De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
IZ. 2004.751
datum
07-04-2004
onderwerp
Landbouw- en Visserijraad 22-23 maart 2004 - Verslag
TRC 2004/2691
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
Op 22 en 23 maart jongstleden kwam in Brussel de Raad van ministers
van Landbouw en Visserij bijeen. Hierbij doe ik u verslag van deze
Raad.
Niettegenstaande de intentie van het Ierse voorzitterschap om tot een
akkoord te komen over het hervormingspakket voor de sectoren tabak,
olijfolie, katoen en hop, bleek besluitvorming tijdens deze
Raadszitting niet mogelijk wegens verkiezingsperikelen in de meest
belanghebbende lidstaten. Daardoor waren enkele ministers afwezig of
hadden ze inmiddels een demissionaire status. Het voorzitterschap
heeft daartoe besloten om een extra Raad in te lassen op 21 en 22
april aanstaande.
Onder het agendapunt Diversen heeft Commissaris Byrne verslag
uitgebracht van zijn recente bezoek aan de Verenigde Staten. Daarop
inhakend heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt aandacht te vragen
voor de manier waarop lidstaten laag pathogeen Aviaire Influenza-virus
monitoren. In dit verband heb ik ook gepleit voor uniforme afspraken
over hoe om te gaan met positieve bevindingen.
datum
07-04-2004
kenmerk
IZ. 2004.751
bijlage
Goedkeuring van de lijst met A-punten
De voorstellen op het gebied van landbouw en visserij die door de Raad
voor Landbouw en Visserij als A-punt zijn aangenomen, zijn in de
bijlage vermeld. Ook de in de geannoteerde agenda van de Landbouw- en
Visserijraad genoemde voorstellen voor het Beheer van de in
ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten en de Bescherming
van koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van trawlvisserij, zijn
als A-punt aangenomen door respectievelijk de Raad Justitie en
Binnenlandse Zaken (30 maart 2004) en de Raad voor Landbouw en
Visserij (22 maart 2004).
Incidentele vangsten van walvisachtigen
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid ingestemd met de
verordening incidentele vangsten walvisachtigen. De instemming werd
mogelijk op basis van een compromis van het Voorzitterschap dat
tegemoet komt aan de wensen van een aantal lidstaten. Zo is voorzien
in een vrijstelling van het gebruik van akoestische afschrikmiddelen
voor vaartuigen kleiner dan 12 meter en een vrijstelling van
waarnemers voor vaartuigen kleiner dan 15 meter. Tevens is de
introductie van een verbod op het gebruik van drijfnetten in het
Baltische gebied meer gespreid in de tijd en zijn in het toe te passen
waarnemerschema enkele wijzigingen aangebracht. Commissaris Fischler
heeft tijdens de discussie verklaard dat de kosten van
waarnemerschema's kunnen worden doorberekend aan de visserijsector.
Hervorming van de gemeenschappelijke marktordeningen voor de sectoren
tabak, olijfolie, katoen en hop
Niettegenstaande de intentie van het Ierse voorzitterschap om tot een
akkoord te komen over het hervormingspakket voor de sectoren tabak,
olijfolie, katoen en hop, bleek besluitvorming niet mogelijk. De
verkiezingsperikelen in Frankrijk, Spanje en Griekenland - samen met
Portugal de direct belanghebbenden bij deze hervorming - maakten het
voor deze lidstaten onmogelijk tijdens deze Raad compromissen te
sluiten. Dit heeft de Voorzitter doen besluiten om besluitvorming uit
te stellen tot een extra ingelaste Raad op 21 en 22 april aanstaande
in Luxemburg.
Tijdens de tafelronde bleek nog steeds duidelijk sprake te zijn van
tegengestelde opvattingen tussen producerende en niet-producerende
lidstaten. Met name de voorgestelde volledige ontkoppeling van de
inkomenssteun in de tabakssector ligt gevoelig bij de producerende
lidstaten. Deze lidstaten pleitten dan ook voor een bij voorkeur
flexibele, gedeeltelijke ontkoppeling van de steun. De
niet-producerende lidstaten daarentegen ondersteunen het voorstel op
dit punt juist van harte. Zij zijn van mening dat handhaving van
productiegerelateerde steun niet langer te rechtvaardigen is met het
oog op de negatieve gevolgen van tabak op de volksgezondheid. Verder
blijft ook de voorgestelde ontkoppeling van de inkomenssteun voor
katoenproducenten van 60 procent een moeilijk punt. Een aantal
niet-producerende lidstaten - waaronder ook Nederland - heeft
herhaaldelijk bij de Commissie aangedrongen op in ieder geval een
hoger percentage ontkoppelde steun. Hierbij spelen met name de
belangen van bepaalde ontwikkelingslanden en de rol van katoen in de
lopende onderhandelingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie
(WTO) mee.
Ondanks de uiteenlopende standpunten heeft een aantal lidstaten
aangegeven belang te hechten aan spoedige besluitvorming over het
hervormingspakket en gezegd bereid te zijn mee te werken aan een
compromis.
Ook ik heb het belang onderstreept van een spoedig te bereiken, voor
ieder aanvaardbaar compromis. Daarbij heb ik aangegeven dat de
principes van het Akkoord van Luxemburg de basis voor een compromis
dienen te vormen.
Dat wil zeggen een minimale ontkoppeling van de inkomenssteun van 75
procent. Dit is conform de minimale ontkoppeling voor
akkerbouwgewassen. Ik heb verder in het kort aangegeven dat wat
Nederland betreft met name de voorstellen voor de hervorming van de
katoen- en tabakssector bijzondere aandacht krijgen. Voor katoen is
dat vanwege het belang van de ontwikkelingslanden en de rol in de
WTO-onderhandelingen en voor tabak vanwege de
volksgezondheidsaspecten. Hoewel ik mijn uiteindelijke goedkeuring aan
het Commissievoorstel zal bekijken in het licht van een breed
compromis en in relatie tot de huidige situatie in de desbetreffende
sectoren, wil ik zeker ten aanzien van katoen graag een duidelijke
verbetering zien ten opzichte van de huidige voorstellen.
Diversen
a. Bezoek van Commissaris Byrne naar de Verenigde Staten 18-19 maart
2004
Op 18 en 19 maart heeft Commissaris Byrne een bezoek gebracht aan
de Verenigde Staten. De Commissaris deed de Raad een mondeling
verslag van dit bezoek.
De rode draad in de verschillende gesprekken die de Commissaris
heeft gevoerd met onder anderen Landbouwminister Ann Veneman, was
de verbetering van de transatlantische dialoog over
voedselveiligheid. Volgens Byrne deelde de Verenigde Staten de
mening dat in de transatlantische relaties op dit punt een
verschuiving plaats moet vinden van het huidige
'lik-op-stukbeleid' naar een meer constructieve samenwerking.
In vervolg op het bezoek zal op hoog ambtelijk niveau de komende
weken het overleg worden voortgezet over verbeterde samenwerking
onder meer op het gebied van de regionalisatie in het geval van
klassieke varkenspest in Europa, pluimveevlees, audit en
inspecties, dierlijke bijproducten en residuen.
Verder is ook gesproken over de recente uitbraak van hoog
pathogene Aviaire Influenza in Texas en de toepassing van het
regionalisatiebeginsel. De Commissie zal hierover op basis van de
door de VS verstrekte informatie later een besluit nemen.
Hierop aansluitend heb ik in de Raad aandacht gevraagd voor de
monitoring van laag pathogene Aviaire Influenza. Dit naar
aanleiding van de recente ontdekking van (antilichamen tegen) het
virus op enkele Nederlandse bedrijven. Ik heb er in het bijzonder
bij de Commissie op aangedrongen dat de manier waarop de lidstaten
de monitoring van laag pathogene Aviaire Influenza uitvoeren
verder wordt uitgewerkt. Ook heb ik ervoor gepleit dat uniforme
afspraken worden gemaakt over hoe om te gaan met eventuele
positieve bevindingen, zodat overal in de EU dezelfde lijn wordt
gevolgd.
Harmonisatie van de interne markt van gewasbeschermingsmiddelen
Oostenrijk heeft in de Raad gepleit voor een mogelijk vergaande
centralisatie en vereenvoudiging van de toelating van
gewasbeschermingsmiddelen in de EU. Het denkt daarbij aan een
zonaal toelatingssysteem (Noord Europa, Centraal Europa en Zuid
Europa).
Op het voorstel van Oostenrijk werd door de lidstaten over het
algemeen positief gereageerd. Een aantal lidstaten erkent dat het
huidige systeem van wederzijdse erkenning in de praktijk niet
werkt en dat enige vorm van centralisatie en vooral ook
harmonisatie van het toelatingssysteem wenselijk is. Toch lijkt
het uit handen geven van de nationale bevoegdheid voor veel
lidstaten vooralsnog een stap te ver.
Ik heb me in beginsel sympathiek uitgesproken over het
Oostenrijkse voorstel voor een zonaal toelatingssysteem. Het
voorkomt immers dubbel werk en bevordert het level playing field
op communautair niveau. Ik heb echter ook aangegeven een zekere
bevoegdheid te willen behouden om te besluiten over de nationale
toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen. In de eerste plaats
omdat naar mijn mening de nationale beoordelingssystemen eerst
verder geharmoniseerd dienen te worden. Ten tweede om, rekening
houdend met specifieke agrarische, fytosanitaire ecologische en
klimatologische omstandigheden, nationale toelating te kunnen
sturen.
Commissaris Byrne beaamde dat het principe van wederzijdse
erkenning zoals neergelegd in de geldende
Gewasbeschermingrichtlijn niet werkt. Hij merkte verder op dat het
toenemend aantal aanvragen voor toelating van nieuwe middelen een
lastenverzwaring voor de lidstaten betekent. Een aanpassing van de
richtlijn is derhalve wenselijk. De Commissaris zei dat de huidige
Gewasbeschermingrichtlijn thans aangepast wordt. Een
wijzigingsvoorstel is eind 2004 te verwachten. Gekeken wordt naar
de mogelijkheid om samenwerking - met behoud van enige
subsidiariteit - te bevorderen.
EU-Mercosur onderhandelingen
Van 8 tot en met 12 maart jongstleden vond in Buenos Aires,
Argentinië, de 12^e onderhandelingsronde plaats tussen de EU en
Mercosur (Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay) over een
associatieakkoord. Deze onderhandelingen begonnen in juni 2000 en
hebben als doel te komen tot een raamwerk voor politieke en
economische samenwerking tussen beide regio's. In de
onderhandelingen vormt de landbouwsector een gevoelig punt.
Op verzoek van de Duitse minister lichtte Commissaris Fischler toe
dat momenteel de modaliteiten voor een akkoord worden uitgewerkt.
Hij benadrukte daarbij dat voorkomen moet worden dat de EU straks
twee keer moet inleveren: éénmaal via de Mercosur-onderhandelingen
en vervolgens nog eens als gevolg van de resultaten van de lopende
WTO-onderhandelingen. De inzet is dan ook om een deel van de
concessies in Mercosur-verband afhankelijk te maken van de
uitkomsten van de Doha Ronde, aldus verzekerde Fischler.
De volgende zitting van de Landbouw- en Visserijraad vindt plaats op
21 en 22 april te Luxemburg. Dan zal gesproken worden over de
hervorming van de gemeenschappelijke marktordeningen voor de sectoren
tabak, olijfolie, katoen en hop ten einde te komen tot besluitvorming.
De eerstvolgende reguliere Raad zal worden gehouden op 26 en 27 april,
eveneens in Luxemburg.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
datum
07-04-2004
kenmerk
IZ. 2004.751
bijlage
Bijlage
Overzicht van de voorstellen op het gebied van landbouw en visserij
die door de Raad voor Landbouw en Visserij als A-punt zijn aangenomen:
* Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake steun voor
plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en
Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)
* Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van
Verordening (EG) nr. 850/98 met betrekking tot de bescherming van
koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van de trawlvisserij in
een gebied ten noordwesten van Schotland ('Darwin Mounds')
* Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van
bepaalde technische maatregelen voor de visserij in het
verdragsgebied van het verdrag inzake de instandhouding van de
levende rijkdommen in de Antarctische wateren
* Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van
bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het
verdragsgebied van het verdrag inzake de instandhouding van de
levende rijkdommen in de Antarctische wateren
* Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van
de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de
voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de
vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld
in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en
de regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de
kust van Guinee, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31
december 2008
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Landbouw- en Visserijraad 22-23 maart 2004- Verslag (PDF-formaat, 67
kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit