Speech van staatssecretaris Van Geel van VROM op het symposium
Integraal Asbestbeleid in Bentelo op maandag 5 april 2004
Dames en heren,
Soms lopen bepaalde dingen zo mis dat je zou willen dat je terug kon
in de tijd om ze recht te zetten. Asbest is zoiets. Achteraf is het
bijna niet voor te stellen hoe het zo verschrikkelijk fout kon gaan.
Het is nu ondenkbaar dat iedereen die een paadje of een tuin op wilde
hogen er gratis een vrachtwagenlading asbest overheen kon laten
storten. Toch is dat op grote schaal gebeurd. Ook door toepassing in
de bouw kwam er veel asbest in het milieu, waar we voorlopig niet
vanaf zijn.
Terwijl we er toch al behoorlijk lang mee bezig zijn. Eigenlijk
dachten we er al veel eerder mee klaar te zijn. Nadat een paar honderd
asbestwegen in Harderwijk, Haaksbergen en hier in de gemeente Hof van
Twente waren gesaneerd, hadden we het idee dat het probleem wel zo'n
beetje was opgelost. Maar toen we nog een saneringsronde deden om de
zaak af te sluiten, kregen we veel meer aanvragen dan we voor mogelijk
hadden gehouden. Het ging niet om tientallen, of honderdtallen, maar
om meer dan duizend aanvragen voor de tweede fase van de sanering van
asbestwegen.
Het probleem was dus nog wijder verspreid dan gedacht, en dan heb ik
het alleen nog maar over asbestwegen, er zit ook nog asbest in de
grond. En we kunnen jammer genoeg niet terug in de tijd. Daarom zullen
we er nu het beste van moeten maken. Alles in één klap opruimen is
financieel onmogelijk. Het zou een vermogen kosten, dat binnen geen
enkel budget past; niet van de gemeente, niet van de provincie en niet
van het rijk.
Toch willen we geen verrassingen meer met asbest. We willen niet meer
in de krant lezen dat kinderspeelplaatsen onveilig zijn, of dat er 's
zomers langs de weg stof met asbest opwaait als er mollen hebben
gegraven.
Er is dus een doordachte aanpak nodig. Waarbij het gevaarlijke
locaties als eerste wordt opgeruimd, en er een duidelijk plan bestaat
voor de rest.
Daarom heb ik grote waardering voor de inspanningen van de gemeente
Hof van Twente. In december kwam wethouder Martin Verbeek langs op het
ministerie. In zijn tas had hij het integraal asbestbeleidsplan van de
gemeente. Het plan geeft aan waar de risico's liggen en welke
maatregelen de gemeente wil treffen. Het gaat daarbij om het
verwijderen van asbest bij het slopen van gebouwen, en asbest in de
bodem.
In feite lijkt het beleid van de wethouder veel op de nieuwe manier
waarop ik met dit soort risico's om wil gaan. Zelf noem ik die visie
Nuchter omgaan met risico's. De hoofdpunten van die benadering:
Om te beginnen is het belangrijk om te beseffen dat we in een
risicomaatschappij leven. We moeten elke dag door het verkeer, en er
kan altijd een vliegtuig neerstorten. Totale veiligheid is een
illusie, en de overheid moet daar duidelijk over zijn. Daarom moet de
overheid duidelijk prioriteiten stellen, en die op een heldere manier
motiveren. Welke risico's pakken we aan en waarom, en waarom komen
andere risico's later aan de beurt. Dat politieke
besluitvormingsproces moet voor burgers te volgen zijn.
Verder moet er een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en
taken zijn. Anders bestaat de kans dat partijen verplichtingen naar
andere bordjes schuiven en gebeurt er uiteindelijk niets, of te
weinig.
Een ander belangrijk aspect van het nuchter omgaan met risico's is dat
de mogelijke gevaren worden afgewogen tegen de maatschappelijke kosten
en baten. Als risico's onacceptabel zijn, mag het wegnemen ervan wat
kosten. Dat zijn we aan de burgers verplicht. Maar we zijn het aan
diezelfde burger - en belastingbetaler - verplicht ons geld alleen te
steken in zaken die ook echt onze prioriteit verdienen.
Natuurlijk moet je bij het inschatten van risico's oppassen dat je het
belang van cijfers niet overschat. Burgers hebben vaak weerstand tegen
statistieken en hun standpunten worden voor een deel door emoties
bepaald. Dat gevoel van onveiligheid is overigens een reëel gegeven,
waar we met respect mee om moeten gaan.
Bepalend voor de inschatting van risico's is ook de mate van
vrijwilligheid. Als mensen onvrijwillig met risico's worden
geconfronteerd vinden ze dat erger dan wanneer dat vrijwillig gebeurt.
Ook dat moet in de afwegingen een rol spelen.
Het blijft dus een ingewikkelde zaak. De boodschap die ik hier over
wil brengen, is dat risicobeleid niet uit simpele 'oneliners' bestaat.
Eenvoudige oplossingen voor complexe problemen bestaan helaas niet.
Waar het om gaat is dat er uiteindelijk beleid op een heldere manier
beleid ontstaat, waar zo veel mogelijk mensen achter kunnen staan.
Ik geloof dat dat precies is wat de gemeente Hof van Twente van plan
is met het integraal asbestbeleidsplan. Ik wil de gemeente en de
provincie dan ook helpen om het door te voeren. Want de wethouder kwam
natuurlijk niet alleen naar Den Haag om daar zijn plannen uiteen te
zetten. Hij kwam ook om het rijk om steun te vragen.
Ik denk dat de gemeente die steun verdient, maar daarvoor is een
duidelijk meerjarenplan nodig. Op basis van haar inventarisatie zal de
gemeente duidelijk moeten aangeven welke vervuiling in het belang van
de volksgezondheid met voorrang moet worden aangepakt. Die
prioriteitenlijst zal ook duidelijkheid moeten geven over de benodigde
middelen.
VROM kan trouwens helpen bij het stellen van prioriteiten. Het
ministerie heeft een nalevingsstrategie ontwikkeld voor de uitvoering
van asbestbeleid. Die biedt een methodiek om op basis van risico's
prioriteiten te stellen.
Om een deugdelijk meerjarenplan op te stellen, moeten de provincie en
de gemeente weten wat de financiële mogelijkheden voor de komende
jaren zijn. Vandaar dat ik daar nu duidelijkheid over wil geven. Ik
ben van plan de provincie Overijssel voor de periode van 2005 tot en
met 2009 de volgende budgetten toe te kennen:
· De provincie krijgt 28,7 miljoen euro voor de sanering van
asbesthoudende wegen. Voor de bodemsanering stel ik 13 miljoen euro
beschikbaar.
· En voor bodemsanering op plaatsen waar woningen worden gebouwd 5
miljoen euro.
· Verder ben ik bereid een garantie af te geven voor financiering in
de periode van 2010 tot en met 2014, zodat provincie en gemeenten
eventueel zelf maatregelen vóór kunnen financieren. De hoogte van de
garantie zal afhangen van de doortimmerdheid van de plannen van de
gemeente en de provincie, en van de kwaliteit van hun
risicoafwegingen.
De provincie en de gemeente Hof van Twente zullen samen uit moeten
maken welk deel van de budgetten ze besteden aan het meerjarenplan van
de gemeente Hof van Twente.
Bovendien wil ik de gemeente graag helpen om haar beleid uit te leggen
aan de burgers van de Hof van Twente. Het asbestbeleid slaagt alleen
als zij erachter staan en zich kunnen vinden in de prioriteiten die de
gemeente heeft gesteld. Daarom is VROM bereid om mee te betalen aan de
communicatie aan het adres van de burger. Die zou bijvoorbeeld vorm
kunnen krijgen in een brochure onder de naam: "Asbest, hoe gevaarlijk
is het nou echt?" De gemeente zal daarvoor wel met andere partners
moeten overleggen, zoals de GGD, de provincie en de VROM-inspectie.
Verder wil de gemeente graag extra mensen aannemen om haar nieuwe
asbestbeleid uit te voeren. De vraag van de wethouder was of dat
personeel voor een deel met het geld betaald kan worden met de fondsen
die de gemeente van VROM krijgt. Gezien het belang van een goede
uitvoering van het beleid vind ik dat zonder meer gerechtvaardigd.
Bovendien is het mogelijk om daarvoor geld in te zetten uit het
Programma Bodemsanering.
Er wacht de gemeente nog veel werk. In elk geval zal zij haar greep op
de asbestketen moeten versterken. Daarvoor zal ze kennis en informatie
met andere partijen uit moeten wisselen, en samenwerken met partners
als de Arbeidsinspectie, de politie en de VROM-inspectie. Een goed
voorbeeld hiervan zijn de Overijsselse initiatieven waarbij de sloop
van asbest uit agrarische gebouwen, zoals stallen, gezamenlijk wordt
gecontroleerd.
Dames en heren,
Terug in de tijd om de zaken recht te zetten kunnen we niet. Maar ik
denk dat de gemeente een uitstekend plan de campagne heeft opgesteld
om de al jaren voortdurende asbestproblematiek op een verantwoorde
manier aan te pakken.
En mijn ministerie werkt samen met dat van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid samen aan een verbeterde regelgeving voor asbest, die
nieuwe vervuiling moet voorkomen.
Ondanks de plannen van de gemeente zijn de inwoners nog niet op korte
termijn van het asbest af. Daarvoor is de vervuiling te wijd
verspreid. Maar de plekken die echt gevaarlijk zijn worden zo snel
mogelijk aangepakt, en voor de rest komt er hopelijk een goed
onderbouwd plan.
Voor de saneringoperatie is kennis van vitaal belang. Daarom is de
tijd die u hier vandaag doorbrengt een goede investering. Ik hoop dat
u bij de betogen en de workshops verrast zult worden met boeiende en
nuttige inzichten, en vooral dat u uw eigen expertise kunt delen en
vergroten.
Ik dank u voor de aandacht.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer