Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Nawijn over uitbraak van multiresistente
tuberculose. (2030410900)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat zes Nederlanders zijn geïnfecteerd door een Oost-
Europese tuberculosepatiënt met een turberkelbacterie die ongevoelig is voor de twee krachtigste
geneesmiddelen tegen tuberculose? 1)
1
Ja
2
Is er reden om te spreken van een `grote uitbraak' zoals het KNCV Tuberculosefonds doet?
2
Er is in Nederland geen definitie voor wat een `grote uitbraak' van tuberculose is. Bij de meeste
tuberculose-uitbraken gaat het om een paar mensen. Zes is niet uitzonderlijk veel. Het bijzondere
aan deze uitbraak is dat er voor het eerst sprake is geweest van overdracht van multiresistente
tuberculose waarbij zes Nederlanders geïnfecteerd zijn van wie twee mensen ook
longtuberculose hebben ontwikkeld.
3
Wat zijn de oorzaken van het opnieuw opduiken van deze dodelijke ziekte in ons land?
3
Tuberculose is nooit weg geweest uit Nederland. Vroeger kwam de ziekte wel veel meer voor.
De laatste jaren zijn er jaarlijks rond de 1400 gevallen, waarvan 5 tot 15 mensen multiresistente
tuberculose hebben. Omdat multiresistente tuberculose in onder meer Oost-Europa steeds vaker
voorkomt kan deze vorm in Nederland ook vaker gaan opduiken.
Bij een snelle opsporing van personen met open en niet open longtuberculose, is er een adequate
behandeling mogelijk in Nederland. Daarbij moeten de medicijnen volgens voorschrift tijdig en
volledig worden ingenomen zodat de ontwikkeling van (multi)resistentie wordt tegengegaan.
Genezing is dus te realiseren en longtuberculose is in Nederland dan zelden dodelijk.
4
Worden Oost-Europese immigranten gescreend op besmetting met een tuberkelbacterie? Zo ja,
valt deze screening weg bij de toetreding van de nieuwe Oost-Europese lidstaten?
4
Als immigranten uit Oost-Europa en Centraal Europa voor langer dan drie maanden en via de
officiële weg naar Nederland komen worden ze gescreend op tuberculose. Deze screening vervalt
voor de inwoners van de nieuwe lidstaten zodra deze zijn toegetreden. Tuberculose
(multiresistent of `gewoon') is alleen in de drie Baltische Staten een groot probleem, maar in de
andere zeven nieuwe EU-lidstaten niet.
5
Hoe schat u de risico's in die Nederland loopt op de verdere verspreiding van multiresistente
vormen van tuberculose?
5
Het is onduidelijk hoe groot het risico is voor Nederland maar ik maak mij wel enigszins zorgen
gezien de toename van multiresistente tuberculose in bijvoorbeeld de Baltische Staten en de
voormalige Sovjetlanden. Het risico op verdere verspreiding binnen Nederland schat ik niet heel
2
hoog in. De GGD's, die belast zijn met de tuberculosebestrijding, kunnen uitbraken in Nederland
over het algemeen namelijk goed indammen.
6
Zijn de organisaties die belast zijn met de bestrijding van infectieziekten voorbereid op een
grootschalige besmetting door een resistente tuberkelbacterie? Zo neen, wat gaat u hieraan
doen?
6
De verspreiding en bestrijding van uitbraken van (multi)resistente tuberculose verschilt niet van
die van `gewone' tuberculose, de behandeling verschilt wel. De GGD's zijn belast met de
infectieziektebestrijding, waaronder de tuberculosebestrijding. De GGD's zijn goed toegerust om,
ook grote, uitbraken van tuberculose te bestrijden. Dergelijke uitbraken vinden elk jaar plaats en
worden adequaat beheerst.
Wel komt tuberculose relatief weinig voor in Nederland en wordt de bestrijding hierdoor en door
het voorkomen in moeilijk bereikbare groepen in de samenleving, steeds lastiger. Om de
tuberculosebestrijding ook in de toekomst goed te houden zijn daarom maatregelen nodig. Over
de algemene maatregelen om de infectieziektebestrijding de komende jaren te verbeteren, heb ik
u geïnformeerd in mijn brief van 19 maart jl. (kamerstuk 22894, nr. 29). Er komt bijvoorbeeld
een Infectieziekteautoriteit. Daarnaast ga ik, waar nodig, partijen nadrukkelijker aanspreken op
hun (wettelijke) verantwoordelijkheid. Gemeenten en GGD's hebben, in opdracht van VWS,
samen het traject "Versterking InfraStructuur Infectieziektebestrijding" (VISI) uitgevoerd. Een
uitkomst van dit VISI traject voor tuberculose is dat schaalvergroting nodig is om de bestrijding
goed te houden. Ik bereid dit nu in samenwerking met de VNG en GGD Nederland voor.
7
Hoe worden burgers voorgelicht over de symptomen van een tuberculosebesmetting?
7
De algemene bevolking wordt niet voorgelicht over tuberculose. Ten eerste omdat een
tuberculosebesmetting op zich (nog) geen symptomen geeft. Een minderheid van de besmette
personen ontwikkelt ook de ziekte tuberculose. De klachten die de ziekte tuberculose geeft, zijn
bovendien bijna altijd zodanig van aard zijn dat mensen daarvoor een arts zullen raadplegen.
Daarnaast komt tuberculose in Nederland weinig voor en zijn de aspecifieke klachten veel vaker
het gevolg van andere ziektes zoals bronchitis. Als laatste heeft het geven van voorlichting geen
voordeel voor de volksgezondheid omdat mensen zichzelf niet goed kunnen beschermen tegen
het oplopen van een infectie (anders dan bij bijvoorbeeld hiv waarbij men zich kan beschermen,
bijvoorbeeld door een condoom te gebruiken).
Mensen die in aanraking komen met tuberculose (bijvoorbeeld bij bron- en contactopsporing,
screening van risicogroepen) of mensen die in hun werk een verhoogd risico lopen (bijvoorbeeld
medewerkers van penintiaire inrichtingen) worden uiteraard wel voorgelicht, meestal door een
GGD-medewerker.
Bij tuberculose wordt als richtlijn actief opgespoord als het aantal nieuwe gevallen per 100.000
personen van een (deel)populatie boven de 50 ligt. In Nederland is dit het geval bij o.a.
asielzoekers en gevangenen. Hiervoor bestaan gerichte screeningsprogramma's.
Natuurlijk is het daarnaast van groot belang dat de medische professionals goed op de hoogte
zijn. Het KNCV Tuberculosefonds ondersteunt de beroepsgroepen hierbij door middel van
voorlichting, trainingen, publicaties, bijeenkomsten etc.
1) NRC-Handelsblad, 16 maart jl.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport