Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
TRCJZ/2004/2245
datum
05-04-2004

onderwerp
Antwoord kamervragen over verkrachting van paarden

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de leden Eerdmans (LPF), Van Velzen (SP), Waalkens (PvdA) en Wolfsen (PvdA) inzake de verkrachting van paarden (ingezonden 12 maart 2004).

datum
05-04-2004

kenmerk
TRCJZ/2004/2245

bijlage

a. Vragen van de leden Eerdmans en van Velzen

1.
Kent u het bericht over een paardenverkrachter in Utrecht?

Ja.

2.
Kent u het bericht dat de dader vrijuit gaat omdat volgens de wet seks met een dier niet strafbaar is als er geen sprake is van letsel.

Ja.

3.
Deelt u de mening dat ook fysieke integriteit van dieren bescherming verdient? Zo ja, deelt u de mening dat seks met dieren, nu dit een verregaande aantasting van de fysieke integriteit van de dier betekent en dit nooit met toestemming van het dier kan geschieden, onder mishandeling van dieren dient te vallen?

Ik deel uw mening dat het belang van het dier, dat in de veterinaire wetgeving, waaronder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD), als zelfstandig belang is gepositioneerd, bescherming verdient tegen gedragingen waarbij zonder redelijk doel de gezondheid of het welzijn van het dier wordt aangetast. In artikel 36 van de GWWD is hiertoe een algemeen verbod opgenomen, dat ook wel het verbod op dierenmishandeling wordt genoemd.
Onder het bereik van dit artikel vallen niet alleen seksuele handelingen met dieren die leiden tot letsel, maar ook seksuele handelingen die benadeling van de gezondheid of het welzijn van een dier tot gevolg hebben.

4.
Zo ja, bent u bereid om seks met dieren strafbaar te stellen door het op te nemen onder artikel 36 lid 2 jo. atikel 121 lid1 en 122 lid 1 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren?

In artikel 36, tweede lid, van de GWWD zijn gedragingen opgenomen die in elk geval als dierenmishandeling moeten worden gekwalificeerd. De wetgever stelt daarmee buiten elke twijfel dat deze specifieke gedragingen als vormen van dierenmishandeling verboden zijn. Ik beraad me thans op de mogelijkheid om artikel 36, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zodanig aan te passen dat aan de in dat lid reeds genoemde verboden gedragingen alle vormen van bestialiteit worden toegevoegd. Ik zal uw Kamer hierover uiterlijk voor de zomer berichten.

5.
Zo neen, bent u anderszins van plan actie te ondernemen teneinde seks met dieren strafbaar te stellen?

Zie het antwoord onder 4.

b. Vragen van de leden Waalkens en Wolfsen

1.
Deelt u de mening dat artikel 36 lid 1 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, waarin het verbod ligt om zonder redelijk doel of door overschrijding van de toelaatbaarheid bij een dier pijn of letsel te veroorzaken, dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen, reeds de juridische grondslag biedt voor strafrechtelijke vervolging van dierenverkrachters, ook wanneer het dier geen fysiek letsel heeft opgelopen?

Voor een veroordeling op grond van artikel 36, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren moet onder meer bewezen kunnen worden dat door de ten laste gelegde gedraging bij een dier letsel of pijn wordt veroorzaakt, dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier wordt benadeeld. Seksuele gedragingen met dieren kunnen slechts tot een veroordeling op grond van deze bepaling leiden in de gevallen waarin dit bewijs kan worden geleverd.

2.
Deelt u de mening dat het absoluut ongewenst is dat dierenverkrachters nu al jaren wegens onduidelijke formulering van dit wetsartikel onterecht vrijuit gaan? Zo ja, bent u bereid in artikel 36 lid 2 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren onder de verboden gedragingen op te nemen: 'het uitoefenen van seksuele handelingen met een dier wat ten koste gaat van de gezondheid of het welzijn van het dier', zodat seks met dieren (ook zonder letsel) nu ook expliciet strafbaar is?

Ik beraad me thans op de mogelijkheid om artikel 36, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zodanig aan te passen in dier voege dat aan de in dat lid reeds genoemde verboden gedragingen alle vormen van bestialiteit worden toegevoegd.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

PDF-versie van de brief

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel
verkrachting van paarden (PDF-formaat, 36 kB)


---