Persberichten
08-04-2004
Concept beleidsregels amateurkunst ter inspraak
Het college van burgemeester en wethouders heeft de voorlopige concept
beleidsregels amateurkunst vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak.
De voorgestelde wijzigingen in de beleidsregels zijn procedureel van
aard en beogen de afhandeling van aanvragen van verenigingen sneller
en soepeler te laten verlopen. De nieuwe regels worden aan alle
amateurverenigingen toegestuurd. Zij kunnen tot 22 mei reageren. De
gemeenteraad zal de beleidsregels medio juli definitief vaststellen.
Het huidige beleid voor de subsidiering van de amateurkunst is gericht
op het stimuleren van kwalitatief hoogstaande amateurkunst. De hoogte
van het bedrag hangt af van de categorie (kunst als middel, doel en
artistieke prestatie) waarin een vereniging wordt ingedeeld. De
indeling wordt bepaald door de adviescommissie amateurkunst, bestaand
uit externe deskundigen. In de praktijk blijkt dat de meeste
organisaties zich kunnen vinden in de manier waarop de huidige
regeling wordt toegepast.
De aanpassingen in de beleidsregels zijn niet zozeer wijzigingen, maar
eerder een formalisering van de bestaande praktijk. Voorgesteld wordt
om de regeling op de volgende vier punten aan te passen:
1. Het beleid ten aanzien van nieuwe organisaties wordt aangepast. De
huidige regels scheppen onvoldoende duidelijkheid over de procedure en
regels rond de aanvragen van nieuwe organisaties.
2. De rol van de adviescommissie amateurkunst wordt duidelijker
omschreven, hetgeen een formalisering van de huidige werkwijze van de
commissie inhoudt.
3. De artistieke prestaties van een aantal organisaties zullen worden
geëvalueerd door het CVA (Centrum Voor Amateurkunst). Sinds 2001
omschrijven verenigingen bij hun subsidieaanvraag hun artistieke
ambitie in een artistiek plan. Ook geven zij aan hoe zij de gestelde
doelen gaan bereiken. De evaluatie is een volgende stap in de
stimulering van de artistieke ontwikkeling.
4. In de beleidsregels Amateurkunst 2005 wordt de berekeningswijze van
subsidies aangepast. De berekening wordt aanzienlijk vereenvoudigd,
waardoor er minder tijd nodig is om de subsidies te verdelen en de
procedure sneller kan worden afgerond.
De aanpassingen hebben geen gevolgen voor het totale budget van circa
240.000,- dat de gemeente Breda beschikbaar stelt voor de subsidiëring
van amateurkunst.
Breda, 8 april 2004
Gemeente Breda