CBS

Consumptie in januari 0,1 procent lager

Het volume van de binnenlandse consumptie door huishoudens was in januari 0,1 procent kleiner dan in januari 2003. In de tweede helft van 2003 werd nog bijna 2 procent minder geconsumeerd dan een jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De ontwikkeling van de consumptie in januari hing deels samen met een gunstiger koopdagenpatroon en de gevolgen van beleidsmaatregelen in de zorg. Zonder deze effecten zou de ontwikkeling van de consumptie in januari ruim een half procentpunt lager zijn uitvallen. Ook dan is de daling van de consumptie echter kleiner dan in de afgelopen maanden.

Kleinere afname bij goederenconsumptie
De ontwikkeling van de consumptie in januari 2004 is opwaarts beïnvloed door een verschil in de samenstelling van de koopdagen vergeleken met januari 2003. Januari dit jaar telde een zaterdag meer en een woensdag minder dan januari 2003. Dit had vooral effect op de consumptie van goederen. Aan goederen werd in januari voor prijsverandering gecorrigeerd 1,2 procent minder uitgegeven dan in januari 2003. Zonder de gunstiger samenstelling van de koopdagen was het volume van de bestedingen aan goederen in januari 1,6 procent kleiner dan een jaar eerder. Hiermee is de maandelijkse teruggang beduidend kleiner dan in de tweede helft van 2003. Toen werd er voor prijsverandering gecorrigeerd per maand gemiddeld 3,5 procent minder besteed aan goederen. Aan diensten is in januari 1,1 procent meer besteed dan een jaar eerder. Bij deze consumptiecategorie was de invloed van het verschil in de samenstelling van de koopdagen minder groot dan bij de goederen.

Consumptie diensten hoger door beleidsmaatregelen
De bestedingen in januari 2004 werden niet alleen opwaarts beïnvloed door een verschil in de samenstelling van de koopdagen met januari 2003. Als gevolg van beleidsmaatregelen in de zorg vond een verschuiving plaats van de consumptieve bestedingen door de overheid naar de consumptie door huishoudens. Met ingang van 1 januari 2004 zijn de huishoudens meer zelf gaan betalen voor medische en maatschappelijke zorg. Hierdoor kwam met name de consumptie van diensten hoger uit.

Technische toelichting
Dit persbericht beschrijft de ontwikkeling van de Consumptie door huishoudens. De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën: voedings- en genotmiddelen (in 2003 aandeel 14 procent), duurzame goederen (21 procent), overige goederen (14 procent) en diensten (51 procent). Het gaat bij de binnenlandse consumptie om de uitgaven op Nederlands grondgebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen. Het in de tabel opgenomen begrip 'nationale consumptie' bevat in tegenstelling tot de term 'binnenlandse consumptie' wel de bestedingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De groeicijfers in dit persbericht zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de overeenkomstige periode een jaar eerder. De gegevens zijn nog voorlopig. De volumemutaties geven de voor prijsveranderingen gecorrigeerde ontwikkeling van de bestedingen weer. Voor het berekenen van de prijsontwikkeling is gebruik gemaakt van het basismateriaal van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS. Verschillen in de samenstelling van de koopdagen tussen de perioden die vergeleken worden, kunnen vooral bij de maandcijfers van de consumptie voor sterke schommelingen zorgen. Zo wordt op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een zondag, maandag of dinsdag. Bij kwartaal- of jaarcijfers zijn de effecten van deze verschillen evenwel betrekkelijk gering. In de reeks koopdaggecorrigeerde volumemutaties wordt met deze effecten rekening gehouden. De koopdagcorrecties zijn bepaald met behulp van seizoencorrectietechnieken. Per 2004 zijn er enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de Ziekenfondswet en de AWBZ. Deze beleidsmaatregelen brengen een verschuiving teweeg van de consumptie door de overheid naar de consumptie door huishoudens. De consumptie door huishoudens komt hierdoor gemiddeld per maand zo'n 0,3 procentpunt hoger uit dan een jaar eerder. De macro-economische maandconsumptiecijfers sluiten aan bij de concepten en definities van de Nationale rekeningen en de uitkomsten van de reguliere Kwartaalrekeningen van het CBS.

PB04-050
2 april 2004
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht