Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 20018 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2500 EA Den Haag

Uw brief Ons kenmerk
ABG/GA/04/25612

Onderwerp Datum
Wsw 5 april 2004

Tijdens de plenaire behandeling op 1 april jl. van het wetsvoorstel dat voorziet in de overdracht van de Wsw-indicatiestelling van gemeenten naar CWI (29 225) heb ik toegezegd uw Kamer naar aanleiding van de motie Bruls cs. (nr. 13) nader te informeren.

In de motie wordt de regering verzocht om de Europese richtlijn betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, inclusief artikel 19, vóór 1 januari 2005 in nationale wetgeving om te zetten.

Tijdens het debat heb ik deze motie ontraden, mede omdat deze motie niet op mijn beleidsterrein ligt. Wanneer de motie wordt aanvaard zal ik de uitvoering daarvan moeten overdragen aan mijn ambtsgenoot van Economische Zaken. Ook op grond van een aantal inhoudelijke overwegingen ontraad ik de motie.

Artikel 19 maakt het mogelijk dat lidstaten de uitvoering van overheidsopdrachten kunnen voorbehouden aan sociale werkplaatsen of programma's voor beschermde werkgelegenheid indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de handicap geen arbeid in normale omstandigheden kunnen uitvoeren. Hiermee wordt de verminderde concurrentiepositie van organisaties waarin een groot aandeel arbeidsgehandicapten werkzaam is gedeeltelijk gecompenseerd.

Hoewel ik geen concrete aanwijzingen heb dat het verkrijgen van overheidsopdrachten een probleem is voor de SW-bedrijven, sta ik positief tegenover de strekking van het artikel. Het is op dit moment echter nog niet duidelijk of dit artikel ook van toepassing kan worden verklaard op de Nederlandse sociale werkvoorziening, omdat in de Nederlandse Sociale Werkvoorziening de werkgever door middel van een overheidssubsidie per arbeidsplaats al gecompenseerd wordt voor de verminderde arbeidsproductiviteit van arbeidsgehandicapte werknemers.


2

Aan de implementatie van genoemde richtlijn wordt voortvarend gewerkt. Voor de implementatie van de richtlijn staat in principe 21 maanden. Het Ministerie van Economische Zaken heeft aangegeven deze periode hard nodig te hebben om de richtlijn adequaat te kunnen implementeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)