Vlaamse overheid

Vandaag keurde de Commissie Onderwijs van het Vlaamse Parlement het voorstel van decreet goed betreffende de Huizen van het Nederlands.

De werking van de zeven experimentele Huizen van het Nederlands wordt uitgebreid. Sinds november 2002 begeleiden de Huizen van het Nederlands anderstaligen bij het aanleren van het Nederlands als tweede taal (NT2). Door de uitbreiding van het project komt er aan die pilootfase een einde. Er ontstaan meteen ook acht in plaats van zeven Huizen van het Nederlands. In elke provincie komt er een Huis, net als in de steden Antwerpen, Brussel en Gent.

Daarmee zijn de huizen net zo verspreid als de onthaalbureaus (zie inburgeringsdecreet). Beiden zullen nauw kunnen samenwerken om de inburgering vlotter te laten verlopen.

De Huizen van het Nederlands zijn ontstaan uit de Rondetafelconferentie die zich in 2002 boog over het aanleren van het Nederlands als tweede taal aan volwassenen. "De uitbreiding van de Huizen van het Nederlands is voor mij zeer belangrijk. We zullen een beter zicht krijgen op de wachtlijsten en het aanbod beter op de vraag kunnen afstemmen zodat de Huizen van het Nederlands een nog grotere rol kunnen spelen in het inburgeringsproces. Ook zal elke cursist beter georiënteerd worden naar het juiste niveau en centrum waar hij of zij Nederlands kan leren.", zegt minister Vanderpoorten.

De Huizen van het Nederlands oriënteren anderstaligen naar het meest gepaste aanbod NT2 en dragen zo bij tot de integratie van anderstalige volwassenen en tot de inburgering van de anderstalige nieuwkomers in de Vlaamse samenleving.

Dankzij de uitbreiding van het project zal er in Vlaanderen nog efficiënter gewerkt worden aan de inburgering van anderstaligen. Het aanbod NT2 zal tussen de verschillende opleidingsverstrekkers onderling beter afgestemd kunnen worden, middelen zullen efficiënter gebruikt worden, de registratie van de cursisten zal vlotter verlopen en de acht Huizen zullen samen ook een beter beeld hebben van de instroom, de doorstroming en de uitval in NT2.

De intake, het testen en doorverwijzing van cursisten kan gebeuren in één van de Huizen, maar ook in een centrum van één van de opleidingsverstrekkers. Dit laatste dient te gebeuren onder toezicht en sturing (globale regiefunctie) van de Huizen van het Nederlands. De expertise die wordt opgebouwd in de Huizen van het Nederlands kan op die manier ook gebruikt worden door andere opleidingsverstrekkers.

Dankzij dit decreet worden de universitaire talencentra ook toegankelijk voor anderstalige hooggeschoolden. Voor deze doelgroep worden er dus nieuwe kansen gecreëerd.

Een uitgebreide test bij de kandidaat-cursisten gebeurt enkel indien nodig. Als bij het intakegesprek blijkt dat iemand analfabeet is, wordt die persoon dadelijk naar een CBE doorverwezen.

Anderstalige volwassenen die in de toekomst Nederlands willen leren zullen vanaf nu dus nog beter geholpen zijn en nog sneller worden doorverwezen naar het meeste gepaste aanbod.

Tot slot benadrukte minister Vanderpoorten de enorme inspanningen van de Vlaamse regering en de betrokken onderwijsinstellingen in het ganse dossier NT2. "In 1999 bij het aantreden van deze Vlaamse regering waren er ongeveer 26.000 cursisten in Vlaanderen, vandaag zijn het er meer dan 56.000. Er is in de Vlaamse onderwijsbegroting meer dan 50 miljoen euro ingeschreven om dit mogelijk te maken. Ook dat is in vergelijking met 1999 een enorme toename. Iedereen die hieraan in de regering, de administratie én op het veld heeft meegewerkt, verdient een grote pluim!".

info : Jo De Ro, woordvoerder van minister Vanderpoorten
- tel. (0475) 98 33 73 -
(02) 553.99.23 - fax. (02) 553 99 19
e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be
---