Introductieregeling Reprorecht Bedrijfsleven
Op 18 maart 2004 brachten Stichting Reprorecht, VNO-NCW en MKB
Nederland gezamenlijk het volgende persbericht uit.
De onderhandelingen tussen Stichting Reprorecht, VNO-NCW en MKB
Nederland over de sinds 1 februari 2003 ook voor het bedrijfsleven
geldende reprorechtregeling zijn met succes afgerond. Na bemiddeling
van de minister van Justitie is overeenstemming bereikt over een
systematiek voor de berekening en incasso van vergoedingen voor het
fotokopiëren van auteursrechtelijk beschermd materiaal. De betrokken
partijen verzoenen hiermee de aanspraak van rechthebbenden op een
billijke (reprorecht)vergoeding met een transparante en efficiënte
uitvoering van de regeling met minimale administratieve lasten voor
het bedrijfsleven. Naar verwachting zullen ondernemers in totaal 15
miljoen euro per jaar betalen.
Uitgangspunt voor de introductieregeling is een forfaitaire benadering
(vast bedrag) op basis van differentiatie naar bedrijfsgrootte en
onderscheid naar bedrijfssectoren met een hoog dan wel laag
reproplichtig kopieergedrag. De daaruit voor de jaren 2003, 2004 en
2005 voortvloeiende tarieftabel leidt tot een eenvoudige en heldere
regeling waarmee bedrijven eenvoudig aan hun reprorechtverplichting
kunnen voldoen.
De afspraak ziet er als volgt uit:
* Ondernemers zonder fotokopieerapparaat betalen niets.
* Ondernemers met minder dan 20 werknemers betalen jaarlijks ruim 15
euro.
* Ondernemingen met meer dan 20 werknemers betalen, in een systeem
van 5 grootteklassen, 100 tot 2900 euro.
* Ondernemingen met een hoog kopieergedrag in deze grootteklassen
betalen 150 tot 4350 euro.
Ondernemingen die vinden dat de vergoeding op basis van de
introductieregeling niet in redelijke verhouding staat tot hun
feitelijk kopieergedrag, moeten een individuele betalingsregeling met
de Stichting Reprorecht treffen op basis van kopieervolume en het
gemeten reprorechtplichtige percentage fotokopieën, tegen het
wettelijke tarief van 4,5 cent per reproplichtige kopie. Stichting
Reprorecht mag hierbij, behoudens tegenbewijs, uitgaan van beschikbare
onderzoekgegevens, zoals onder meer van Bureau Veldkamp.
Incasso voor de jaren 2003 en 2004 door Stichting Reprorecht zal via
een eenmalige, gecombineerde facturering in 2004 geschieden. Reeds aan
de Stichting Reprorecht gedane betalingen worden daarmee verrekend.
Stichting Reprorecht, VNO-NCW en MKB Nederland spreken het vertrouwen
uit dat deze benadering een wezenlijke bijdrage zal leveren aan een
brede acceptatie van dit reprorechtstelsel in het Nederlandse
bedrijfsleven. Een gezamenlijk te vormen monitorgroep zal
uitvoeringsproblemen oplossen en het systeem voor 1 mei 2005 laten
evalueren. De introductieregeling geldt voor de jaren 2003, 2004 en
2005 en kan worden verlengd als uit tussentijdse evaluatie blijkt dat
het stelsel naar tevredenheid functioneert.
Het Nederlands Uitgeversverbond heeft bij de totstandkoming van deze
introductieregeling een bemiddelende rol gespeeld, enerzijds als
vertegenwoordiger van een deel van de rechthebbenden en anderzijds als
een vereniging van ondernemingen, lid van VNO-NCW. Vice-voorzitter van
het NUV, Roelant Hazewinkel, en NUV-vertegenwoordiger in het Dagelijks
Bestuur van VNO-NCW, Anthonie Zoomers, zijn er samen met de directie
van VNO-NCW in geslaagd om de voor de kerst ontstane impasse in het
overleg te doorbreken en de grondslagen voor de uiteindelijke regeling
te leggen. Onder de uitstekende begeleiding van Ton Heukels, de voor
het auteursrecht verantwoordelijke ambtenaar van het ministerie van
Justitie, hebben de vertegenwoordigers van VNO-NCW en MKB-Nederland
enerzijds en Stichting Reprorecht anderzijds overeenstemming bereikt
over de Introductieregeling Reprorecht Bedrijfsleven.
Het NUV is tevreden met het bereikte resultaat. Het beginsel van
betaling naar rato van het daadwerkelijke gebruik, het fotokopiëren
uit boeken, tijdschriften en dagbladen, is overeind gebleven in het
onderscheid tussen gemiddeld en bovengemiddeld kopieergedrag, zoals
dat uit marktonderzoek is gebleken. Bovendien zullen ondernemingen die
niet op basis van de tarieftabel willen afrekenen, alsnog een
betalingsregeling met Stichting Reprorecht moeten treffen op basis van
het feitelijke gemeten gebruik. Stichting Reprorecht kan in dat geval
de onderzoekgegevens van Veldkamp weer ter hand nemen. Een eenvoudige
en transparante tarieftabel met forfaitaire bedragen voor alle
ondernemingen is volgens VNO-NCW en MKB Nederland noodzakelijk voor
het verkrijgen van een breed draagvlak bij het bedrijfsleven voor de
betaling van de reprorechtvergoeding. VNO-NCW en MKB Nederland staan
er dan ook voor in, dat met deze introductieregeling ten minste 15
miljoen euro op jaarbasis kan worden geïncasseerd; mocht dat niet
lukken zal bijstelling plaatsvinden. Dit jaar zal Stichting Reprorecht
over 2003 en 2004 circa 30 miljoen euro kunnen incasseren.
Daarmee is het uitgangspunt voor het NUV gerealiseerd: een spoedige en
levensvatbare incasso van het reprorecht bij het bedrijfsleven, dat
daarmee eindelijk aan de al sinds 1974 bestaande verplichting tot
betaling van een billijke vergoeding voor het fotokopiëren kan worden
gehouden.
Ter gelegenheid van dit akkoord wordt bij nummer 1-2004 van Copyright
Notice een reprorechtspecial uitgebracht, waarin alle voor uitgevers
relevante informatie over het reprorecht bijeen is gebracht.
Nederlands Uitgeversverbond