Inspectie voor de Gezondheidszorg
Dinsdag 6 april 2004
zorg in forensisch psychiatrische klinieken niet optimaal, maar
verbeteringen zijn in zicht
De kwaliteit van de manier waarop de zorg is georganiseerd in
forensisch psychiatrische klinieken en afdelingen is wisselend. De
meeste voorzieningen hebben veel zaken niet optimaal geregeld of geven
het onvoldoende aandacht. Zo beschikken klinieken en afdelingen nog
niet over een zorgvisie, die is uitgewerkt in zorgprogramma"s en
behandelmodulen. Ook voldoen de meeste voorzieningen onvoldoende aan
de randvoorwaarden voor verantwoorde zorg, zoals die staan in de
Kwaliteitswet zorginstellingen. Dat blijkt uit het rapport Klinische
forensische psychiatrie, brugfunctie of zelfstandig circuit? dat de
Inspectie voor de Gezondheidszorg vandaag openbaar maakt.
De inspectie is kritisch, maar ook positief. Jacques Lucieer,
hoofdinspecteur voor de geestelijke gezondheidszorg en
gehandicaptenzorg: "Verbeteringen zijn in zicht. De Inspectie voor de
Gezondheidszorg heeft bij koepelorganisatie GGZ Nederland en de
leiding en medewerkers van forensisch psychiatrische instellingen veel
enthousiasme en bereidheid aangetroffen om het hulpaanbod en de
organisatie van de zorg verder te verbeteren. Dit blijkt onder meer
uit de plannen van aanpak die door instellingen naar aanleiding van
onze bezoeken zijn opgesteld."
De inspectie vindt dat in de toekomst duidelijk moet worden wat de
positie is van de forensisch psychiatrisch instellingen: óf ze zijn
een schakel tussen de justitiële inrichtingen en de reguliere zorg, óf
ze vormen, zo mogelijk samen met de TBS-klinieken, een apart
forensisch psychiatrisch circuit. Dit laatste vindt de inspectie het
meest wenselijk, want naast de gewenste bescherming voor de
samenleving biedt dit voor een grote groep patiënten de vereiste
specialistische zorg. Bovendien bouwen de voorzieningen door
uitwisseling van kennis en kunde de nodige expertise op.
Met het oog op de groeiende groep gedetineerden met een verstandelijke
beperking zullen de forensisch psychiatrische klinieken en afdelingen
ook nauwer moeten gaan samenwerken met de verstandelijk
gehandicaptenzorg. Tezamen met de reguliere geestelijke
gezondheidszorg en de verslavingszorg kan dan van elkaars kennis
worden geprofiteerd.