IP/04/441
Brussel, 1 april 2004
Vrij verkeer van goederen: de Commissie treedt op tegen Griekenland,
België en Spanje
De Europese Commissie heeft Griekenland formeel verzocht een einde te
maken aan een verbod op het installeren en spelen van elektrische,
elektromechanische en elektronische spelen, waaronder computerspelen,
in alle openbare en niet-openbare ruimtes, waaronder gebouwen waar
internetdiensten worden aangeboden (cybercafés). De Commissie is van
mening dat de betrokken wet (van 29 juli 2002) niet verenigbaar is met
de bepalingen van het EG-Verdrag inzake het vrije verkeer van goederen
en diensten en de vrijheid van vestiging. België wordt verzocht zijn
voorschriften voor de afmetingen van de verpakking van voorverpakte
producten, waardoor bepaalde producten uit andere lidstaten niet in
België kunnen worden verkocht, te wijzigen en de discriminerende
regeling van het Vlaamse Gewest aan te passen op grond waarvan
distributiekosten in rekening worden gebracht voor "groene" stroom die
in andere lidstaten uit hernieuwbare bronnen is geproduceerd, terwijl
dergelijke kosten niet worden gerekend voor in eigen land
geproduceerde "groene" stroom. Ten slotte verzoekt de Commissie Spanje
gedetailleerde etiketteringsvoorschriften voor textielproducten te
wijzigen die onnodige extra kosten opleveren voor textielproducten die
uit een andere EU-lidstaat in Spanje worden ingevoerd. De verzoeken
van de Commissie hebben de vorm van "met redenen omklede adviezen", de
tweede stap in een inbreukprocedure op grond van artikel 226 van het
EG-Verdrag. Als niet binnen twee maanden een bevredigend antwoord
wordt ontvangen, kan de Commissie deze zaken aanhangig maken bij het
Europese Hof van Justitie.
Het vrije verkeer van goederen is een van de basisbeginselen van de
interne markt. Op grond van het EG-Verdrag (artikelen 28-30) en de
jurisprudentie van het Hof van Justitie is het de lidstaten verboden
de in- of uitvoer naar en uit andere lidstaten te beperken, tenzij om
objectieve redenen van algemeen belang (bijvoorbeeld om de
volksgezondheid of de veiligheid te beschermen). Maar ook dan moeten
de beperkingen in verhouding staan tot de doelstelling. Uit de regels
van het EG-Verdrag en de jurisprudentie van het Hof volgt dat legaal
in een andere lidstaat geproduceerde en/of in de handel gebrachte
goederen in alle andere lidstaten legaal in de handel mogen worden
gebracht, tenzij zulks niet is toegestaan om objectieve en evenredige
redenen van algemeen belang. Als nationale voorschriften het vrije
verkeer van goederen in de Europese Unie belemmeren, wordt bedrijven
het recht ontnomen om een product te verkopen, neemt de concurrentie
op de nationale markten af, hebben de consumenten minder
keuzemogelijkheden en dreigen ze meer te moeten betalen.
Griekenland elektronische spelen
Het algemene verbod op elektrische, elektromechanische en
elektronische spelen op grond van de Griekse wet nr. 3037 van 29 juli
2002 maakt het, met name in openbare ruimtes, onmogelijk apparatuur en
programma's voor elektronische spelen te verstrekken en leveren, of
daarmee verband houdende diensten te verlenen (bijvoorbeeld dergelijke
apparatuur en programma's te installeren, repareren en onderhouden).
In juli 2003 heeft de Commissie Griekenland een ingebrekestelling in
verband met dit verbod gestuurd (de eerste stap in een
inbreukprocedure). Nu heeft de Commissie besloten een met redenen
omkleed advies te zenden.
Ten eerste belemmert de Griekse wet, door de spelen zelf te verbieden,
de invoer en verkoop in Griekenland van spelen die wettig in andere
lidstaten zijn vervaardigd of verhandeld. Dit is in strijd met het
beginsel van het vrije verkeer van goederen dat in artikel 28 van het
EG-Verdrag is neergelegd.
Ten tweede verhindert de wet, door diensten te verbieden die verband
houden met elektronische spelen, bedrijven die dergelijke diensten in
andere lidstaten rechtmatig verlenen, dezelfde diensten in Griekenland
te verlenen. Op grond van de vrijheid van dienstverrichting, die is
neergelegd in artikel 49 van het EG-Verdrag, en de vrijheid van
vestiging (het recht om een permanente vestiging in een andere
lidstaat op te richten), die door artikel 43 van het EG-Verdrag wordt
gewaarborgd, hebben zij daar echter recht op.
Ten slotte had de Commissie van tevoren op de hoogte gesteld moeten
worden van de Griekse wet, omdat deze regels voor elektronische en
mechanische apparatuur en voor de activiteiten van
internetdienstverleners bevat. In Richtlijn 98/34/EG is namelijk
bepaald dat vooraf kennisgeving moet worden gedaan van nationale
regelgeving die technische voorschriften bevat voor on-linegoederen en
-diensten. Deze voorafgaande kennisgeving is bedoeld om ertoe bij te
dragen dat regels die in een lidstaat worden vastgesteld niet de
belangen van bedrijven en burgers in andere lidstaten schaden, omdat
diensten van de informatiemaatschappij per definitie veelal
grensoverschrijdend zijn.
België - voorverpakte producten
België heeft zeer strikte voorschriften voor de afmetingen van
flessen, pakken en blikjes voor voorverpakte producten. Zo staan de
afmetingen van de verpakking van bepaalde dranken vast en mogen
uitsluitend verpakkingen met de vastgestelde afmetingen op de
Belgische markt worden verkocht. Flessen, pakken en blikjes voor
voorverpakte producten met andere dan de door de Belgische wetgeving
toegestane afmetingen mogen in België niet worden verkocht, hoewel ze
in andere lidstaten wettig zijn geproduceerd of in de handel zijn
gebracht. De Commissie is van mening dat dit een ongerechtvaardigde
belemmering van het vrije verkeer van goederen is, dat wordt
gewaarborgd door artikel 28 van het EG-Verdrag, en stuurt daarom een
met redenen omkleed advies aan België waarin het wordt verzocht zijn
wetgeving in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht.
België belemmeringen voor de verkoop van "groene" stroom
De Commissie heeft tevens besloten België een met redenen omkleed
advies te sturen omdat de autoriteiten van het Vlaamse Gewest
distributiekosten in rekening brengen voor "groene" (uit hernieuwbare
energiebronnen geproduceerde) stroom afkomstig uit een andere
lidstaat. Dergelijke kosten worden niet gerekend voor in het Vlaamse
Gewest geproduceerde "groene" stroom die rechtstreeks het
distributienetwerk bereikt. Deze discriminatie maakt in andere
lidstaten geproduceerde "groene" stroom veel duurder dan de in eigen
land geproduceerde stroom. De Commissie acht dit een
ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer van goederen.
Spain - etikettering van textiel
De Commissie zal Spanje een met redenen omkleed advies zenden in
verband met de verplichting om de naam en het adres van de fabrikant,
groothandelaar of importeur op het etiket van textielproducten te
vermelden, die is opgenomen in Koninklijk Besluit nr. 928/1987 (5 juni
2003). De Commissie is van mening dat deze eis ingaat tegen artikel 28
van het EG-Verdrag betreffende het vrije verkeer van goederen. Hoewel
de eis zowel op producten uit Spanje als op producten van elders in de
EU van toepassing is, levert deze voor ingevoerde producten extra
kosten op. De Spaanse autoriteiten achten de maatregel gerechtvaardigd
omdat de consumenten beschermd moeten worden, maar de Commissie is van
mening dat dergelijke gedetailleerde etiketteringsvoorschriften niet
nodig zijn en niet in verhouding staan tot het beoogde doel om te
zorgen dat de herkomst van de producten achterhaald kan worden.
Het laatste nieuws over inbreukprocedures tegen alle lidstaten is te
vinden op:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm
European Commission