LBR-bericht
Rotterdam, 2 april 2004
Betere bescherming tegen discriminatie
Wie zijn werkgever wegens discriminatie aanklaagt, mag daar geen nadelige gevolgen van ondervinden. Intimidatie op het werk wegens afkomst is niet toegestaan. Als iemand een discriminatieklacht indient, zal de wederpartij in veel gevallen moeten bewijzen dat hij niet heeft gediscrimineerd.
Dit zijn enkele van de wijzigingen die met ingang van 1 april in de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) zijn opgenomen. Als gevolg van Europese regels moet Nederland aan mensen die wegens hun ras of etnische afkomst, godsdienst, seksuele voorkeur, handicap of leeftijd gediscrimineerd worden, een betere bescherming bieden. Voor de laatst genoemde gronden, handicap en leeftijd, worden aparte wetten ingevoerd.
In de Awgb stonden al maatregelen tegen discriminatie, maar de Europese regels hebben die bescherming uitgebreid. Door de wetswijziging wordt het lastigvallen op het werk of in onderwijssituaties nu expliciet in de wet genoemd. Voor de wetswijziging al, beschouwde de Commissie Gelijke Behandeling (CGB), die klachten over discriminatie beoordeelt, intimidatie als vorm van discriminatie.
Een belangrijke versterking van de positie van een slachtoffer van discriminatie is de regel dat de wederpartij iemand die klaagt over discriminatie niet mag benadelen. Dat houdt in dat bijvoorbeeld een werkgever niet mag weigeren een werknemer te bevorderen vanwege het feit dat die een klacht bij de CGB indiende. Ook een school mag geen represailles nemen tegen een klagende leerling. Een verdere versterking van de positie van een slachtoffer van discriminatie is de verdeling van de bewijslast. Dat houdt in dat degene die klaagt over discriminatie, weliswaar feiten naar voren moet brengen die doen vermoeden dat er sprake is van discriminatie, maar dat op de wederpartij de plicht ligt te bewijzen dat er niet werd gediscrimineerd.
Een VVD-voorstel om de al bestaande regeling voor het voeren van een voorkeursbeleid in te trekken, haalde het in de Tweede Kamer niet. Ook onder de nieuwe wet mogen werkgevers daarom regelingen hanteren waarin de voorkeur wordt gegeven aan een vrouw of iemand uit etnische minderheidsgroepen, als er sprake is van gelijke geschiktheid.
Het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) reageert met tevredenheid op de inwerkingtreding van de wet. Toch roept het LBR de regering op om bij een volgende wijziging van de Awgb er voor te zorgen dat ook verenigingen en stichtingen een beroep op de wet kunnen doen. In veel gevallen zijn deze rechtspersonen uitgesloten van procedures bij de CGB. Tevens acht het LBR het gewenst dat zwaardere sancties, zoals een rechterlijke boete of het opleggen van een schadevergoeding, tegen overtreding van de wet kunnen worden opgelegd.
--------------------
De tekst van de nieuwe wet is te zien op www.lbr.nl/wetgeving/rechtenwet/wet_awgb.html.
--------------------
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mr. D.C. Houtzager, juridisch beleidsadviseur, tel. 010-2010201 of houtzager@lbr.nl.
---------------------
LBR
Schaatsbaan 51
3013 AR Rotterdam
Tel: 010-2010201
Fax: 010-2010222
Internet: www.lbr.nl
Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.Dit elektronisch bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. Wij adviseren u om bij twijfel over de juistheid of de volledigheid van dit bericht contact op te nemen met afzender.
No rights can be derived from this message.This electronic message is intended only for the addressee. Should you have received this message in error, you are kindly requested to delete it and inform the sender. Should you question the accuracy or the completeness of this message, you are advised to contact the sender.
Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie