Gemeente Amsterdam

B&W Amsterdam geeft groen licht voor nieuwe Dienst Werk en Inkomen
1 april 2004 - Herbert Raat

* Nieuwe aanpak: streng aan de poort en "voor wat hoort wat"
* Besparing van ruim 12 miljoen euro per jaar en 260 formatieplaatsen

* Omvang bestand bijstandsklanten verminderd van 45.000 naar 40.000 klanten in 2007

* 40% van de nieuwe klanten binnen één jaar uit de uitkering

Inleiding:
Amsterdam krijgt een nieuwe uitvoeringsorganisatie voor de bijstand: de Dienst Werk en Inkomen (DWI). Het College van B&W heeft op 30 maart ingestemd met het Businessplan en het Transformatieplan Dienst Werk en Inkomen. Daarin neemt de nieuwe organisatie per 1 januari 2005 de taken van de huidige Sociale Dienst Amsterdam, Maatwerk en NV Werk over en wordt deze verantwoordelijk voor een budget van ruim 1 miljard euro. Ten opzichte van de drie bestaande organisaties bespaart de nieuwe dienst ruim 12 miljoen euro per jaar en wordt de formatie afgeslankt met circa 260 plaatsen. De Dienst Werk en Inkomen gaat samen met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) werken vanuit één loket, het Marktplein voor Werk en Inkomen, op vijf locaties in de stad.

Loon boven uitkering:
De Dienst Werk en Inkomen brengt de nieuwe aanpak van de sociale zekerheid en werk boven uitkering in Amsterdam in de praktijk. De dienst organiseert voor alle Amsterdammers, die dit zelf niet kunnen, bemiddeling naar werk. Als het vinden van werk niet direct mogelijk is dan zorgt de dienst voor inkomen.
Het belangrijkste verschil met de huidige aanpak is strenge controle aan de poort en standaard huisbezoeken bij nieuwe klanten en (gesubsidieerd) loon boven uitkering. Als het vinden van werk niet lukt, verwacht Amsterdam volgens het principe "voor wat hoort wat" van de klant een arbeidsprestatie of - participatie, afgestemd op zijn of haar mogelijkheden.

Organisatie:
De dienst wordt een volkomen nieuwe, slanke en bedrijfsmatig ingerichte organisatie; geen optelsom van de drie bestaande organisaties. Kernelementen daarbij zijn:

* Investeren in werk en (arbeids)deelname om uitkeringskosten te verminderen;

* Sturing vanuit bedrijfseconomische afwegingen: het rendement bepaalt de investeringen;

* De klantmanager vormt de centrale functie en is resultaatverantwoordelijk;

* De organisatie en de medewerkers zijn aanspreekbaar op afgesproken resultaten.

De Dienst Werk en Inkomen beheert een budget van ruim EUR 1 miljard, waarvan 700 miljoen besteed wordt aan uitkeringsgelden, 200 miljoen aan werkmiddelen en 125 miljoen aan exploitatie. De organisatie wordt gestuurd vanuit heldere politieke keuzes en bestuurlijke kaders aan de hand van een concreet beleidsprogramma. De dienst voert een basispakket van wettelijke taken uit zoals inkomens- en salarisverstrekking. Daarnaast worden jaarlijks door het gemeentebestuur concrete programma's vastgesteld op de terreinen werk, inkomen, zorg en handhaving, die als doel hebben de kosten voor de stad verder terug te dringen en het sociale effect te verbeteren. Beleid, prestaties en budget worden aan elkaar gekoppeld en jaarlijks gemeten, geëvalueerd en bijgesteld.

Doelstellingen:
De belangrijkste doelstellingen voor 2007 zijn: vermindering van het klantenbestand tot 40.000 per 1 januari 2007 (bij gelijkblijvende conjunctuur). Daarnaast moet 40% van de nieuwe klanten binnen een jaar weer uit de uitkering zijn en in 2007 moet een kwart van het gehele klantenbestand een werkprestatie voor hun uitkering leveren. Zowel nieuwe als bestaande zorg-en armoedevoorzieningen worden toegankelijker en vereenvoudigd. Het zorg- en armoedebudget blijft onverkort op peil.
De Dienst Werk en Inkomen werkt op de Marktpleinen samen met ketenpartners CWI en UWV, vanuit één loket. Het principe `de klant staat centraal en doet één keer zijn verhaal' bepaalt de inrichting van de dienstverlening. De klantmanager vormt de spil in het dienstverleningsproces. Het uitgangspunt daarbij is werk en alles wat nodig is om de klant (weer) aan een baan te helpen. De baan die past, het opleidingstraject dat nodig is, of de zorgvoorziening die voorrang verdient; alles wordt aangeboden vanuit één loket en één hand. De nieuwe organisatie wordt mede ingericht op basis van de ervaringen die zijn opgedaan in het experiment in Nieuw-West.

Personeel:
Het opbouwproces van de nieuwe dienst DWI duurt drie jaar: in januari 2005 gaat de dienst formeel van start. Begin 2007 is het veranderingsproces volledig afgerond. Ten opzichte van de huidige organisaties wordt de formatie afgeslankt met 260 plaatsen. Het personeelsbestand van de nieuwe organisatie telt 1545 formatieplaatsen, waarvan een deel nieuwe functies. Er wordt zoveel mogelijk geselecteerd op kwaliteit en bij boventalligheid worden de meest bekwame medewerkers geplaatst. In een aantal gevallen zullen medewerkers getraind worden om de nieuwe taken aan te kunnen.
De verwachte mismatch tussen huidige en nieuwe functies bedraagt maximaal 533 formatieplaatsen. Via een actief loopbaanbeleid spant de gemeente zich in om de boventallige werknemers binnen of buiten de gemeente aan een baan te helpen en zoveel mogelijk gedwongen ontslagen te voorkomen. Daartoe zal een mobiliteitsbureau worden ingericht. Het streven is gericht op een sociaal plan voor maximaal 260 medewerkers. Pb-064

© Gemeente Amsterdam