Principeakkoord afkoopregeling readers universiteiten
Onderhandelingsdelegaties van NUV en Stichting PRO hebben een
principeakkoord bereikt met de vereniging van universiteiten VSNU over
een afkoopregeling voor het overnemen van korte gedeelten en korte
werken in readers voor de jaren 2004 tot en met 2006. De regeling
bestaat uit de volgende elementen:
* de basis voor de afkoopsom is het gemiddelde gebruik per
faculteit/universiteit in de jaren 2002/2003;
* daarop wordt een toeslag berekend per 1 januari 2004 van 10%; per
1 januari 2005 verhoogd met 2,5% en per 1 januari 2006 nogmaals
met 2,5%;
* gedurende de contractsperiode wordt daarnaast een zogenaamde
kwantitatieve index toegepast aan de hand van het aantal studenten
per universiteit;
* in overleg tussen VSNU en PRO wordt bij een aantal faculteiten van
drie universiteiten, die schriftelijk toezeggen daaraan
medewerking te verlenen, een steekproef gehouden om trends in het
gebruik te signaleren;
* de verantwoordelijkheid voor het opschonen van het verleden en het
up-to-date maken van de gegevens 2002 en 2003 ligt in handen van
de Stuurgroep Bedrijfsvoering van de VSNU en de betrokken
verantwoordelijke leden van het College van Bestuur;
* Stichting PRO maakt een rapport per faculteit met een overzicht
van alle achterstallige betalingen en vermeende achterstallige
meldingen en de universiteiten nemen de verplichting op zich om
dat voor 1 juli 2004 met PRO af te wikkelen; achterstallige
meldingen (onverklaarbare lacunes) worden achterhaald dan wel
afgekocht op basis van een gemiddeld bedrag per student;
* Stichting PRO zal extra menskracht inhuren om vervolgens voldoende
capaciteit klaar te hebben staan voor de verwachte stroom aan
verzoeken om afwikkeling en opheldering;
* eind juni 2004 wordt de balans opgemaakt:
faculteiten/universiteiten die de zaak nog niet op orde hebben,
lopen het risico om een afzonderlijke afkoopregeling te moeten
treffen op basis van de standaardvoorwaarden van PRO (toeslag 60%)
of alsnog te worden verplicht om 2004 volledig te administreren;
* met de Open Universiteit zal een alternatieve kwantitatieve index
worden afgesproken op basis van het aantal ingeschreven studenten;
voor een regeling met de medische faculteiten, voorzover het
readergebruik niet meer met de VSNU kan worden geregeld, zal de
VSNU zo nodig een bemiddelende rol spelen; de readers voor het
postacademisch onderwijs worden in de afkoopsom meegenomen;
* voor de niet-korte gedeelten blijft voorafgaande toestemming van
de uitgever vereist en ten behoeve van de controle dient van
iedere geproduceerde reader één bewijsexemplaar naar Stichting PRO
te worden gezonden.
Nederlands Uitgeversverbond