Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

stelselherziening

Reactie van de CG-Raad op de "Hoofdlijnen herziening stelsel curatieve zorg"

Op 6, 7 en 8 april 2004 vergadert de Tweede Kamer over de stelselherziening van de gezondheidszorg. De basis van de discussie is de nota "Hoofdlijnen herziening stelsel curatieve zorg", die de bewindslieden van VWS op 12 maart naar de Kamer hebben gezonden. De CG-Raad heeft op 2 april 2004 aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor VWS een notitie gestuurd, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de standpunten van de CG-Raad op het gebied van:


* de verplichte basisverzekering

* mogelijkheden voor aanvullende pakketten
* de no-claim-regeling

* de zorgtoeslag

* het geneesmiddelenbeleid

* een betere positie van de verzekerden

* de kwaliteit van de zorg

---

Aan: De leden van de vaste kamercommissie voor VWS Betreft: Plenaire vergadering hoofdlijnen stelselherziening curatieve zorg, 6-8 april 2004

Geachte dames en heren,

Hierbij presenteer ik u de notitie van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland m.b.t. het document Hoofdlijnen herziening stelsel curatieve zorg (23619 nr 21) voor de plenaire vergadering op 6,7 en 8 april 2004.

Privaatrechtelijk stelsel met publieke randvoorwaarden

Het kabinet kiest voor een privaatrechtelijk stelsel met publieke randvoorwaarden. In het kader van het zo decentraal mogelijk neerleggen van eigen verantwoordelijkheden (naar zorgverzekeraars, zorgaanbieders, burgers) treedt de overheid terug. Minder regels, minder administratieve lasten. Gereguleerde marktwerking via prikkels voor doelmatigheid en betere prestaties. De rol van de overheid beperkt zich tot het algemene kader: toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg. De CG-Raad plaats kanttekeningen en vragen bij onderdelen van dit nieuwe stelsel curatieve zorg.


1. Verplichte basisverzekering

Per 1 januari 2006 komt er een verplichte basisverzekering voor iedereen met acceptatieplicht voor de verzekeraar, een vastgesteld pakket en verbod op premiedifferentiatie. De CG-Raad is verheugd over deze randvoorwaarden, maar beseft dat dit uitsluitend het basispakket betreft. Punten die de Raad hierbij aantekent zijn: Er is onduidelijkheid over de uiteindelijke omvang van het basispakket. Gaandeweg is het huidige ziekenfondspakket (en Standaardpakket) via pakketmaatregelen ingekrompen en van extra eigen betalingen voorzien. Mogelijk nieuwe bezuinigingen zijn niet uitgesloten. De CG-Raad dringt er sterk op aan het basispakket zo breed mogelijk vast te stellen. Het kabinet moet garanties bieden dat de basisverzekering alle medisch noodzakelijke zorg omvat. Om risicoselectie te voorkomen is er naast de acceptatieplicht een vereveningsysteem dat ertoe bijdraagt dat hoge risico-patiënten voor een verzekeraar worden gecompenseerd. Dit is een ex-ante regeling gebaseerd op vooraf verwachte schadelast. Momenteel bestaat er binnen het ziekenfonds ook een hoge verevening (ex post) waarbij de daadwerkelijke schadelast, die boven een bepaalde grens uitkomt, wordt verevent. In het nieuwe stelsel komt de hoge verevening te vervallen. De CG-Raad is bezorgd dat verzekeraars hierdoor toch mogelijkheden gaan zoeken om verzekerden met gebleken hoge kosten te weren. De Raad vraagt het kabinet naar maatregelen om een dergelijk ongewenst bijeffect te voorkomen.


2. Mogelijkheden voor aanvullende pakketten

De overheid heeft straks uitsluitend nog invloed op de inhoud van het basispakket. Inhoud, acceptatie en premie van aanvullende pakketten wordt overgelaten aan de zorgverzekeraars. De CG-Raad maakt zich hier, namens zijn achterban van chronisch zieken en mensen met een beperking, ernstige zorgen over. Verzekerden kunnen weliswaar jaarlijks overstappen van verzekeraar, maar dat geldt alleen voor de basisverzekering. De Raad heeft volgende vragen en kanttekeningen mbt mogelijkheden voor aanvullende verzekeringen: Wat zijn de mogelijkheden om de basisverzekering en aanvullende verzekeringen bij aparte verzekeraars af te sluiten? Indien de basisverzekering gekoppeld is aan een totaal pakket met aanvullende pakketten, dan is het jaarlijks wisselen van verzekeraar minder makkelijk dan minister Hoogervorst suggereert. Verder wijst de CG-Raad het kabinet erop dat het zgn. stemmen met de voeten kan worden ingeperkt indien verzekeraars aan verzekerden meerjarencontracten gaat aanbieden tegen een lagere premie of een collectieve contract via bijvoorbeeld de werkgever waardoor tussentijds overstappen moeilijker zoniet onmogelijk wordt.

Het CVZ heeft een analyse gemaakt van sturings- en beheersaspecten van zorgverzekeringsstelsels1. Hieruit komt naar voren dat, ongeacht de keuze voor privaat of publiek stelsel, er een duidelijke rol ligt voor de overheid in het voorkomen dat zorgverzekeraars selecteren op gezondheidsrisicos. "Naarmate zorgverzekeraars meer financieel risico lopen en winstuitkeringen mogen doen, is het tegengaan van risicoselectie van groot belang" (CVZ, 2004). Risicosolidariteit tussen gezonde en zieke mensen acht de CG-Raad van groot belang voor kwalitatief goede en betaalbare zorg voor iedereen. De CG-Raad wil graag van het kabinet weten welke maatregelen er genomen worden om (indirecte) risicoselectie bij aanvullende verzekeringen tegen te gaan. Meer keuzevrijheid van aanvullende pakketten zal in de huidige plannen beperkt zijn tot die groep van jonge, gezonde mensen die uit diverse pakketten, met of zonder vrijwillig eigen risico, kunnen kiezen. Afgezien van het financiële risico dat zij lopen, indien zij plotseling ernstig ziek worden, zal de keuzevrijheid voor de achterban van de CG-Raad zeer beperkt zijn. Ze worden simpelweg geweigerd of moeten een torenhoge premie betalen. Verzekerden met een laag inkomen zullen noodgedwongen van gewenste aanvullende zorg af moeten zien. Hier is geen sprake van eigen verantwoordelijkheid maar van sociaal-economische positie. De overheid heeft de plicht om ervoor te zorgen dat iedereen toegang heeft tot medisch noodzakelijke zorg. Hoe voorkomt het kabinet dat verzekeraars medisch noodzakelijke zorg gaan onderbrengen in aanvullende pakketten? Het CVZ ziet naast risicoselectie bij aanvullende pakketten ook mogelijke risicoselectie in de collectieve verzekeringen waar verzekeraars straks de vrije hand hebben om mensen uit te weren. Ook hier zullen mensen met een chronische ziekte of beperking nadelige gevolgen gaan ondervinden, omdat ze voor een collectieve verzekering geweigerd worden.


3. No claim regeling

In plaats van de geplande invoering van een eigen risico van 250 euro per jaar komt er per 1 januari 2005 een no-claim regeling voor ziekenfondspatiënten. De CG-Raad is verheugd over het schappen van het geplande eigen risico. De gedachte achter de no-claim maatregel, namelijk overconsumptie tegengaan, deelt de CG-Raad echter niet. Kostenbewustzijn is prima, maar mensen maken nu eenmaal noodzakelijkerwijs gebruik van zorg en niet voor de lol. Bovendien zijn er allerlei mechanismen aanwezig die zorgvuldig gebruik van zorg kunnen bewerkstellingen. Zo werkt de huisarts als poortwachter, is er een (steeds strenger wordende) indicatiestelling via RIOs en besluiten specialisten welke behandeling iemand nodig heeft. Indien er in deze mechanismen iets mis zou zijn, dan lijkt een maatregel op die betreffende plek wenselijk. Het risico bestaat dat mensen noodzakelijke zorg gaan uitstellen of afstellen (korte termijn denken), waardoor de zorg op den duur duurder wordt en onnodige gezondheidsschade ontstaat. Minister Hoogervorst spreekt van eigen verantwoordelijkheid en zal in de toekomst geconfronteerd worden met oplopende uitgaven voor de zorg. En voor de beheersbaarheid hiervan is hij verantwoordelijk.
De premie gaat met 5,25 euro per maand omhoog (63 euro per jaar) en daar staat geen betere zorg of uitgebreider pakket tegenover. Het is in feite gewoon een lastenverhoging voor verzekerden. De regeling houdt veel mensen onterecht het idee voor dat ze geld kunnen terugkrijgen. Iemand heeft pas voordeel als hij/zij meer dan 63 euro kan terugkrijgen. Onze achterban zal nooit iets terugkrijgen, maar heel veel gemiddelde consumenten ook niet of heel weinig (gemiddeld heeft iemand 167 euro aan zorgkosten in een jaar en kan dus maximaal 20 euro winst behalen). Uit het advies van de Raad van State2 komt naar voren dat de lasten van verzekerden met een slechte gezondheid omhoog gaan t.o.v. verzekerden met een goede gezondheid. De no-claim regeling ondermijnt het hiermee het solidariteitsprincipe.


4. Zorgtoeslag

Duidelijk is dat verzekerden in het nieuwe stelsel meer zelf voor hun zorg moeten gaan betalen. Allerlei compensatieregelingen maken duidelijk dat dit voor een deel van de verzekerden een te grote financiële belasting is. Per 1 januari 2006 moet een zorgtoeslag ingaan voor diegene die meer dan een bepaalde norm aan premie betaalt gezien de hoogte van het inkomen. De CG-Raad plaatst hierbij de volgende kanttekeningen: De zorgtoeslag gaat uitsluitend over de nominale ziektekostenpremie (basisverzekering), niet over premies voor aanvullende pakketten of eigen betalingen. Terwijl juist daar de meeste kosten zullen zijn voor verzekerden. Voor hoge zorgkosten verwijst minister Hoogervorst naar mogelijkheden als bijzondere bijstand, de regeling buitengewone uitgaven en de tegemoetkomingsregeling. Onduidelijk is hoe deze regelingen er in 2006 uit zullen zien. De tegemoetkomingsregeling is in ieder geval tijdelijk van aard (belastingjaren 2003 en 2004). Bovendien zijn deze regelingen slechts deels toereikend.
Worden de premies voor aanvullende verzekeringen door het kabinet geheel vrij gelaten of komt er een maximale totaal premie of een bandbreedte? Welke maatregelen kan het kabinet nemen om te voorkomen dat aanvullende pakketten financieel onbereikbaar worden voor mensen met een laag inkomen?


5. Geneesmiddelenbeleid

Het kabinet beoogt met het geneesmiddelenbeleid een grotere doelmatigheid, besparingen en meer kostenbewustzijn te realiseren. Voor het uitgebreide standpunt op het terrein van het geneesmiddelenbeleid verwijs ik u graag naar een eerdere brief van de CG-Raad, die hierbij opnieuw wordt meegestuurd. Hieronder puntsgewijs de bezwaren van de CG-Raad: De CG-Raad betreurt de keuze van het kabinet voor het cluster model waarbij slechts één geneesmiddel vergoed wordt. Niet alle geneesmiddelen binnen een cluster zijn uitwisselbaar. Het idee dat mensen zomaar kunnen overstappen op andere medicijnen is onterecht. De CG-Raad is tegen therapeutische substitutie. De maatregelen leiden tot veel bijbetalingen voor geneesmiddelen of het noodgedwongen teruggaan naar tweede keus geneesmiddelen met mogelijke gezondheidsschade. De keuzevrijheid neemt af wanneer er binnen een cluster nog slechts één geneesmiddel geheel vergoed wordt. Met name lage inkomensgroepen zullen noodgedwongen voor een goedkoper medicijn moeten kiezen. Van vrije keuze is dan geen sprake.


6. Betere positie van verzekerden

De zorg moet volgens minister Hoogervorst beter aansluiten op de wensen van gebruikers. De CG-Raad is verheugd over deze stellingname. Vraagsturing en keuzevrijheid zijn belangrijke basisvoorwaarden voor de Raad. Maar wensen van zorggebruikers moeten in de praktijk wel verzilverd kunnen worden. Zoals hierboven beschreven zijn er tal van belemmeringen die vraagsturing en keuzevrijheid in de kiem smoren. De minister geeft zorgverzekeraars een regierol en spreekt hen aan als vertegenwoordiger van de vraagzijde. Niets is minder waar. Verzekerden moeten zelf meer invloed krijgen op het zorgaanbod. Zo moeten verzekerden inzage hebben in onafhankelijke, voor iedereen toegankelijke en onderling vergelijkbare gegevens van zorgverzekeraars en aanbieders. Ze moeten als derde partij, naast verzekeraars en aanbieders, meebeslissen over bijvoorbeeld de zorginkoop en de gewenste kwaliteit van de zorg. Dit betekent meer dan stemmen met de voeten. De CG-Raad vraagt het kabinet op welke wijze verzekerden garanties krijgen voor het daadwerkelijk meebepalen van het zorgaanbod. Dit geldt met name voor mensen met een chronische ziekte of beperking die grootverbruikers van zorg zijn en vaak langdurige zorg nodig hebben.


7. Kwaliteit van de zorg

De CG-Raad is bezorgd over de toekomstige kwaliteit van de zorg in een situatie waarbij veel aan de markt wordt overgelaten. Verzekeraars en aanbieders moeten risicovoller gaan ondernemen en dienen daartoe een groot risicoreserve op te bouwen. Geld dat niet meer aan zorg wordt besteed. Het wordt mogelijk om winst aan derden uit te keren (denk aan aandeelhouders) en de vraag is wiens belangen straks gaan prevaleren: die van de patiënt of van andere belanghebbenden?
De Inspectie voor de Gezondheidzorg meent dat de Kwaliteitswet onvoldoende uitwerking heeft. Minister Hoogervorst wil het kwaliteitsbeleid een extra impuls geven. Hoe wil hij dat bereiken? Welke mogelijkheden heeft de overheid hiervoor in een privaatrechtelijk stelsel? Naast prestatievergelijkingen tussen verzekeraars en aanbieders is er volgens de CG-Raad een belangrijke rol weggelegd voor toetsing en beoordeling vanuit cliëntperspectief. Er zijn tal van cliëntentoetsingsorganen die kwaliteitstoetsingen doen. Op welke wijze wil de minister deze toetsingsorganen bij de kwaliteitsbewaking gaan inzetten?

Namens de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

Jan Troost
Voorzitter

---