Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Afschaffing minimumkapitaal bij de BV?
Nummer: 517
Datum: 01-04-2004
Rapport Versoepeling van het BV-kapitaalbeschermingsrecht: Rapport geeft gronden voor afschaffing van het minimumkapitaal bij de BV
Vandaag donderdag 1 april hebben twee onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, J.N. Schutte-Veenstra en M.L. Lennarts, hun rapport Versoepeling van het BV-kapitaalbeschermingsrecht aan de heer J.W. Oosterwijk, secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken, aangeboden. Het aan het rapport ten grondslag liggende onderzoek is in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken verrichtom als basis te dienen voor de flexibilisering en vereenvouding van het BV-recht; een gezamenlijk project van het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Justitie.
Het kapitaalbeschermingsrecht (gericht op het bijeenbrengen van 18.000 euro en het bijeenhouden van kapitaal in de BV) wordt door velen niet langer als een effectieve manier van crediteurenbescherming beschouwd. Ook de Commissie Winter, en in navolging daarvan de Europese Commissie in het Actieplan tot modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de Corporate Governance, heeft aangekondigd onderzoek te willen doen naar alternatieven voor kapitaalbescherming. Dit is mede ingegeven door de uitspraak van het Hof van Justitie inzake Inspire Art, waardoor vennootschappen zich vrijelijk kunnen vestigen binnen de Europese Unie, zodat de verschillende vennootschapsvormen in concurrentie met elkaar treden.
Het rapport bevat een rechtsvergelijkend onderzoek naar alternatieven voor kapitaalbescherming zoals deze voorkomen in o.m. het Engelse, Australische, Duitse en Belgische BV-recht. Naast voorstellen tot vereenvoudiging en versoepeling van het huidige regime, worden de gevolgen geschetst van invoering van alternatieve wijzen van crediteurenbescherming, waaronder wrongful trading. Meest in het oog springende conclusie is dat het minimumkapitaalvereiste van 18.000 euro zonder grote bezwaren kan worden afgeschaft. Als alternatief zou een liquiditeitsverklaring bij oprichting kunnen dienen. Daarnaast stellen de onderzoekers voor om een aantal niet-effectieve formaliteiten bij oprichting van een BV af te schaffen (bank- en accountantsverklaring). Zij geven bovendien in overweging alternatieve wijzen van crediteurenbescherming na oprichting in te voeren, zoals een liquiditeitsverklaring bij het doen van uitkeringen aan aandeelhouders en bij financiële steunverlening aan toekomstige aandeelhouders. Hierin verklaart het bestuur dat de BV in staat zal zijn haar schulden in het komende jaar te voldoen. Dergelijke verklaringen zijn gebruikelijk in Angelsaksische rechtsstelsels. Het rapport biedt een goede basis voor de herziening van het BV-recht. Het rapport is vanaf 1 april te downloaden van de websites www.flexbv.ez.nl en www.justitie.nl/themas/wetgeving/dossiers/bvrecht/index.asp. Medio 2004 wordt, mede naar aanleiding van het rapport, een concept wetsvoorstel op de websites gepubliceerd in de vorm van een consultatiedocument.