College Bescherming Persoonsgegevens
6 april 2004
Voorstel aanpak doorrijders tanken strijdig met kabinetsbeleid
De voorgestelde aanpak van `doorrijders na het tanken zonder te
betalen' is naar het oordeel van het College bescherming
persoonsgegevens (CBP) in strijd met het kabinetsbeleid om
publiekrechtelijke registraties (zoals het Kentekenregister) af te
sluiten voor de verstrekking van gegevens voor commerciële doeleinden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat stelt voor gegevens uit het
Kentekenregister aan gerechtsdeurwaarders te verstrekken voor
incassodoeleinden. Het incasseren van vorderingen behoort echter niet
tot de ambtelijke taakuitoefening van de gerechtsdeurwaarder. Er is
dus sprake van een commerciële bedrijfsactiviteit. Al in 2001 heeft de
toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat aangegeven dat er geen
gegevens meer mogen worden verstrekt uit publiekrechtelijke registers
voor commerciële doeleinden.
Verstrekking van gegevens is mogelijk binnen de bestaande kaders die
gelden voor gedupeerden van strafbare feiten. In de regio Kennemerland
geven gedupeerde pomphouders kentekens van doorrijders door aan de
politie. Die beschouwt dit als het doen van aangifte van een strafbaar
feit en verstrekt in het kader van slachtofferhulp (op grond van de
zogenaamde Wet Terwee) naam en adresgegevens van de doorrijder aan de
pomphouder. De pomphouder kan met deze gegevens de doorrijder
schriftelijk verzoeken te betalen. Pas als dit niet gebeurt,
onderneemt de politie actie en stelt een strafrechtelijk onderzoek in.
De praktijk in de regio Kennemerland wijst uit dat de aangeschreven
doorrijder in veel gevallen alsnog betaalt. Deze aanpak voorkomt ook
veel onnodige strafzaken.
Over gerechtsdeurwaarders
Gerechtsdeurwaarders kennen twee soorten werkzaamheden. Ten eerste
oefent de gerechtsdeurwaarder een ambtelijke taak uit zoals onder meer
het uitbrengen van dagvaardingen. Ten tweede mag een
gerechtsdeurwaarder ook niet-ambtelijke werkzaamheden verrichten zoals
het incasseren van geldvorderingen. Omdat gerechtsdeurwaarders als
openbaar ambtenaar vergaande wettelijke bevoegdheden hebben om aan
informatie te komen, is het noodzakelijk dat zij de informatie
verkregen uit hoofde van deze bijzondere wettelijke bevoegdheden niet
zonder meer gebruiken voor de niet-ambtelijke werkzaamheden. Lees meer
hierover in de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming
persoonsgegevens van de Koninklijke Beroepsorganisatie van
Gerechtsdeurwaarders (KBvG).
Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten
die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het
gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een
vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van
persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP
toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en
gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van
een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop
persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in
overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.
Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd.
Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP
overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.