Verbond zal WFD beoordelen op duidelijkheid en uitvoerbaarheid
Het Verbond van Verzekeraars is voorstander van een heldere en
uitvoerbare Wet financiële dienstverlening en het gedragstoezicht door
de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dat is goed voor de consument
en voor de bedrijfstak. Het Verbond zal constructief meewerken aan de
verdere vormgeving en invulling van het nieuwe beleid. Het Verbond
waarschuwt wel voor een overkill aan informatie richting de consument.
Er moet sprake zijn van een juiste balans tussen doel en middelen.
Het Verbond hecht veel waarde aan goede informatie aan de consument
over financiële dienstverlening en over producten. Goede regelgeving
voor en gedragstoezicht op bemiddeling in financiële diensten draagt
bij aan de kwaliteit en betrouwbaarheid van alle aanbieders in de
financiële sector en heeft daarom een belangrijke toegevoegde waarde
bij het beschermen van de positie van de consument. Adequate
informatievoorziening bevordert de markttransparantie en de
concurrentie tussen aanbieders, omdat producten beter onderling
vergelijkbaar worden. Maar het Verbond waarschuwt wel voor een
overkill aan informatie richting consument. Er moet een goede balans
worden gevonden tussen doel en middelen. Wat dat betreft is het een
goede zaak dat de WFD ook normen stelt aan de zorgplicht die de
consument zelf heeft. Hij wordt geacht in staat te zijn aangeboden
informatie tot zich te nemen en zich op basis daarvan een oordeel te
vormen over een financieel product. Ook moet de consument op grond van
de WFD zelf in staat zijn om zijn eigen financiële positie in kaart te
brengen.
Het Verbond van Verzekeraars ziet een flink aantal zelf aangedragen
punten terugkomen in de WFD. Zo is de reikwijdte van de wet voor
verzekeringsbemiddeling verruimd tot het Midden- en Kleinbedrijf,
waarmee de huidige situatie onder de Wet assurantie
bemiddelingsbedrijf wordt voortgezet. Ook komt er voor aanbieders en
bemiddelaars een wettelijk verplichte aansluiting bij een door de
minister erkend klachteninstituut.
Een aantal wensen blijft openstaan. Zo vindt het Verbond dat ook de
financieel adviseur die geen concreet advies geeft, een WFD-vergunning
zou moeten hebben. Het Verbond vindt het opmerkelijk dat de verplichte
beroepsaansprakelijkheidsverzekering uitsluitend geldt voor
assurantietussenpersonen en niet voor bemiddelaars in andere
financiële producten.
Het Verbond zal bij de nadere beoordeling van de wettekst van de WFD
en de uitwerking van deze kaderwet in lagere regelgeving een aantal
aspecten scherp in het oog houden. Zo zal steeds sprake moeten zijn
van concrete toegevoegde waarde voor de consument. Ook zullen de
regels praktisch uitvoerbaar dienen te zijn en moeten leiden tot een
heldere verantwoordelijkheidsverdeling tussen aanbieders, bemiddelaars
en de consument. Verder moet scherp worden gelet op de consequenties
van wetgeving en toezicht voor de administratieve lastendruk,
inclusief de bijbehorende nalevingslasten. Het Verbond zal samen met
de AFM hiernaar zelf ook onderzoek doen. Voorts moet sprake zijn van
een level playing field voor de verschillende soorten aanbieders van
financiële producten. En ten slotte wijst het Verbond op het belang
van voldoende gewenningstijd en een aanvaardbare overgangstermijn,
mede gezien de vereiste ICT-aanpassingen. In dat licht is het toe te
juichen dat de artikelen van de WFD in de tijd gespreid kunnen worden
ingevoerd, waardoor een zekere fasering kan worden bereikt.
De volledige tekst van het wetsvoorstel en de toelichting vindt u op
de website van het ministerie van Financiën.
6 april 2004
---
Verbond van Verzekeraars