College Bescherming Persoonsgegevens
2 april 2004
Rechter verwerpt beroep handelsinformatiebureau X tegen handhaving CBP
De Rechtbank Den Haag heeft het College bescherming persoonsgegevens
(CBP) in het gelijk gesteld bij zijn handhavingsactie tegen
handelsinformatiebureau X. Het CBP heeft terecht gesteld dat Bureau X
structureel in strijd met de privacywetgeving handelde, zo oordeelt de
rechter. Uit het rapport Onrechtmatig, onbehoorlijk en onzorgvuldig.
De verwerking van persoonsgegevens door een handelsinformatiebureau
voor rapportage van verhaalsinformatie is volgens de rechter
onmiskenbaar af te leiden dat Bureau X op onrechtmatige en
onbehoorlijke wijze persoonsgegevens heeft verwerkt. Daarnaast was er,
naar het oordeel van de rechter, sprake van oplichtingpraktijken bij
het verkrijgen van informatie.
Het CBP legde in mei 2003 een last onder dwangsom op aan Bureau X,
wegens het op grote schaal begaan van overtredingen van de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP). Deze last hield in dat X zich moet
houden aan de privacywetgeving bij het verzamelen van
handelsinformatie. Nadat het CBP bij heroverweging de last onder
dwangsom handhaafde, tekende Bureau X beroep aan bij de
bestuursrechter. Bureau X startte tevens een rechtszaak om de last
onder dwangsom door te rechter te laten schorsen, om hiermee te
bewerkstellingen dat het CBP geen controleonderzoek kon uitvoeren naar
het naleven van de last. De rechter heeft in beide zaken uitspraak
gedaan en Bureau X in het ongelijk gesteld.
In beide rechtszaken speelde de formulering van het CBP van de last
onder dwangsom een belangrijke rol. Bureau X stelde dat de last
dusdanig algemeen geformuleerd zou zijn dat deze in strijd zou zijn
met de rechtszekerheid. De rechter is echter van mening dat zowel uit
de toelichting van het CBP in zijn antwoord op het bezwaarschrift als
uit de Gedragscode inzake het verwerken van persoonsgegevens van de
Nederlandse Vereniging van Handelsinformatiebureaus voor X duidelijk
genoeg blijkt hoe zij geacht wordt om te gaan met de verwerking van
persoonsgegevens en in welke gevallen zij een dwangsom verbeurt.
Eerdere berichten hierover:
* Bezwaar Bureau X tegen last onder dwangsom ongegrond
28 augustus 2003
* CBP legt handelsinformatiebureau X last onder dwangsom op
22 mei 2003
* Handelsinformatiebureau krijgt moeiteloos persoonsgegevens los
17 april 2003
Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten
die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het
gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een
vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van
persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP
toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en
gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van
een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop
persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in
overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.
Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd.
Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP
overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.
Uitspraak van de Rechtbank Den Haag
Zie het origineel