Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Geannoteerde agenda voor de informele bijeenkomst van de EU-defensieministers in Brussel 5 en 6 april 2004

25-3-2004 15:32:00

Op 5 en 6 april a.s. komen de EU-ministers van Defensie informeel bijeen te Brussel. Onderwerp van overleg zijn achtereenvolgens militaire capaciteiten, de Headline Goal 2010, EU "rapid response", het Europees Defensie Agentschap en, in het kader van de EU-overname van SFOR, de EU-Navo-betrekkingen en "lessons learned". Conform de afspraak ontvangt u hierbij een geannoteerde agenda van de bijeenkomst.

Militaire capaciteiten Wat de militaire capaciteiten betreft hecht Nederland aan duidelijke afspraken over het opheffen van de militaire tekortkomingen. Nederland wijst daarom op de noodzaak om de huidige stand van zaken rondom de capaciteitversterking helder vast te leggen in een openbaar document, de Capability Improvement Chart. Het European Capability Action Plan (ECAP) verdient in dat verband nadrukkelijk de aandacht. Nederland zal zich opnieuw sterk maken voor de nodige aansturing van de projectgroepen via de ECAP Roadmap. Tenslotte zal Nederland de lidstaten opnieuw oproepen om optimaal gebruik te maken van de EU Navo Capaciteiten Groep, die kan voorzien in de nodige afstemming tussen het European Capability Action Plan (ECAP) en het Prague Capability Commitment (PCC) van de Navo.

Headline Goal 2010 Tijdens het Ierse voorzitterschap dient conform de opdracht van de Europese Raad een nieuwe capaciteitendoelstelling te worden geformuleerd, de Headline Goal 2010. Dat is nodig om de Europese militaire tekortkomingen ook na 2003 aan te pakken. Hierbij staat kwaliteitsverbetering centraal. Nederland pleit in dat verband voor: 1) de verbetering van het reactievermogen van de EU, een conditio sine qua non voor tijdige en effectieve crisisbeheersing, 2) meer Europese militaire samenwerking, ter vergroting van de effectiviteit en de efficiëntie van de Europese defensie-inspanningen, 3) transparantie tussen de EU en de Navo, ter verzekering van coherentie en synergie, 4) de meetbaarheid van de kwaliteitsverbetering van de Europese militaire capaciteiten, 5) een nulmeting, op basis waarvan de resterende tekorten van de Headline Goal 2003 kunnen worden weggewerkt, en 6) de voltooiing van het ECAP via een Capability Commitment Conference tijdens het Nederlandse voorzitterschap. Langs deze weg kan de bruikbaarheid van de Europese strijdkrachten worden verbeterd.

EU Rapid Response Binnen de ontwikkeling van de EU "Rapid Response" capaciteit staat het initiatief van Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk inzake de "EU Battle Groups" centraal. De Battle Groups kunnen vanaf hun voorgenomen operationalisering in 2007 een belangrijke bijdrage leveren aan de noodzakelijke versterking van het snelle reactievermogen van de Unie en, aldus, aan de bevordering van internationale veiligheid en stabiliteit. Nederland heeft het initiatief dan ook verwelkomd en staat in beginsel positief tegenover deelname. De mogelijkheden in dezen worden thans onderzocht. Met betrekking tot de verdereuitwerking van het initiatief vraagt Nederland in het bijzonder aandacht voor de coördinatie met de NATO Response Force (NRF). De krijgsmachten van de meeste EU- en Navo-lidstaten worden immers gereed gehouden voor inzet in zowel Navo- als EU-geleide operaties. Verder dient het initiatief militair-operationeel zorgvuldig te worden ingevuld, onder meer qua ondersteuning (logistiek, transport, enz.).

Agentschap Het "Agency Establishment Team" bereidt thans de oprichting voor van het Europees Defensie Agentschap. Dit team bestaat uit vertegenwoordigers van 11 lidstaten, waaronder Nederland. De Nederlandse inzet ten aanzien van het Agentschap is ongewijzigd. Het Agentschap dient een centrale rol te krijgen bij de versterking van de Europese militaire capaciteiten. In dat kader dient het Agentschap de harmonisering van militaire behoeftestellingen te bevorderen, alsmede voorstellen te doen voor gezamenlijke verwerving van militaire capaciteiten. Verder moet het Agentschap toezicht houden op de huidige en toekomstige militaire bijdragen van landen aan de Headline Goal, onder meer door kwaliteitscriteria te formuleren en nationale bijdragen te evalueren. Wat betreft de overige taken van Agentschap gaat het wat Nederland betreft om het bijdragen aan de totstandkoming van een competitieve Europese defensiemarkt en aan de versterking van de Europese defensie-technologische en industriële basis. Verder dient het Agentschap een coördinerende en stimulerende rol op Research&Technology gebied toebedeeld te krijgen; nieuwe programmas zijn voorlopig niet aan de orde. Tevens kan het Agentschap stapsgewijs en op termijn onderdak bieden aan de bestaande Europese materieelsamenwerkingsverbanden LOI, OCCAR en WEAG, mits deze zo veel mogelijk voor alle EU-leden openstaan en indien de betrokkenheid van Noorwegen en Turkije in WEAG-verband verzekerd blijft. Andere aandachtspunten betreffen de coördinatie met soortgelijke activiteiten in NAVO-kader, de voldoende betrokkenheid van het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) en, wat eerste pijler aspecten betreft, van de Commissie.

EU-Navo-betrekkingen/lessons learned Bij de agendapunten EU-Navo-betrekkingen en "lessons learned" staat de EU-overname van SFOR centraal. De voorbereidingen hiervoor zijn inmiddels in gang gezet. Het streven is om de missie per 1 januari 2005 te laten overgaan naar de Unie. Nederland verwelkomt dan ook de contacten die de EU en de Navo inmiddels hebben gelegd. Er zullen tijdig afspraken moeten worden gemaakt over de taakverdeling en de samenwerking tussen beide organisaties. De Navo blijft in Bosnië aanwezig, in de eerste plaats om de herstructurering van de Bosnische strijdkrachten te ondersteunen. Verder moet de ondersteuning van de toekomstige EU-missie door de Navo via "Berlijn plus" (in het bijzonder de gebruikmaking van de Navo-commandostructuur) worden geregeld. Ook dringt Nederland aan de nodige aandacht te schenken aan de feitelijke overdracht van taken en bevoegdheden. Dat moet vlekkeloos verlopen. De "lessons learned" van de eerste militaire EU-operatie Concordia ( in Macedonië) dienen daarom bij de overname van SFOR te worden betrokken. Deze operatie, die afgelopen december is overgegaan in de EU-politiemissie Proxima, werd namelijk ook ondersteund door de Navo. Van bijzonder belang is verder de verzekering van de nodige coördinatie tussen de civiele en militaire EU-instrumenten in Bosnië. Nederland zet zich hiervoor in.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Nieuws