Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Beantwoording vragen betreffende de uitvoering van de motie Tonkens / Arib

Vragen PvdA-fractie

1.
Kan de minister aangeven waarom de extra middelen uitsluitend ten goede komen aan die instellingen waar sprake is van `beschikbare spoedeisende zorg' volgens de door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) gestelde definitie? Hoe gaat de minister met de maatregel om indien de eisen waaraan moet worden voldaan, slechts gedeeltelijk worden gehaald?

1.
Eén van de voorwaarden voor de beschikbaarheidstoeslag is de voorwaarde dat spoedeisende zorg beschikbaar is. Het CTG geeft in beleidsregel I-647 aan dat er sprake is van beschikbare spoedeisende zorg indien minimaal een spoedeisende eerste hulp verpleegkundige in de ziekenhuislocatie aanwezig is en een specialist binnen 15 minuten op de locatie aanwezig kan zijn. Dit moet 24 uur per etmaal het geval zijn. Deze voorwaarden zijn nodig om te waarborgen dat met het geld de spoedeisende ziekenhuiszorg in een bepaalde regio ook echt beschikbaar is. Als ik bijvoorbeeld de voorwaarde van 24 uur niet zou stellen, zouden instellingen de beschikbaarheidstoeslag kunnen gebruiken voor een SEH-functie tijdens kantooruren. Dit zou betekenen dat in de avonduren de ziekenhuiszorg nog steeds niet beschikbaar zou zijn. Door duidelijke voorwaarden te stellen wil ik dit voorkomen.
Het is overigens zo dat voor mij een doelmatige oplossing voorop staat. Als via een alternatieve goedkopere maatregel elders in de zorgketen een SEH-afdeling wel binnen 45 minuten bereikbaar kan worden, maakt beleidsregel I-647 dat mogelijk (bijvoorbeeld het verplaatsen van een ambulancestandplaats).

2.
Kunt u aangeven waarom de middelen uitsluitend worden ingezet voor de uitbreiding van de capaciteit van specialisten en niet ten goede komen aan ondersteunende en facilitaire zaken?

2.
Dit is een misverstand. De toeslag bevat een vergoeding voor zowel de extra specialisten als de uitbreiding van het ondersteunend personeel en materieel.

3.
In hoeverre zullen ziekenhuizen in staat zijn in het geval van exploitatietekorten met de verzekeraars op lokaal niveau overeenstemming te bereiken? Kunt u een inschatting maken in hoeverre deze tekorten kunnen leiden tot schending van de door u gestelde bereikbaarheids- en kwaliteitseisen?

3.
Ik verwacht niet dat exploitatietekorten zullen beletten dat op lokaal niveau overeenstemming wordt bereikt. De beschikbaarheidstoeslag dient juist om exploitatietekorten als gevolg van relatief hoge beschikbaarheidskosten te voorkomen. De toeslag is voldoende om aan de gestelde bereikbaarheids- en kwaliteitseisen te voldoen.

4.
Kunt u aangeven wat uw mogelijkheden zijn indien verzekeraars en zorgaanbieders er niet in slagen overeenstemming te bereiken over uitbreiding van de capaciteit, over extra investeringen in bereikbaarheid?

4.
Het systeem is zo ingericht dat ik onder de beschreven voorwaarden middelen beschikbaar stel om de bereikbaarheid van ziekenhuiszorg te waarborgen. Als partijen er niet uitkomen is er de Landelijke Adviescommissie Lokaal Overleg (Lalo) procedure.

5.
Wat zijn uw mogelijkheden indien de extra ter beschikking gestelde middelen niet leiden tot verbetering van de bereikbaarheid van kleine ziekenhuizen, dan wel in de situatie waarin ziekenhuizen niet kunnen aangeven op welke wijze de middelen zijn aangewend?

5.
Deze situatie wordt voorkomen doordat het ziekenhuis en de verzekeraar vooraf afspraken maken over de manier waarop de beschikbaarheid zeker gesteld wordt en over de hoogte van de daarmee gemoeide kosten. De verzekeraar zal het ziekenhuis ook aanspreken op het naleven van de gemaakte afspraken.

Vragen VVD-fractie

6.
Hoeveel en welke (kleine) ziekenhuizen vallen op dit moment onder de voorwaarden zoals geformuleerd in de nieuwe beleidsregel voor de beschikbaarheidstoeslag? Op hoeveel geld kunnen zij ieder rekenen na goedkeuring van de beleidsregel?

6.
Tien ziekenhuislocaties vallen op dit moment onder de voorwaarden zoals geformuleerd in beleidsregel I-647. De locatie Emmeloord van de IJsselmeerziekenhuizen, Van Weel- Bethesda in Dirksland, Talma Sionsberg in Dokkum, Delfzicht in Delfzijl, Bethesda in Hoogeveen, de locatie Zevenaar van de Alysis zorggroep, Sint Lucas in Winschoten, Refaja in Stadskanaal, Streekziekenhuis Coevorden-Hardenberg in Hardenberg en de locatie Oldenzaal van het Medisch Spectrum Twente. Ik kan u geen overzicht geven van de bedragen die instellingen ontvangen in het kader van de beschikbaarheidstoeslag omdat dat afhankelijk is van het lokale overleg tussen verzekeraar en ziekenhuis. Dat lokale overleg is op veel plaatsen nog gaande.

7.
De omvang van de financiële middelen wordt gekoppeld aan onder andere de adherentie. Wat betekent dit voor kleine ziekenhuizen die doorgaans liggen in gebieden met een lagere adherentie?

7.
De toeslag is juist bedoeld voor de ziekenhuizen met een lage adherentie. Door de relatief lage adherentie hebben deze ziekenhuizen met de huidige bekostigingssystematiek vaak een te lage productie om een afdeling SEH 7x24 uur te bekostigen. De beschikbaarheidstoeslag

biedt deze ziekenhuizen de mogelijkheid maatregelen te treffen waardoor het beter mogelijk wordt op kleinere ziekenhuislocaties de SEH draaiende te houden.

Vragen GroenLinks-fractie

8.
Deelt u de mening dat u de genoemde motie nog niet hebt uitgevoerd, omdat in beide beleidsregels niet het type voorwaarden staan waar de eerste ondertekenaar op doelde? 8.
In de genoemde motie staat dat de regering geen voorwaarden stelt waaraan ziekenhuizen dienen te voldoen teneinde op extra geld aanspraak te maken. Ik ben van mening dat ik die voorwaarden juist wel gesteld heb en dat die zijn uitgewerkt in beleidsregel I- 647. Die voorwaarden zijn naar mijn mening ook voldoende om een doelmatige besteding van middelen te waarborgen.

9.
Bent u van plan alsnog wel bedoelde voorwaarden op te stellen waaraan gefuseerde of samenwerkende ziekenhuizen moeten voldoen alvorens extra geld te ontvangen? Aan welke voorwaarden naast de genoemde door de GroenLinks-fractie, namelijk afspraken over samenwerking, bereidheid van specialisten om op twee locaties te werken, maatschappelijk ondernemerschap en democratische verantwoording, denkt u nog meer?

9.
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 8.

10.
Hoe staat het met uw toezegging te overleggen met Zorgverzekeraars Nederland of in de gesprekken die de daarbij aangesloten leden aangaan met de betrokken ziekenhuizen specifiek aandacht moet worden gegeven aan bovengenoemde voorwaarden?

10.
Inmiddels heeft het gesprek met Zorgverzekeraars Nederland plaatsgevonden.

Vragen SGP-fractie

11.
De beleidsregel beschikbaarheidstoeslag (I-647) is erop gericht om bestaande ziekenhuislocaties die nodig zijn voor de bereikbaarheid in stand te houden. Is deze beleidsregel een garantie dat deze locaties in stand blijven? Zo nee, wat is de beleidsinzet als een dergelijke locatie gesloten dreigt te worden? Welke bevoegdheden heeft de minister om in dat geval aanwijzingen te geven ten behoeve van dergelijke voor de bereikbaarheid noodzakelijke ziekenhuislocaties waarvan de directie niet bereid is de locatie in stand te houden?

11.
De beleidsregel is geen garantie dat deze locaties in stand blijven. Ik kan ziekenhuizen met een beschikbaarheidstoeslag stimuleren de SEH 7x24 uur open te houden. Als ziekenhuizen hiervan echter geen gebruik willen maken, kan ik hen alsnog proberen te overtuigen maar dwingen kan ik hen uiteindelijk niet. Met de huidige Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) heb

ik slechts beperkte sturingsmogelijkheden om bereikbare ziekenhuiszorg te waarborgen. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om individuele ziekenhuizen te verplichten een afdeling SEH op een bepaalde locatie open te houden. Wat wel mogelijk is, in geval van vergunningsplichtige bouw, is te toetsen of de nieuwe plannen beleidsmatig wenselijk zijn. Dit doe ik dan ook.

12.
Wat wordt bedoeld met de zinsnede in voorwaarde 2.2.2 dat aan het absoluut minimum van 2.5 FTE-specialisten per vakgroep ook invulling kan worden gegeven door samenwerking met andere ziekenhuisorganisaties of ­ locaties? Betekent deze voorwaarde dat bijvoorbeeld ook volstaan zou kunnen worden met niet-aanwezige specialisten? 12.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) geeft aan dat minimaal 2,5 FTE specialist per 7x24-uurs vakgroep werkzaam moet zijn. Dit aantal is gebaseerd op het uitgangspunt dat ondanks vakantie, bij- en nascholing et cetera, altijd twee specialisten beschikbaar moeten zijn om 7x24-uurszorg te kunnen waarborgen. Eén van die twee medisch-specialisten heeft dienst en moet binnen 15 minuten in het ziekenhuis aanwezig kunnen zijn. Het is dus niet zo dat altijd 2,5 FTE specialisten in het ziekenhuis aanwezig moeten zijn.

13.
Wat zijn de consequenties als het lokaal overleg tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar uit de voorwaarden 2.2.4 en 2.2.6, over ondermeer exploitatietekorten, geen resultaat heeft? Kan het gevolg daarvan zijn dat de desbetreffende locatie niet in stand blijft?

13.
Als het lokaal overleg geen resultaat heeft, wordt er geen aanspraak gemaakt op de beschikbaarheidstoeslag. Ik verwacht trouwens niet dat het al dan niet hebben van een negatief exploitatieresultaat hiervoor de reden zal zijn. Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoorden op vraag 3 en vraag 11.

14.
Waarom is in voorwaarde 3.1 opgenomen dat de extra middelen `ten hoogste' 110 zijn? Op basis waarvan wordt het precieze toe te kennen bedrag per adherente inwoner bepaald?

14.
Ziekenhuizen ontvangen het bedrag dat de uitkomst is van onderhandelingen tussen ziekenhuis en verzekeraar over een plan om de bereikbaarheid te waarborgen. Ziekenhuizen kunnen daarbij in ieder geval niet méér ontvangen dan het door het CTG vastgestelde maximumbedrag van 110 per adherente inwoner. Dit bedrag bevat de loonkosten, de materiële kosten en de artskosten om een locatie 7x24-uur zorg te laten leveren.


---- --