VVD



Nieuws

1 apr 2004 - Werk op ladders roept vragen op
bij Charlie Aptroot

Vragen van het Lid Aptroot aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over de nieuwe regels aangaande het terugdringen van werken op ladders.

1. Is het juist dat per juli 2004 schilders-, bouw-, installatie- en glazenwasbedrijven verplicht worden andere arbeidsmiddelen dan een ladder te gebruiken bij het uitvoeren van hun dagelijkse werkzaamheden?

2. Kan de Staatssecretaris aangeven welk percentage van de ongevallen met ladders te wijten zijn aan het intrinsiek gebruik van een ladder en welk percentage veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld ondeuglijk en onbevoegd gebruik of door het bewust niet nemen van de verplichte veiligheids maatregelen?

3. Kan de Staatssecretaris aangeven op basis van welke passage in richtlijn 2001/45/EG besloten is dat het terugdringen van werken op ladders bevorderd dient te worden?

4. Hoe verhoudt zich eerder genoemd besluit tot passage 4.1.1 uit de richtlijn die vermeld dat "de afmetingen van de arbeidsmiddelen moeten afgestemd zijn op de aard van de te verrichten werkzaamheden en de voorzienbare belasting en zodanig zijn dat zonder gevaar doorgang mogelijk is."

5. Is de Staatssecretaris met de VVD-Fractie van mening dat juist een ladder aan de criteria als genoemd in passage 4.1.1. voldoet?

6. Deelt de Staatssecretaris de mening van de VVD-Fractie dat deze uitgebreide regelgeving het zelf klussen en het zwartwerken waarbij deze regels niet hoeven worden nagelefd na te leven in de hand werkt en er zich per saldo meer ongelukken zouden kunnen voordoen, werkgelegenheid wordt vernietigd en belastingen en socialepremies niet worden geïnd?

7. Is de Staatssecretaris voornemens aan de wens van de VVD-Fractie te voldoen en het verbod op het werken op ladders niet uit te vaardigen?