Ministerie van Algemene Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postadres der Staten-Generaal Postbus 20001 Plein 2 2500 EA Den Haag 2511 CR Den Haag Bezoekadres
Binnenhof 19, Den Haag

Datum Kenmerk 2 april 2004 04M464826

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Duyvendak (GL), d.d. 23 maart 2004, nr. 2030411010.

De MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

mr. dr. J.P. Balkenende

Vragen van het lid Duyvendak (GL) d.d. 23 maart 2003, nr. 2030411010
---


---


1. Is het waar dat de RVD als 23 jaar lang de beleidslijn hanteert dat de media tijdens staatsbezoeken het staatshoofd niet mogen citeren, maar alleen mogen parafraseren ? 1)


2. Zo ja, bevordert dit niet juist ­ nu de uitdrukking "de leugen regeert" een eigen leven is gaan leiden ­ dat de (of een ) leugen kan regeren ?


3. Deelt u de mening dat het uit de tijd is om nog langer het staatshoofd en de premier, die voor haar ministerieel verantwoordelijk is, op deze wijze te beschermen ?


4. Deelt u de opvatting dat het handhaven van deze lijn tot meer frustratie bij de media zal leiden en dat dit het ook voor kamerleden onnodig moeilijk maakt om een parafrasering van de woorden van het staatshoofd te duiden én te bepalen of de ministeriële verantwoordelijkheid van toepassing is ?


5. Is het waar dat de RVD media verbiedt om na afloop van een werkbezoek vragen te stellen aan het staatshoofd over de inhoud van het werkbezoek of te vragen hoe zij het werkbezoek heeft ervaren ?


6. Is hier niet ook onnodig voor een terughoudende opstelling gekozen ?


7. Bent u op dit punt bereid te bevorderen dat deze beleidslijn heroverwogen wordt ?


1) HP/De Tijd, 30 januari jl.

Pagina

2/2

Antwoorden op de vragen van het lid Duyvendak (GL) d.d. 23 maart 2003, nr. 2030411010
---


---


1-3, 5 De ministeriële verantwoordelijkheid van de ministers voor de onschendbare Koning is
verankerd in artikel 42, tweede lid, van de Grondwet. De betekenis van de ministeriële verantwoordelijkheid is onlangs aan de orde gekomen in een debat met de Eerste Kamer op 9 maart jl. De specifieke taak van de RVD op dit punt is vastgelegd in het koninklijk besluit van 13 december 1965. De beleidslijn van de RVD ten aanzien van staatsbezoeken, inhoudende dat hetgeen H.M. de Koningin daarbij zegt niet citeerbaar is, sluit hierbij aan. Dit geldt ook voor andere bezoeken. Daarbij kan de RVD niet verbieden. Het is de taak van de RVD het kader te formuleren waarbinnen bij bezoeken gesprekken met de media kunnen plaatsvinden.

4,6, 7 Nee.

Pagina

3/3