College Bescherming Persoonsgegevens
1 april 2004
Politie weigert verzoek tot kennisname terecht
De politie IJsselland, Kernteam Noord- en Oost Nederland, heeft mogen
weigeren mededeling te doen op een inzageverzoek op grond van de Wet
politieregisters (Wpolr), zo heeft het College bescherming
persoonsgegevens (CBP) geoordeeld in een verzoek om bemiddeling. Naar
aanleiding van het artikel `Turkse maffia actief in de politiek' uit
de Volkskrant van 9 december 2002, wilde de verzoeker weten of en zo
ja welke persoonsgegevens over hemzelf opgenomen waren in de
politieregisters. Het krantenartikel is gebaseerd op de Algemene
Criminaliteitsbeeldanalyse (CBA) Turkije 2000-2001, uitgevoerd door de
politie IJselland
De verzoeker, zelf van Turkse afkomst en lid van de Provinciale
Staten, voelt zich rechtstreeks aangesproken door de stelling in de
CBA dat gebleken is dat personen uit Turkse criminele groeperingen
betrokken zijn bij de lokale en provinciale politiek. De politie heeft
geweigerd mededeling te doen of verzoeker voorkomt in de
politieregisters, op de grond dat de goede uitvoering van de
politietaak en de veiligheid van derden dat noodzakelijk maken. De
politie geeft aan dat in dit geval de belangen van derden en van de
goede uitvoering van de politietaak zwaarder moeten wegen dan het
belang van de verzoeker.
Het CBP kan zich vinden in de afweging dat in het belang van het
onderzoek en de verkregen informatiepositie er geen mededeling gedaan
is over de vraag of het onderzoek ook betrekking heeft gehad op de
verzoeker. Naar het oordeel van het CBP behoort dit tot de goede
uitvoering van de politietaak. Het CBP benadrukt dat het oordeel
anders kan uitvallen naarmate de kring van onderzochte personen
kleiner is en het belang van de verzoeker tot kennisneming daarmee
klemmender wordt.
Bemiddeling bij verzoeken tot kennisneming
Om duidelijkheid te krijgen of en zo ja welke persoonsgegevens zijn
vastgelegd in een politieregister is het mogelijk een verzoek tot
kennisneming in te dienen bij de politie. De politie moet dan
informatie verstrekken over welke gegevens zijn vastgelegd, waar die
gegevens vandaan komen en aan wie deze zijn verstrekt. De politie kan
op grond van de Wet politieregisters (Wpolr) een verzoek tot
kennisneming weigeren als dit noodzakelijk is voor de goede uitvoering
van de politietaak of als zwaarwegende belangen van derden dit
noodzakelijk maken. Het CBP kan bemiddelen bij een verzoek tot
kennisneming als de politie niet binnen de wettelijke termijn van 4
weken reageert of als er niet naar tevredenheid is gereageerd. Meer
informatie is te vinden in het informatieblad Uw gegevens bij de
politie.
Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten
die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het
gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een
vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van
persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP
toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en
gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van
een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop
persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in
overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.
Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd.
Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP
overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.