Reactie minister Dekker bij ontvangst rapport Woonbond
'bewonersinvloed bij herstructurering' 1 april 2004
Dank u voor dit doorwrochte rapport. Ik heb het gisteren al even mogen
inzien, dus zal ik nu in algemene zin reageren. Later kom ik met een
uitgebreidere reactie.
Gisteren was ik in Leeuwarden en heb daar mooie voorbeelden van
bewonersinvloed gezien. In mijn agenda moet veel wijken voor
dergelijke werkbezoeken aan herstructureringsgebieden. Dat is een
welbewuste keuze.
Bij die werkbezoeken spreek ik met officials en vertegenwoordigers,
maar als het even kan ook met willekeurige buurtbewoners. Zo breng ik
voor mijzelf de wereld van de nota's en de plannen-van-aanpak samen
met de alledaagse werkelijkheid van bewoners.
Dat is vaak heel verhelderend. Goede bedoelingen ontmoeten de
weerbarstige realiteit.
De vinger op de zere plek.
Bovendien: iedere wijk is anders. Herstructurering moet daarom altijd
maatwerk zijn, naar stad, wijk en buurt. Dit is ook voor een goede
menging van belang. Het is voor mij volstrekt duidelijk dat
herstructurering niet zonder goed georganiseerde bewonersparticipatie
kan. Gelukkig hoor ik veel positieve geluiden van bewoners over hun
invloed bij de aanpak van hun prioriteitswijk.
Mijn indrukken zijn natuurlijk niet altijd representatief. Ik ben
daarom blij dat de Woonbond heeft onderzocht hoe partijen in de
herstructurering de bewonersinvloed zien. Wat mij daarbij het eerste
opvalt is dat géén van de partijen inspraak als een belangrijke
vertragende factor ervaart en dat iedereen de urgentie van de
herstructurering onderschrijft. Dit is een belangrijke constatering,
want vertraging wordt vaak genoemd als reden om bewonersparticipatie
te beperken. En nu blijkt dat de winst juist aan de voorkant zit.
Daarna valt op dat over een aantal onderwerpen wél sterk afwijkende
beelden bestaan. Ongeveer de helft van de bewonersorganisaties vindt
dat ze te weinig en te laat betrokken wordt bij de planvorming en de
feitelijke inspraak.
Gemeenten en corporaties hebben daar vaak een ander beeld van. Dat
geldt ook voor de perceptie van werkelijke invloed op de aanpak van de
wijk. Er is echter een duidelijk onderscheid tussen betrokken worden
en geïnformeerd zijn.
Geld voor bewonersondersteuning is volgens bewonersorganisaties
schaars terwijl gemeenten en corporaties een ander beeld schetsen van
geldelijke ondersteuning van deze partijen. Een goed voorbeeld kwam ik
tijdens mijn werkbezoek gisteren in Leeuwarden tegen. De
bewonersvereniging had voor een klein bedrag van de gemeente een
architect als adviseur ingehuurd. Dit bleek zo nuttig dat de betrokken
corporatie nu de architect betaalt.
Het lijkt er toch op dat verwachtingen van partijen aan het begin van
een wijktraject beter op elkaar afgestemd kunnen worden.
Minder miscommunicatie tussen betrokkenen voorkomt frustratie en
bevordert betrokkenheid. En daarmee is mogelijke vertraging opgelost.
Ernstig is de constatering in het rapport dat meer dan de helft van de
gemeenten en corporaties geen huurdersorganisaties bij de
prestatieafspraken voor de 50-wijkenaanpak betrekt.
Dat is eigenaardig, want iedereen onderschrijft het belang van de
herstructurering en het belang van draagvlak bij bewoners. Wat zou
VROM - wat zou ik - hier kunnen betekenen?
Nieuwe VROM-richtlijnen voor het meedoen van bewoners, lijkt mij geen
goed idee. We willen juist minder voorschrijven vanuit Den Haag.
Zoveel mogelijk ruimte laten voor oplossingen in de wijk, die
betrokkenen zélf ontwikkelen. Die dynamiek is niet gediend met nieuwe
regeltjes, wel met onze steun in menskracht en expertise.
Om te beginnen is VROM actief in de steden en in de wijken via de
VROM-accounts die in gesprek zijn met corporaties, gemeenten,
marktpartijen maar ook met bewonersorganisaties.
Daarnaast ondersteunt VROM het landelijk samenwerkingsverband
aandachtswijken (LSA) financieel en met expertise. Ook heb ik het
initiatief genomen om het Burgerplatform VROM in te stellen waarin 20
burgers mij direct adviseren, onder meer over de problematiek in de 56
wijken.
Op het binnen kort te houden congres rondom de 56 wijken nodig ik
eveneens vertegenwoordigers uit van deze wijken, het burgerplatform en
LSA.
U ziet, ik geef mijn betrokkenheid op dit thema handen en voeten.
Ik realiseer me echter dat regels soms toch nodig zijn. Bijvoorbeeld
als partijen er - ook met onze steun - samen niet meer uitkomen.
Concreet bedoel ik de verhuiskostenvergoeding voor huurders die
vanwege renovatie of sloop moeten verhuizen.
Ik heb inmiddels de voorbereidingen getroffen om deze vast te stellen
conform het NIBUD-advies. We zullen de maatregel monitoren.
Dames en heren,
Het uiteindelijke resultaat van de inspanningen staat mij duidelijk
voor ogen. Álle betrokken partijen moeten zich gebonden weten aan de
prestatieafspraken die we voor de
56 prioriteitswijken maken. Herstructurering is immers maatwerk voor
mensen. Dat kan niet zónder die mensen. Bewonersparticipatie moet dus
worden opgepakt. Als dát gebeurt kan de herstructurering snel en goed
gebeuren.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer