner kon de Kamer en vooral de SP-fractie niet
geruststellen over de omstreden plaatsing van jeugdigen, die onder
toezicht gesteld zijn, in strafinrichtingen terwijl zij niet voor
strafbare feiten zijn veroordeeld. Hij hoopte dat er in 2006 voldoende
plaats is voor deze jeugdigen buiten de jeugdgevangenissen. "Als men
deze jongeren nu al niet in strafinrichtingen wil, komen ze op
straat", voorspelde Donner.
Staatssecretaris Ross zegde de PvdA-fractie een en andermaal toe dat
jeugdhonken als De Glind in Drenthe waar moeilijk plaatsbare jongeren
uit vooral grote steden worden opgevangen onder de nieuwe wet hun werk
kunnen blijven voortzetten.
---
* Stenogram bij de plenaire vergadering van dinsdag 6 april 2004 10.00
uur Dit is een downloadbaar word-bestand van 404 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal