ChristenUnie
Bijdrage interpellatie over het ziekenhuis Emmeloord Woensdag 7 April
2004 - 16:03
André Rouvoet: Voorzitter. Wij kunnen constateren dat dit debat zich
nu al twee à drie jaar voortsleept van debat naar debat en van motie
naar motie, want daar komt het toch op neer. Iets van die
machteloosheid voel ik wel degelijk. Ik heb vorig jaar op dezelfde
zeepkist gestaan als de heer Van der Vlies namens de Kamer. Er was
toch een commitment van de Kamer in de richting van de bevolking: wij
gaan er niet over, maar wij zullen ons er wel sterk voor maken, want u
heeft recht op directe toegang tot de basisspecialismen. Er was door
de loop van het hele debat heen op zijn minst de indruk van
overeenstemming tussen de Kamer en de minister over behoud van de vier
basisspecialismen plus spoedeisende hulp in Emmeloord. De minister
heeft extra geld voor de kleine ziekenhuizen ter beschikking gesteld,
32 mln voor de beschikbaarheidstoeslag, waarvan uiteindelijk 2 mln
voor Emmeloord.
Ik heb natuurlijk met verbazing gekeken naar de brief van de inspectie
en ook naar de teneur van de antwoorden van de minister op Kamervragen
daaromtrent. Ik las dat de minister het wel eens was met de inspectie,
althans er veel begrip voor kon opbrengen dat het uiterst ongewenst is
als de beschikbaarheidstoeslag zou worden gebruikt voor de
herintroductie van een permanent geopende afdeling spoedeisende hulp
op de locatie Emmeloord. Welnu, dat was de afspraak. Daarvoor was het
bedoeld. Waarvoor moet het geld anders worden gebruikt? Het moet toch
juist worden ingezet om ervoor te zorgen dat het ziekenhuis weer aan
de voorwaarden voor kwaliteit en financierbaarheid kan voldoen?
De minister hanteert in dezelfde beantwoording het argument dat een
goedkopere manier om spoedeisende hulp binnen 45 minuten bereikbaar te
houden de voorkeur zou hebben. Volgens mij is dat niet afgesproken met
de Kamer, want toen ging het echt om spoedeisende hulp en acute zorg
op de locatie Emmeloord. Ik begrijp nu uit de antwoorden van de
minister dat het inmiddels wel die kant opgaat. Dat verdraagt zich
noch met het inspectierapport, noch met de teneur van de antwoorden
van de minister. Als ik het verkeerd zie, hoor ik dat graag. In ieder
geval is de inzet van 1,6 mln in die richting positief. Dat wilde de
Kamer. Het is dan ook goed dat het via de beschikbaarheidstoeslag zal
gebeuren.
Ik zal niet herhalen wat de heer Nawijn heeft aangegeven over de
huidige situatie. Ook wij hebben de signalen gekregen over alleen maar
de planbare laagrisico-ingrepen, zoals de minister het noemt. Het komt
er kort en goed op neer dat acute opvang slechts in papier aanwezig
is. Alleen licht orthopedische operaties worden gedaan, verder wordt
er doorverwezen en de afdelingen kindergeneeskunde en gynaecologie
zijn gesloten. Dat komt toch in de buurt van de ontmanteling waarover
de heer Nawijn heeft gesproken. De teneur van het antwoord van de
minister gaat gelukkig de andere kant op. Het is een ontwikkeling in
positieve richting en natuurlijk ben ik daar blij mee. Het beeld dat
ik zo-even heb geschetst, zakt zelfs onder het door de minister
overgenomen plan van aanpak. Dat kan in ieder geval niet. De Kamer had
er immers kritiek op, omdat het onvoldoende was. Hoe dan ook, de
mensen in de regio vrezen meer en meer dat het ziekenhuis volledig
wordt ontmanteld. Het is dan ook zaak om in te zetten op de positieve
ontwikkelingen. De vraag is hoe lang het nog gaat duren voordat het
eindperspectief is bereikt en de vier basisspecialismen kunnen
terugkeren met 7 x 24 uur acute zorg.
Evenals de minister snakken wij naar een afronding van dit drama. Ik
ben blij dat de situatie zich in positieve richting ontwikkelt, maar
ik zeg de heer Van der Vlies na dat het ter plekke tastbaar,
zichtbaar, voelbaar en merkbaar moet worden. Men moet zien dat het
geld daar terechtkomt waar het nodig is voor de bestemming waarvoor
het is uitgetrokken. Ook voor de minister geldt dat hij niet te
makkelijk op een bron moet afgaan. Ik heb zijn waarschuwing ter harte
genomen, maar ook voor hem geldt dat een telefoontje naar de directie
van ziekenhuizen geen garantie is dat dit het juiste beeld is. Wij
moeten er bovenop blijven zitten en ons niet voor voldongen feiten
laten plaatsen.
Sinds de vorige keer dat wij erover spraken, is een nieuwe raad van
bestuur aangetreden. Een andere ontwikkeling is dat de lokale
gemeentepolitiek steeds meer begint te voelen voor commercialisering
volgens dat aanbod van het ziekenhuisconsortium van Sturkenboom. Dat
kan volgens de huidige wetgeving nog niet; dat heeft de minister
duidelijk gemaakt in antwoord op Kamervragen. Sommigen zouden van het
IJsselmeerziekenhuis een proeftuin willen maken, vooruitlopend op de
verdere introductie van marktwerking in de zorg. Ik zou daar een forse
aarzeling bij hebben. Laten wij eerst maar de principiële discussie
voeren voordat wij ons in een commercieel avontuur storten, want
voordat je het weet, raken wij van de regen in de drup. Ik ga dat
verder niet uitwerken.
Ik heb begrepen dat er een interessante denkrichting is bij de
gemeenten Noordoostpolder en Urk om als gemeente aandeelhouder te
worden in zon complex om op die manier publieke invloed te garanderen.
Ik vraag de minister of de komende wet exploitatie zorginstellingen
voor zon constructie ruimte zou bieden. Het is immers een interessante
denkrichting.
Wat in de gang van zaken het meest steekt, is dat de raad van de
toezicht en de raad van bestuur van de Stichting
IJsselmeerziekenhuizen zich tot nu toe tamelijk star en
niet-communicatief hebben opgesteld. Ik gebruik die woorden bewust.
Dat is best een ernstig verwijt, maar ik bedoel dat ook zo. Er is tot
nu toe te weinig ruimte geweest voor een inhoudelijke reactie, ook op
alternatieven die werden aangedragen. Het zou werkelijk winst zijn als
dat verandert met het advies van mevrouw Le Grand, waar de minister
over sprak. Het zou werkelijk winst zijn als er dan een
attitudeverandering komt bij de raad van bestuur en de raad van
toezicht. Ik denk dat de minister een rol heeft om te blijven bewegen
om het overleg open te houden.
Ik heb begrepen dat er, naast het plan van Sturkenboom, ook de
samenwerking is geopperd met een noordelijk zorgconsortium. Dat heeft
recent een ziekenhuis in Harlingen van sluiting gered, zo heb ik
begrepen. Dergelijke initiatieven moeten wel de kans krijgen om
serieus te worden gehoord en gewogen. Wil de minister zich ervoor
inzetten dat dat ook gebeurt?
---