IP/04/469
Brussel, 7 april 2004
Commissie keurt alliantie tussen Air France en Alitalia goed
De Europese Commissie heeft een alliantie tussen Air France en
Alitalia goedgekeurd nadat de ondernemingen overeenkwamen een
voldoende aantal landings- en opstijgingsslots op luchthavens ter
beschikking te stellen om de mededinging tussen Frankrijk en Italië te
stimuleren.
"Consolidatie in de Europese luchtvaartsector is reeds lang
noodzakelijk. Zij is in het belang van de luchtvaartmaatschappijen
zelf, hun personeelsleden en passagiers, aangezien zij het
voortbestaan van de ondernemingen en de continuïteit van de
dienstverlening in een in toenemende mate open economie garandeert",
verklaarde Mario Monti, het Commissielid voor concurrentiebeleid.
"Door het besluit van vandaag wordt gewaarborgd dat reizigers tussen
Frankrijk en Italië over een keuze aan diensten zullen blijven
beschikken en baat zullen hebben bij de prijsconcurrentie. Voorts
wordt opnieuw aangetoond dat de Europese mededingingsregels geen
belemmering vormen voor consolidatie, op voorwaarde dat de
mededingingsbezwaren, mochten er bestaan, op bevredigende wijze worden
aangepakt."
Air France en Alitalia hebben in 2001 een samenwerkingsovereenkomst
gesloten, die ten doel had een Europees multi-hub-systeem uit te
bouwen dat is gebaseerd op hun belangrijkste luchthavens van Parijs
(Charles de Gaulle - CDG), Rome (Fiumicino) en Milaan (Malpensa), en
hun wereldwijde netwerken op elkaar aan te sluiten.
De overeenkomsten werden in november 2001^(1)
bij de Commissie aangemeld met het oog op een vrijstelling op grond
van de Europese mededingingsregels zoals deze van toepassing zijn op
de luchtvaartsector (Verordening 3975/87).
In juli 2002 kwam de Commissie tot de voorlopige conclusie dat hoewel
de netwerken van de twee ondernemingen grotendeels complementair waren
- Air France is sterker dan Alitalia aanwezig op de routes tussen
Europa en Noord-Amerika, het Verre Oosten en de gebieden van Afrika
ten zuiden van de Sahara, terwijl Alitalia meer is gericht op
Zuid-Europa en op de routes tussen Europa en Noord-Afrika, het
Midden-Oosten en Zuid-Amerika - hun strategische alliantie ernstige
problemen uit het oogpunt van de mededinging tussen Frankrijk en
Italië deed rijzen.
De Commissie stelde vast dat Air France en Alitalia door hun samengaan
de mededinging op zeven routes zouden uitschakelen of fors beperken.
Het betreft de routes Parijs-Milaan, Parijs-Rome, Parijs-Venetië,
Parijs-Florence, Parijs-Bologna, Parijs-Napels en Milaan-Lyon, waarop
Air France en Alitalia vóór de alliantie de twee belangrijkste
concurrenten waren.
Meer slots voor concurrenten
Na langdurige besprekingen zijn de twee luchtvaartmaatschappijen
overeengekomen 42 paren slots (d.w.z. 84 afzonderlijke vertrek- en
aankomstslots) per dag op te geven, waarvan 19 paren op de Parijse
luchthavens CDG en Orly.
Zo worden de voorwaarden gecreëerd om op de betrokken routes in totaal
tot 21 retourvluchten(2)
per dag mogelijk te maken. De Commissie streeft ernaar het volgende
aantal concurrerende diensten te waarborgen:
tot zes retourvluchten per dag tussen Parijs en Milaan ingeval de
vluchten door meer dan één concurrent worden uitgevoerd of tot
vijf retourvluchten per dag indien zij door één enkele concurrent
worden uitgevoerd;
tot vijf retourvluchten per dag tussen Parijs en Rome;
tot drie retourvluchten per dag tussen Parijs en Venetië;
tot twee retourvluchten per dag op elk van de volgende routes:
Parijs-Bologna, Parijs-Florence en Lyon-Milaan;
één retourvlucht per dag tussen Parijs en Napels.
In de praktijk zal het aantal slots dat de partijen moeten opgeven
echter lager zijn, aangezien er zich sinds de aankondiging van de
alliantie een aantal concurrenten heeft aangediend op de routes
Parijs-Milaan, Parijs-Rome, Parijs-Napels en Parijs-Venetië(3)
.
Deze concurrenten zijn tot de markt toegetreden omdat de betrokken
routes voldoende attractief zijn en er slots beschikbaar zijn gekomen
als gevolg van gebeurtenissen die niet rechtstreeks verband houden met
de alliantie tussen Air France en Alitalia (faillissement van
verscheidene luchtvaartmaatschappijen die op Orly over slots
beschikten).
Op de route Parijs-Rome bijvoorbeeld zullen de door Air France en
Alitalia beschikbaar gestelde slots het (i) de concurrent die
momenteel vluchten op deze route uitvoert, mogelijk maken zijn
dienstverlening uit te breiden tot vijf retourvluchten per dag, ofwel
(ii) een andere concurrent de mogelijkheid geven met nieuwe diensten
van start te gaan, zodat in totaal vijf retourvluchten per dag worden
uitgevoerd in concurrentie met de alliantiepartners. De slots zullen
bij voorkeur ter beschikking worden gesteld van de concurrent die op
de route in totaal het hoogste aantal vluchten (inclusief zijn
bestaande diensten) zal aanbieden.
Ingeval een van de huidige concurrenten van de markt zou verdwijnen,
moeten Air France en Alitalia hun eigen slots ter beschikking stellen
van andere rivalen teneinde het mededingingsniveau waarnaar met dit
besluit wordt gestreefd, te herstellen.
Zoals in het geval van andere luchtvaartallianties, omvat het besluit
de nodige maatregelen om de nieuwkomers een eerlijke kans te geven om
zich als geloofwaardige concurrenten te vestigen. Een aantal van deze
maatregelen zullen, uit het oogpunt van de reiziger, de onderlinge
verwisselbaarheid doen toenemen tussen de door de twee partners
uitgevoerde vluchten en de door de concurrenten op de betrokken routes
uitgevoerde vluchten. Eerstgenoemden zullen concurrenten, indien dezen
dat wensen, met name toestaan deel te nemen aan hun
frequent-flyerprogramma's. Ingevolge een andere toezegging kunnen
passagiers op een bepaalde route met de partijen vliegen en met een
concurrent terugkeren, of omgekeerd, en dat met één enkel ticket.
De twee partners mogen tevens hun vluchtaanbod op de betrokken routes
niet opnieuw uitbreiden om concurrenten een eerlijke kans te geven om
te concurreren.
Ten slotte hebben de alliantiepartners ook toegezegd dat zij
intermodale passagiersovereenkomsten zullen vergemakkelijken teneinde
een grotere keuze aan en betere multimodale vervoersdiensten aan de
consument te kunnen aanbieden. Dit zou reizigers bijvoorbeeld de
mogelijkheid geven een treinreis heen tegen aantrekkelijke voorwaarden
te combineren met een vlucht terug.
De goedkeuring van de Commissie werd verleend voor een periode van zes
jaar, die inging op de datum van de aanmelding, d.w.z. 12 november
2001.
Achtergrond
De alliantie zal de passagiers van Alitalia toegang geven tot meer dan
100 nieuwe bestemmingen, terwijl de passagiers van Air France een
twintigtal nieuwe routes zullen aangeboden krijgen. Door de
overeenkomsten kunnen de twee luchtvaartmaatschappijen op hun
respectieve netwerken samenwerken op het gebied van tarieven,
vluchtschema's en capaciteit. De partijen komen onder meer prijzen
overeen en delen de inkomsten op de routes tussen Frankrijk en Italië.
De Commissie staat positief tegenover de consolidatie in de
luchtvaartsector, maar dient er zorg voor te dragen dat dit niet ten
koste gaat van de consument.
Het aantal internationale luchtvaartallianties en soortgelijke vormen
van samenwerkingsovereenkomsten is het afgelopen decennium aanzienlijk
toegenomen. Voorbeelden van allianties waarvoor de Commissie gedurende
een periode van zes jaar ontheffing van de mededingingsregels heeft
toegestaan, zijn Lufthansa/Austrian Airlines, British Airways/SN
Brussels Airlines en BA/Iberia.
In februari 2004 heeft de Commissie, onder voorwaarden, ook haar
goedkeuring gehecht aan de fusie tussen Air France en KLM, die het
ontstaan zal geven aan de grootste luchtvaartmaatschappij in
Europa^(4)
.
De Commissie onderzoekt ook nog steeds de impact op de mededinging van
de Skyteam-alliantie tussen onder meer Air France, Alitalia en Delta.
(1)
Anders dan in geval van een fusie is er geen wettelijk tijdschema voor
het onderzoek van allianties tussen luchtvaartmaatschappijen. De duur
van het onderzoek hangt in grote mate af van het feit of door de
Commissie al dan niet mededingingsbezwaren worden vastgesteld, van de
bereidheid van de ondernemingen om deze bezwaren weg te nemen en de
snelheid waarmee zij dat doen. In tegenstelling echter tot wat het
geval is bij een fusie zijn de ondernemingen niet verplicht te wachten
op het groene licht van de Commissie voordat zij met de alliantie van
start gaan.
(2)
Voor een retourvlucht zijn twee paar slots vereist: twee slots in
luchthaven A (één voor het opstijgen + één voor de landing) en twee in
luchthaven B, hetgeen het totaal op vier slots brengt.
(3)
Volare voert drie retourvluchten per dag uit tussen Parijs en
Milaan-Malpensa en Easyjet biedt één retourvlucht per dag aan tussen
Parijs en Milaan-Linate. Volare voert ook drie retourvluchten per dag
uit tussen Parijs en Rome, en twee tussen Parijs en Venetië; en
Meridiana voert twee retourvluchten per dag uit tussen Parijs en
Napels.
(4)
Zie de Beschikking van de Commissie van 11 februari 2004 waarbij een
concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt
verklaard (Zaak nr. IV/M.3280 Air France/KLM) op grond van Verordening
(EEG) nr. 4064/89 van de Raad.
European Commission