Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Arib over het vaccin tegen pneumokokken. (2030408800)

1
Herinnert u zich de eerdere antwoorden op schriftelijke vragen 1) waarin u werd gevraagd om uw standpunt met betrekking tot het opnemen van het vaccin tegen pneumokokken in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) te herzien?

1
Ja.

2
Bent u op de hoogte van het feit dat het advies van de Gezondheidsraad in januari 2002 voor opname van het vaccin in het RVP wordt bevestigd door zeer positieve resultaten van wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de te behalen gezondheidswinst en effecten onder niet-gevaccineerden (de zogenaamde groepsimmuniteit)?

3
Hoe beoordeelt u op dit moment de kosteneffectiviteit van het pneumokokkenvaccin?

2 en 3
Het is mij bekend dat uit recent onderzoek naar voren is gekomen dat met name de groepsimmuniteit ten gevolge van vaccinatie ook geldt voor hogere leeftijden dan oorspronkelijk was aangenomen. Hierdoor neemt de gezondheidswinst onder die groepen toe. Toch is de kosteneffectiviteit van het vaccin als gevolg van de prijs die de fabrikant hier momenteel voor vraagt nog steeds zeer ongunstig. Ik handhaaf daarom het beleid van mijn voorgangster, zolang de door de fabrikant gevraagde prijs niet aanmerkelijk daalt.

4
Bent u op de hoogte van het feit dat jaarlijks op dit moment 125 gevallen van pneumokokken meningitis- en sepsis ontstaan, dat er jaarlijks 13 kinderen als gevolg van de ziekte overlijden, en 31 kinderen levenslang gehandicapt raken? Vindt u deze situatie aanvaardbaar?

5
Bent u bereid het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) opdracht te geven om de uitvoering van opname van het pneumokokkenvaccin in het RVP in gang te zetten? Zo ja, bent u bereid het vaccin vanaf 1 januari 2005 op te nemen in het RVP? Zo neen, kunt u aangeven waarom u het vaccin niet wilt opnemen in het RVP?

4 en 5
Vaccinatie kan een deel van de ziekte en sterfte ten gevolge van pneumokokken voorkomen. Ik ga daarbij primair uit van de gegevens uit het rapport van de Gezondheidsraad uit 2002 over dit onderwerp en recentere inzichten zoals bij vraag 2 vermeld. Ik betreur het daarom ook dat de prijs van het betreffende vaccin zodanig hoog is dat ik op dit moment niet kan overgaan tot invoering in het RVP. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom er op dit moment, voor zover bekend, nog geen enkel ander Europees land pneumokokkenvaccinatie heeft opgenomen in het vaccinatieprogramma voor kinderen. Ik ben bereid hier opnieuw over na te denken als er een forse verlaging komt van de vaccinprijs.
Tenslotte is van belang dat het Nederlands Vaccin Instituut werkt aan het ontwikkelen van een combinatievaccin tegen ziekte door pneumokokken en meningokokken B, dat naar

verwachting vanaf 2008 voor tenminste een deel van de kinderen gebruikt zal kunnen worden tegen een gunstiger prijs.

6
Wat vindt u van de ontwikkeling, waarbij ouders met een goede inkomenspositie en een hoog opleidingsniveau in staat zijn het vaccin voor hun kinderen aan te schaffen en de mensen met lagere inkomens/opleidingsniveau hiertoe niet in staat zijn? Deelt u de stelling dat als gevolg van het huidige beleid ten aanzien van het pneumokokkenvaccin tweedeling in de zorg ontstaat?

6
Vaccinaties uit het RVP zijn voor alle ouders/verzorgers kostenloos. Tweedeling is hierbij derhalve niet aan de orde. Voor alles wat hierbuiten valt, en dat is nu ook het geval voor een pneumokokkenvaccinatie, zijn mensen zelf verantwoordelijk voor het al dan niet laten inenten van hun kinderen. Mijn voorgangster, mevrouw Borst, heeft in 2002 al aangegeven dat indien ouders op eigen initiatief hun kinderen laten vaccineren tegen de pneumokokkenbacterie, dat hun eigen verantwoordelijkheid is (Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 1066).

1) Aanhangsel-Handelingen nrs. 1719 en 1720, vergaderjaar 2002-2003.


---- --