Vereniging Nederlandse Gemeenten

__________________

Lagere bijstandsuitgaven in 2004 (08/04/04)

Elk jaar ontvangen de gemeenten een budget waaruit zij de uitgaven voor de algemene bijstand kunnen betalen. Elk jaar wordt het voor alle gemeenten beschikbare budget (het zgn. macrobudget) vastgesteld volgens een bepaald draaiboek. In september van het voorafgaande jaar wordt een voorlopige raming gemaakt en in september van het jaar zelf wordt het macrobudget definitief vastgesteld. Bij de berekeningen spelen cijfers van het Centraal Planbureau een belangrijke rol.

Aanstaande september kunnen de gemeenten dus rekenen op definitieve cijfers voor 2004. Het staat nu al vast dat het macrobudget 2004 aanzienlijk lager zal uitvallen dan in september jl. verwacht. Dat blijkt uit hernieuwde berekeningen van het CPB. Om nu te voorkomen dat de gemeenten zich tussentijds misschien rijk rekenen heeft staatssecretaris Rutte (SZW) de gemeenten hierover bericht in de zgn. verzamelbrief voor de gemeenten van maart jl. (te raadplegen op www.minszw.nl, doorklikken naar gemeenteloket, verzamelbrieven). Naar de huidige inzichten zal het macrobudget ongeveer 8% lager uitkomen, wat overeenkomt met ongeveer 400.000 miljoen euro. Rutte schrijft dat dit komt omdat er in 2003 minder mensen dan verwacht een beroep hebben gedaan op een uitkering en omdat de economie in 2004 minder verslechtert dan aanvankelijk gedacht.

Staatssecretaris Rutte benadrukt in de verzamelbrief dat de nu geraamde verlaging van het macrobudget los staat van de korting (vooraf ingeboekte besparingseffecten) van 150 miljoen die bij de invoering van de Wet Werk en Bijstand op voorhand is toegepast. De gemeentelijke inspanningen sinds de invoering van de wet op 1 januari jl. zijn niet van invloed op bijgestelde cijfers voor 2004.

Gemeenten die de voorlopige budgetten volledig ingeboekt hebben komen daarmee in de problemen. Dat geldt vooral voor gemeenten die ook aan die voorlopige budgetten al tekort kwamen om hun bijstandslasten te betalen of gemeenten die verwachtte overschotten ingezet hebben om meer mensen aan een baan te helpen. Omdat de financieringssystematiek voorziet in een mogelijke daling van het macrobudget is er voor deze gemeenten geen compensatie voor deze tegenvaller.