Federale regering Belgie


De versterking van de technische en wetenschappelijke politie (2004-03-31)

Persbericht van de Ministerraad

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie en van de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse zaken, heeft de Ministerrraad de nota inzake de versterking van de technische en wetenschappelijke politie goedgekeurd.

Op dit ogenbik zijn de laboratoria van de technische en wetenschappelijke politie (LWTP) van de federale politie de enige politiedienst die met opgeleid personeel en specifieke middelen op georganiseerde wijze taken van technische en wetenschappelijke politie uitvoert. De activiteiten van de 27 laboratoria dekken het hele grondgebied en worden uitgevoerd op het terrein en in de lokalen waarover ze beschikken.

Een juridische leemte

De vaststelling dat op dit ogenblik de materiële aanwijzingen een steeds belangrijker plaats innemen in het Belgische en Europese juridisch systeem, maar dat er in België geen enkele wettekst meer bestaat die er duidelijk naar verwijst is paradoksaal. De huidige juridische leemte versterkt de werkingsmoeilijkheden die de laboratoria van de technische en wetenschappelijke politie ondervinden, om elke vordering binnen een redelijke termijn uit te voeren en op het hele grondgebied een minimale equivalente dienst te verlenen. Er moet dus in deze leemte voorzien worden door te bepalen wat de technische politie en de wetenschappelijke politie is. Ook zijn organisatie, personeel en structuur dienen nader bepaald te worden. Bij dezelfde gelegenheid zou het eveneens gepast zijn bijhorende wetgeving, zoals de DNA-wet, de definitie van de juridische uitsluitingszone en de uitvoeringsmodaliteiten van onderzoeken op de plaats van de misdaad te verduidelijken.

De kwaliteit van de technische en wetenschappelijke politie verhogen

De wetenschappelijke politie en de centralisatie van informatie zijn de sleutelelementen voor een efficiënte criminele politie.

Het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) zal onder andere belast zijn met het beheer van de nationale gegevensbestanden over de genetische profielen en ballistische gegevens. De doeltreffendheid van deze opdracht moet worden gewaarborgd door een optimale kwaliteit van de bescherming van de sporen door de politiediensten en hun optekening in de laboratoria van de federale politie.

Een onmisbare actor in gerechtelijke onderzoeken

In de loop der jaren heeft de technische en wetenschappelijke politie een steeds belangrijker plaats ingenomen in gerechtelijke onderzoeken. Hij is zelfs onmisbaar geworden en zijn bijdrage is van primordiaal belang voor de opheldering van zware en ingewikkelde zaken (moord, doodslag, ontvoering, home- en carjacking...).

Een arme verwante op Europees niveau

De technische en wetenschappelijke politie heeft zich tijdens de laatste jaren voortdurend ontwikkeld in de meerderheid van de Europese landen die er een onbetwistbare meerwaarde in gevonden hebben. Helaas is dit niet het geval in België, zoals naar voren komt uit de bevindingen van het Comité P en het rapport van de audit door de Algemene inspectie van de federale en lokale politie. Tegenwoordig zijn de laboratoria van de technische en wetenschappelijke politie op een zodanig verzadigingspunt beland, dat ze niet in staat zijn de kwaliteit en doeltreffendheid te bieden waar men altijd recht op heeft (toegenomen vragen om tussenkomsten, technieken die steeds meer tijd vergen om toe te passen, DNA-microsporen). De minimale equivalente dienstverlening kan niet op nationaal niveau worden gewaarborgd. Het is dus op dit ogenblik niet mogelijk in te gaan op de vragen om bijstand vanwege de slachtoffers, ook al neemt deze bezorgdheid een belangrijke plaats in in het regeerakkoord en is hij meer praktisch en expliciet beschreven in de " kleine Franchimont ".

Concrete voorstellen

De oprichting van een team gespecialiseerd in het verzamelen en beheren van aanwijzingen

De oprichting van een gespecialiseerd team dat geschikt is om op te treden in het hele grondgebied in ingewikkelde strafzaken is voorzien. Het werk van de vaststellingen door dit team zal gecombineerd worden met het beheer van een nationale gegevensbank die de vergelijking van inbraaksporen, schoenen, banden en oren verzameld over het hele grondgebied mogelijk zal maken. Op dit ogenblik werkt dit systeem enkel op lokaal niveau. De bedoeling is een nationaal netwerk te creëren, dat als voordeel heeft dat men sporen die in verschillende arrondissementen werden verzameld kan vergelijken: een onbetwistbare meerwaarde in de aanpak van rondtrekkende groepen van daders.


* 20 voltijdse equivalenten zullen aangeworven worden voor dit centraal bijstandsteam.

De versterking van de specialisten in de arrondissementslaboratoria

Door de aanwerving van bijna 100 bijkomende medewerkers zal men de 27 arrondissementslaboratoria versterken en dit op basis van een kwaliteitsanalyse uitgevoerd door de diensten van de federale politie.

Kabinet van de Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie Handelsstraat 76/80
1040 Brussel
Mevrouw Saar Vanderplaetsen (N)
Tel.: 02/233.50.60
Fax: 02/230.15.37
s.vanderplaetsen@lo.fgov.be
Mevrouw Annaïk de Voghel (F)
Tel.: 02/233.51.21
Fax: 02/230.15.37
a.devoghel@lo.fgov.be

Kabinet van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnelandse Zaken Koningsstraat 60/62
1000 Brussel
de heer Laurent Panneels (N)
Tel.: 02/504.85.38
Fax: 02/504.85.00
laurent.panneels@ibz.fgov.be
mevrouw Isabelle Lavergne (F)
Tel.: 02/504.85.37
Fax: 02/504.85.00
isabelle.lavergne@ibz.fgov.be

De Algemene Directie Externe Communicatie Kanselarij van de Eerste Minister kan u bereiken op het volgende adres: cmr@premier.fed.be