april 2004
Dak- en thuislozen maximaal zes maanden in maatschappelijke opvang (7
april)
Dak- en thuislozen in Den Haag kunnen maximaal zes maanden gebruik
maken van voorzieningen in de maatschappelijke opvang. Daarna moet er
doorstroom zijn naar de best mogelijke en passende woon- en
leefsituatie. Dit is één van de voorstellen uit de nieuwe nota
maatschappelijke opvang 2004-2008, die wethouder Klijnsma van Welzijn
vandaag presenteert.
In de nota staat hoe de gemeente de komende jaren verder invulling wil
geven aan opvang van dak- en thuislozen in de stad. Snelle doorstroom
uit de maatschappelijk opvang staat centraal in het nieuwe beleid. Na
een periode van maximaal zes maanden, moet er sprake zijn van
doorstroom naar een eigen woning. Wanneer zelfstandig wonen niet
(meer) mogelijk is, moeten er voldoende (semi) permanente
woonvoorzieningen zijn om deze mensen op te vangen. Het streven
daarbij is dat zorg- en hulpverlening binnen deze voorzieningen op den
duur niet meer uit de gemeentelijke middelen maatschappelijke opvang
worden betaald, maar uit de AWBZ.
Op termijn gaat de `Centrale Toegang Maatschappelijke Opvang' (CTMO)
de toegang tot maatschappelijke opvang controleren. Dit loopt nu nog
via de betrokken instellingen voor opvang van dak- en thuislozen. Het
CTMO krijgt ook een belangrijke rol bij het centraal verzamelen van
informatie rond door- en uitstroom in de maatschappelijke opvang.
De gemeente wil verder onderzoeken of er meer behoefte is aan
permanente opvang voor harddrugsverslaafden.
De instellingen voor maatschappelijke opvang zijn nauw betrokken
geweest bij de totstandkoming van deze nota.
Gemeente Den Haag