Partij van de Arbeid


07-04-2004


Integratie: Ook gesloten deuren mogen worden ingetrapt!


Door Ria Logtenberg


Commentaar op het Rapport van Patijn


Wat mij betreft worden twee heel essentiële punten genoemd als het
gaat om integratie: zelfredzaamheid en het thuis voelen. Het eerste
punt stelt eisen aan de allochtoon, maar het tweede aan de samenleving
en de autochtoon.


De autochtone Hollanders stellen objectieve eisen aan de allochtoon,
nieuw of oud, 1e of volgende generatie, als: jezelf redden, de
Nederlandse taal beheersen, werk, je houden aan de regels van de
Nederlandse rechtstaat Je zou hier ook aan gefaseerde toetreding tot
de verzorgingsstaat kunnen denken. Gaandeweg word je lid van
Nederland: je draagt steeds meer bij, en je krijgt ook steeds meer
rechten.


De allochtoon heeft te maken met een essentiëler punt: subjectieve
integratie. Het gevoel dat je hier thuis bent, er mag zijn. Je op je
gemak voelen. Dat is een voorwaarde om jezelf te kunnen ontplooien, om
actief te participeren in de maatschappij. Het is goed dat het rapport
daarop ingaat. Maar het wordt alleen maar even aangestipt Het gaat mij
niet ver genoeg. Wat mij betreft stelt dit ook harde eisen aan de
samenleving: Hardmaken van het zijn. Laat deze Nederlanders maar écht
zien dat ze er mogen zijn. Dus de nationale feestdagen eens echt
herbeoordelen. Niet de scholen zelf laten beoordelen, maar nationaal
opnieuw kijken wat we met zn allen willen vieren (vrij willen zijn).
Kan 2e Pinksterdag niet afgeschaft worden, en het Suikerfeest
ingevoerd? Veel meer betekenis dan een lekker lang weekend heeft die
dag toch niet meer voor de meeste (autochtone en allochtone)
Nederlanders En we houden nog een Pinksterdag over! En hard optreden
tegen discriminatie, die het gevoel van hier mogen zijn zo vreselijk
ondermijnen. Helaas, die mijnen zijn vaak niet zichtbaar, maar zoveel
allochtonen trappen erop, met alle gevolgen van dien! Vooral de
arbeidsmarkt is een mijnenveld, zeker voor jonge allochtonen.
Eventueel moeten er quota gesteld worden aan werkgevers. Of anoniem
solliciteren invoeren.


En dan nog de vraag: waar voel jij je thuis? Ben je voldoende
geïntegreerd als dat in onze stad is, maar ook in een ander land? Is
een Amsterdammer die geen Hollander is, voldoende geïntegreerd? Iemand
die in Turkije zijn vakantie doorbrengt, en daarna weer naar huis
gaat? Het is al zo dat nieuwkomers wel mogen stemmen bij
gemeenteraadsverkiezingen, maar bij nationale verkiezingen niet. Wat
mij betreft komen we met een Amsterdams antwoord op het
integratievraagstuk Ieder die zich Amsterdammer voelt, en dat ook
uitdraagt met (het truttige woord) burgerschap, is geïntegreerd.


Tot slot mis ik in het rapport een stelling over allochtone
zelforganisaties. In een essay*, gebaseerd op internationaal
vergelijkend onderzoek, werd gesteld dat het Nederlands
integratiebeleid zich kenmerkt door het toekennen van differentiële
rechten aan nieuwkomers. En dat zou de oorzaak van het mislukken van
de integratie zijn. Hoewel het doel het bevorderen van gelijkwaardige
participatie is, wordt het tegenovergestelde bereikt. Kansarme
netwerken worden versterkt. Deze kunnen zich daardoor sluiten als een
vangnet, waar je niet meer uitkomt. De gemeenschappen bestaan namelijk
niet uit de klassieke zuilen, die de Nederlandse samenleving enige
decennia geleden kenmerkte. Die zuilen waren allemaal vrij gelijk
opgebouwd, en hadden leden uit alle sociale lagen. Deze verschillende
lagen hadden dus contact met elkaar, en de belangrijke bruggen waren
er aanwezig. Daardoor was ook sociale mobiliteit mogelijk. Bovendien
deelden de zuilen onder andere de taal met elkaar. In de huidige
allochtone zuilen zijn de lagere sociaal economische klassen
oververtegenwoordigd én de leden spreken niet de taal om bruggen te
slaan naar hogere klassen of naar netwerken buiten de zuil. Daadoor
wordt de sociale mobiliteit eerder geremd dan bevorderd. Zij die wel
sociaal mobiel zijn, zijn dat vaak buiten de zuil: daar liggen immers
de kansen. De zuil zal daardoor de emancipatie en integratie eerder
stokken dan bevorderen. Dit moeilijke punt, hoe om te gaan met
zelforganisaties en differentiële, mis ik in het rapport.


Een ander punt hangt hiermee samen: hoe toch die identiteit en
emancipatie stimuleren?


Een redelijk goed discussiestuk en gelukkig ook leesbaar voor
nieuwkomers. Niet op alle fronten verrassend. Maar de discussie moet
nog wel vervolgd worden! Ook gesloten deuren mogen worden ingetrapt!


Daarom nog wat stellingen:


-Feestdagen naar rato van de aanhang (en een gespreid over het jaar en
op de werkdagen!)


-vernieuwend anti-discriminatiebeleid, vooral op de arbeidsmarkt, is
hard nodig


-bruggenbouwers subsidiëren, in plaats van zelforganisaties. Denk aan
buurtvaders en contactmoeders op scholen.


-urban culture stimuleren: de mix tussen home town en big city: denk
aan de radiozender FunX of urban islam. Jongeren moet de gelegenheid
worden geboden hun eigen cultuur vormen, in plaats van steeds tussen
twee culturen in te zitten. Een eigen cultuur om trots op te zijn en
identiteit en zelfvertrouwen aan te ontlenen.


-meer allochtonen in de media: bijvoorbeeld in populaire soaps,
spelletjes of gewoon een reclame. Ooit een gehoofddoekte vrouw de was
zien doen op tv? Of boodschappen halen? Publieke omroepen kunnen hier
een voortrekkersrol spelen.


-geen vaderlandse geschiedenis meer, maar wereldgeschiedenis in het
onderwijs.


-Allochtoon levende talen gelijk stellen aan andere vreemde talen (cq
vakantietalen), als Duits en Frans. Veelal worden deze talen alleen
benut op vakantie. Als de bestemming Marokko is in plaats van
Frankrijk, is het handiger Arabisch te leren. Nederlands en Engels
blijven het belangrijkst.


Ria Logtenberg


April 2004


*Ruud Koopmans, Het Nederlandse integratiebeleid in internationaal
vergelijkend perspectief. Etnische segregatie onder de multiculturele
oppervlakte, In: Politiek in de multiculturele samenleving, red. Huib
Pelikaan en Margo Trappenburg, Beleid en Maatschappij, jaarboek 2003
Boom Amsterdam


RL