Tijdelijke contracten publieke omroep
een voortdurend probleem
Al jaren strijdt de NVJ voor een beter contractenbeleid bij de omroep.
In de laatste CAO zijn afspraken gemaakt om dit beleid te verbeteren;
o.a. via het uitbetalen van vergoedingen als contracten na twee of
drie jaar niet verlengd worden.
Ook is afgesproken dat er een commissie aan het werk zou gaan om de
misstanden aan het licht te brengen en verdergaande oplossingen voor
te stellen. Hieronder volgt een aantal bevindingen, die in deze
commissie naar voren zijn gekomen. De navolgende bevindingen zijn niet
de commissie-conclusies maar een samenvatting van voor de NVJ
relevante onderdelen uit het rapport.
Het commissie-rapport zelf komt binnen enkele weken uit.
Nog altijd veel tijdelijke contracten bij de publieke omroep:
Het onderzoek wijst uit dat er nog altijd zeer veel gebruik wordt
gemaakt van tijdelijke contracten bij bepaalde omroepen. Sommige
omroepen lijken een positieve uitzondering, maar dat heeft soms te
maken met het feit dat die omroepen veel gebruik maken van externe
producenten.
Weinig omroepen hebben de laatste jaren hun leven gebeterd. Ook dit
jaar (gegevens jaarverslag 2002-2003) staan veel dezelfde omroepen
weer bovenaan. IKON is koploper met bijna de helft van de medewerkers
op tijdelijk contract:
Omroep Vast contract tijdelijk contract
1. IKON: 47 44
2. VARA: 207 154
3. NCRV: 180 126
4. AVRO: 186 124
5. EO: 295 156
Tegelijkertijd constateert de NVJ dat juist de medewerkers met
tijdelijk contract in deze bezuinigingstijd het eerst hun baan
verliezen. Eind 2003 hadden veel medewerkers met tijdelijk contract
geen baan meer bij de omroep.
Misbruik tijdelijke contracten duurt voort:
Ondanks de verscherpte CAO-afspraken (o.a. vergoedingen na 2 of 3
jaarcontracten) blijven verschillende omroepen de regels m.b.t. de
tijdelijke contracten ontduiken.
Zo worden er bij de AVRO 11-maandscontracten afgesloten met het doel
om de beëindigingsvergoeding van 2 of 3 maandsalarissen niet te hoeven
uitbetalen.
Voorts worden er bij diezelfde AVRO, maar ook bij VARA, NCRV en Teleac
andere CAO-afspraken ontdoken. Medewerkers worden bij deze omroepen na
3 jaar tijdelijke dienst na een tussenpoos van 3 maanden opnieuw 3
jaar tijdelijk in dienst genomen om zo te voorkomen dat een vast
contract aangeboden moet worden.
Bij de VARA worden medewerkers gedwongen om een werkloze periode
binnen hun contract te accepteren van 4 maanden in de zomerperiode.
Dit misbruik van de regels blijft voortduren zolang er geen duidelijk
controleerbaar beleid is afgesproken.
Door tijdelijke werknemers ervaren nadelen van het contractenbeleid vd
omroep:
Medewerkers ervaren het als zeer demotiverend dat er bij veel omroepen
alleen met tijdelijke contracten gewerkt wordt: kwaliteit, netwerk en
expertise gaan verloren. Het "collectieve geheugen" verdampt en alle
investeringen in kwaliteit en netwerk verdwijnen uit de redactie, zo
wordt bij o.m. VPRO, B&W, IKON, NOS Online en de div.
Netwerk-redacties gemeld.
Er bestaat bij medewerkers begrip dat er bij sommige programma's met
tijdelijk contracten wordt gewerkt, maar de schaal waarop dit nu bij
de omroep gebeurt werkt contra-productief en schuift alle risico's af
op de tijdelijke medewerkers.
Verder ontstaat geen commitment met de betreffende omroep en gaan
medewerkers al na en of twee jaar uitkijken naar andere banen binnen
of buiten de omroep.
Programmamakers voelen zich niet verbonden met VARA of NCRV omdat hun
werk als volstrekt inwisselbaar wordt beoordeeld door de betreffende
omroepen.
Tenslotte brengt het grote aantal tijdelijke contracten onder met name
de jonge programma-medewerkers een tweedeling teweeg op de
redactievloer ten opzichte van de medewerkers met vast contract.
Terwijl er door medewerkers met tijdelijk contract minstens zo hard
wordt gewerkt, zijn de arbeidsvoorwaarden totaal verschillend.
Oplossingen/aanbevelingen vanuit NVJ-perspectief:
· Er zou veel meer gebruik moeten worden gemaakt van
omroepoverstijgende contracten: een omroepbrede arbeidspool zou voor
veel meer vaste contracten kunnen zorgen. Het biedt de omroepen
flexibiliteit en de medewerkers meer zekerheid.
· Omroepen moeten medewerkers breder inzetbaar maken, zodat ze binnen
een bepaalde omroep verschillend werk kunnen verrichten. Dan kunnen
makkelijker vaste contracten worden gegeven en wordt de betrokkenheid
met de betreffende omroep vergroot.
· Waar sprake is van "vaste programmering" zou na een jaar een vast
contract moeten worden geboden. Op dat moment weet de werkgever
voldoende over het functioneren van de medewerker. Tijdelijke
contracten voor een periode langer dan 1 jaar dienen alleen te worden
toegepast waar de programmering dat vereist.
· Tijdelijke medewerkers moeten goede
functionerings/beoordelingsgesprekken krijgen, zodat met meer beleid
over de mogelijkheden voor een vast contract wordt beslist. Ook dienen
zij tijdig op de hoogte gesteld te worden over de status van hun
functie en een evt voornemen tot stopzetten van een contract.
· Projectcontracten die een periode van drie jaar overstijgen, moeten
mogelijk zijn, mits hier een behoorlijke -extra- risicovergoeding
tegenover staat en dergelijke contracten voor een substantiële termijn
(in 1 keer 3 of 5 jaar) worden afgesloten. Als freelancer kunnen
werken zou in dit soort gevallen soms ook een oplossing kunnen zijn,
mits dan ook behoorlijk betaald wordt en bestaande fiscale en
wettelijke obstakels zouden kunnen worden weggenomen.
· Misbruik van bestaande regelingen moet voorkomen worden door
verscherpte regels (pro rato vergoeding bij tijd. contracten tot 3
jaar) en scherper controle van het contractbeleid door OR en
redactieraden.
De NVJ zal in de aanstonds startende CAO-onderhandelingen hard
inzetten op een beter tijdelijk contractenbeleid. Scherpere
CAO-bepalingen alleen zijn daarvoor onvoldoende. Ook ondernemingsraden
zullen de individuele omroepen op hun verantwoordelijkheid moeten
wijzen. Het contractenbeleid bij de omroep kan en moet beter!
Nederlandse Vereniging van journalisten