Gemeente Haarlem
Brief inzake tariefstelling UPC in Haarlem
Aan de Raadsleden
Gemeente Haarlem
Gemeente Haarlem
Ruud Grondel
Wethouder van Milieu, Cultuur, Coördinatie Stedelijk Beheer, Welzijn (volwassenen/ouderen) en Volksgezondheid
Retouradres Postbus 511 2003 PB Haarlem
Datum
Onderwerp
6 april 2004
UPC
Geachte Raadsleden,
In de Collegevergadering van vandaag hebben wij een besluit genomen met betrekking tot UPC. Conform onze eerdere toezegging doen wij u onderstaand nadere informatie toekomen.
Aanleiding
Met haar brief van 28 november 2003 stelde UPC ons in kennis van de tariefs- verhoging met de mededeling dat "de tariefstelling in alle gemeenten in 2004 gecontroleerd en gefaseerd zal worden geharmoniseerd naar het landelijke niveau van E 12,77 (ex BTW)".
De prijsstijging werd door ons niet geaccepteerd omdat we van mening zijn dat deze tariefsverhoging in strijd is met het contract dat wij in april 2000 met UPC hebben afgesloten. Verhoging van het tarief van het analoge standaardpakket Radio/ TV wordt hierin alleen toegestaan met het jaarlijkse indexpercentage.
UPC is echter van mening dat binnen de nieuwe Europese regelgeving de vele bestaande gefragmenteerde lokale afspraken overbodig zijn geworden en dat toezicht op de tarieven wordt gewaarborgd op landelijke niveau.
In overleg met onze stadsadvocaat hebben wij UPC op 16 december 2003 gesommeerd de aangekondigde tariefsverhoging in te trekken onder dreiging van gerechtelijke stappen in de vorm van een kort geding. Op 23 december 2003 vond in Amsterdam het kort geding plaats dat de gemeente Hilversum aanspande tegen het voornemen tot tariefsverhoging van UPC. Kern van de uitspraak van de rechter was dat het UPC verboden werd om gedurende het eerste kwartaal van 2004 de aangekondigde tariefsverhogingen aan de abonnees in rekening te brengen. Daarnaast werd bepaald dat de partijen met elkaar in overleg moesten treden.
Mede tegen deze achtergrond hebben wij UPC op 23 december een aanvullende sommatie gestuurd waarin we voorgesteld hebben tot een zelfde regeling te komen zoals met de gemeente Hilversum en later met de gemeente Amsterdam (die op 30 december een kort geding tegen UPC aanspande). Via haar advocaat liet UPC ons 24 december 2003 weten hieraan niet te zullen voldoen. Hierop besloten wij het kort geding daadwerkelijk te starten.
Tussen onze stadsadvocaat en de advocaat van UPC vond daarna overleg plaats met terugkoppeling aan ons. Dit mondde 5 januari jl. uit in een voorstel van UPC dat voor ons niet acceptabel was.
Toen vrijdag 16 januari de definitieve datum van het kort geding (vrijdag 23 januari 9.30 uur te Amsterdam) bij UPC bekend werd stemde zij alsnog in met ons aange- paste schikkingsvoorstel. Dit hield in dat de tarieven tot 1 april 2004 niet verhoogd mochten worden en dat de partijen op korte termijn in onderhandeling zouden treden.
In de achterliggende periode heeft het College van Burgemeester en Wethouders gekozen voor een tweeledige aanpak: onderhandelingen met UPC en onderzoek naar de juridische mogelijkheden.
Onderhandelingen
Doel: via onderhandelingen een resultaat te bereiken dat voor beide partijen acceptabel is. Het onderhandelingsteam van de gemeente bestond uit: sectordirecteur M.O, Hoofd Concern/ Financiën, de stadsadvocaat en afdeling Cultuur. In totaal is 4 maal met elkaar - aan tafel - overlegd. Het eerste overleg met UPC vond plaats 2 februari 2004. Bij dit overleg was ook de portefeuillehouder aanwezig. Het laatste overleg 26 februari 2004. Toen werd geconstateerd dat verder onderhandelen geen wezenlijke meerwaarde zou hebben. Incidenteel heeft daarna nog telefonisch contact plaatsgevonden tussen de stadsadvocaat en UPC over enige details in het onderhandelingsresultaat.
Ten aanzien van alle besprekingen met UPC vond steeds overleg en afstemming plaats met de verantwoordelijk portefeuillehouder. De onderhandelingstermijn liep af 5 maart jl.
Op ons verzoek stemde UPC in met verlenging tot 1 april 2004. Vóór deze datum moest de gemeente een besluit hebben genomen. Het onderhandelingsproces zat daarmee in een tijdsklem. Tijdens het tweede onderhandelingsgesprek (2 februari jl.) hebben wij UPC in kennis gesteld dat wij naast het onderhandelingstraject ook een juridisch traject entameren.
Juridisch traject
Doel: via een gerechtelijke procedure (bodemprocedure) UPC te dwingen zich te houden aan het contract dat de gemeente in 2000 met UPC heeft afgesloten.
Ter borging van de door ons te nemen beslissing hebben wij externe deskundige adviezen gevraagd.
In samenwerking met o.a. Zaanstad en Amsterdam hebben wij een extern onafhankelijk advies gevraagd van hoogleraar Kortmann over de grondwettelijke aspecten van kabelzaken. Dit gelet op het vonnis van de rechtbank Amsterdam ( 28 januari 2004) inzake Wageningen versus UPC, waarin UPC in het gelijk werd gesteld hetgeen de onderhandelingspositie van de gemeente niet versterkte.
Naast bovengenoemd advies hebben wij een Second Opion gevraagd van het gerenommeerde Haagse advocatenkantoor Pels Ruijken & Drooglever Fortuijn op de punten Europese wet- & regelgeving, toezicht OPTA/NMA en de mededingingswet. Dit kantoor van de landsadvocaat heeft een brede expertise op het gebied van bestuursrecht en mededingingsrecht.
De hooggeleerde adviezen, die wij 19 maart ontvingen, gaven aan dat de kans op een voor de gemeente succesvol verloop van een gerechtelijke procedure 50% is. Mocht de gemeente niet in haar gelijk worden gesteld dan zou dit - met name financiële - gevolgen hebben voor de gemeente (aanzienlijke schadeclaims van UPC) Een bodemprocedure tot aan de hoge Raad betekent een procesgang van jaren (2 tot 3 jaar) en zal substantiële kosten met zich meebrengen. Ook zou de procesgang inhouden het opgeven van het huidige onderhandelingsresultaat en vrijwel ook zeker leiden tot een eenzijdige tariefsverhoging. Om deze redenen achtten wij het niet verantwoord hierop in te zetten en de voorkeur te geven aan het behaalde onderhandelingsresultaat.
Onderhandelingsresultaat:
Alhoewel UPC niet afziet van de harmonisatie van de tarieven per eind 2004, is de geleidelijke tariefsverhoging verschoven naar 1 mei 2004, 1 juli 2004 en 1 oktober 2004. De gemeente is er in ieder geval in geslaagd de tariefsverhoging voor de Haarlemse burgers 4 maanden later in te laten gaan. Het analoge aanbod blijft +/- 30 kanalen in plaats van de 15 kanalen uit het lopende contract. Behoudens onvoorziene omstandigheden is UPC niet van plan de tarieven per 1 januari 2005 weer te verhogen. Ter compensatie biedt UPC de gemeente Haarlem E 2.250.000,- , dat besteed moet worden op het gebied van cultuur, media, welzijn, ICT of educatie. Daarnaast is vastgelegd dat UPC geen schadeclaim zal indienen bij de gemeente voor de periode voorafgaand aan de invoering.
Breed analoog pakket blijft beschikbaar:
UPC handhaaft het brede analoge pakket van R/TV-pakket van +/- 30 TV kanalen en gaat niet over tot een vermindering tot 15 kanalen, die oorspronkelijk in het contract met UPC waren benoemd.
Tariefsontwikkeling
Tot 1 mei 2004 worden de tarieven niet verhoogd Tarief nu E 5.95 (ex BTW) Daarna worden de tarieven gefaseerd verhoogd. Op 1 mei naar E 8,94 (ex BTW),
op 1 juli E 10,85 (ex BTW) en op 1 oktober naar E 12,77 (ex BTW) Alle genoemde bedragen zijn maand bedragen. Behoudens onvoorziene omstandigheden is UPC niet van plan de tarieven per 1 januari 2005 weer te verhogen.
Binnenkort verwachten wij dat door adequate wet- en regelgeving het toezicht op de tarieven op landelijk niveau bewaakt gaat worden door OPTA, NMA en het Commissariaat voor de Media. Dit houdt in dat er geen regulerende rol meer is voor de gemeente als er adequate wet- en regelgeving is ingevoerd alsmede goed toezicht door NMA en OPTA.
Kanttekening:
Het kabinet heeft besloten dat de minister van Economische Zaken (EZ) met een algemene maatregel van bestuur moet komen waarin hij een maximum tarief vast- stelt (prijsmaatregel). De verwachting is dat dit nu nog minstens 1 jaar zal duren. Het tarief kan hoger zijn maar ook lager. Als het lager uitvalt dan is UPC gehouden het tarief neerwaarts bij te stellen. De verwachting is dat de prijsmaat- regel waarschijnlijk hoger zal uitvallen dan het harmonisatietarief van E 12,77 (ex BTW).
EZ heeft 2 keer benadrukt dat de kabelmaatschappijen redelijke rendementen mogen maken en UPC stelt dat E 12,77 nog altijd 10% onder de Europese gemiddelde kabelprijs ligt en zij in het verleden zwaar heeft geïnvesteerd in de modernisering van haar netwerk etc.
Financiële bijdrage
UPC biedt de gemeente Haarlem ter compensatie een bijdrage van E 2.250.000,-. Dit wordt betaald in 7 termijnen van 2005 tot en met 2011. Dit geld moet besteed worden op het gebied van cultuur, media, welzijn, ICT of educatie en wordt bepaald door de gemeente Haarlem in overleg met UPC.
Het College zal hierover met nadere voorstellen komen en deze bespreken in de Commissie Cultuur.
Afzien schadeclaim
UPC ziet af van de schadeclaim naar de gemeente Haarlem ten aanzien van gederfde inkomsten voor het eerste kwartaal 2004 ter zake de niet geïnde tariefsverhoging per 1 januari 2004 bij haar abonnees in de gemeente Haarlem voor wat betreft het eerste kwartaal 2004;
Conclusie
Al het bovenstaande afwegende, heeft het College van Burgemeester en Wethouders geconcludeerd dat het risico op een niet succesvol verloop van een gerechtelijke procedure te groot is. Gezien de recente rechterlijke uitspraken is de rol van lokale overheid inzake de tarifering van het televisieaanbod uitgespeeld. Volgens deze uitspraken is dit nu een rijksaangelegenheid. Het College acht het risico op schadeclaims van UPC te groot. Het College heeft daarom gekozen voor het accepteren van het resultaat van de onderhandelingen met UPC. Het College heeft zich tot het uiterste ingespannen voor een goed onderhandelingsresultaat, dat alleszins acceptabel in vergelijking met dat van de gemeenten Amsterdam en Zaanstad.
Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Namens het College van Burgemeester en Wethouders,
Ruud Grondel
Wethouder Cultuur
---- --