Artsen zonder Grenzen
Stuur vluchtelingen niet gedwongen terug naar onveilige gebieden
woensdag 31 maart 2004
De Tweede Kamer stemt aanstaande woensdag 31 maart over een aantal
moties betreffende het landenbeleid van het Ministerie van Justitie.
Dit beleid maakt de gedwongen terugkeer van Afghaanse en Tsjetsjeense
asielzoekers mogelijk. Artsen zonder Grenzen is zeer bezorgd over dit
voornemen tot het terugsturen van deze vluchtelingen en heeft
kamerleden verzocht om dit beleid te herzien.
Vanaf 1 april kunnen Afghanen gedwongen worden teruggestuurd, als
onderdeel van een overeenkomst tussen de Nederlandse overheid en de
Afghaanse regering in Kabul. Artsen zonder Grenzen, werkzaam in
Afghanistan, is hierover uiterst bezorgd en vraagt de minister dan ook
dit besluit te herzien.
Onze medewerkers zijn dagelijks getuige van de onveiligheid en grote
humanitaire noden onder de Afghaanse bevolking. De onveiligheid is de
laatste maanden alleen maar toegenomen, niet alleen de burgerbevolking
maar ook humanitaire hulpverleners zijn hiervan het slachtoffer. In
het noorden komen regelmatig burgers om tijdens gevechten tussen
verschillende gewapende groepen. In het westen, in Herat, braken
vorige week hevige gevechten uit na het omkomen van de Afghaanse
Minister van Civiele Luchtvaart. In het zuiden leven nog ruim 200.000
ontheemden. Artsen zonder Grenzen verleent hulp aan ontheemden in de
kampen bij Zhare Dasht en Spin Boldak. Het merendeel van deze groep
zijn Pathanen uit het noorden, die bij terugkeer naar het noorden voor
hun leven vrezen. De humanitaire situatie in het zuiden is extra
precair als gevolg van de strijd tussen de Coalitie-troepen onder
leiding van de Verenigde Staten en militante groeperingen.
Het uitstel van de verkiezingen van juni naar september is eveneens
een indicatie van de instabiliteit in grote delen van het land. De
aanloop naar de verkiezingen zal ongetwijfeld leiden tot veel meer
aanslagen en slachtoffers onder de burgerbevolking. Talloze grote en
kleine groeperingen hebben er belang bij de chaos in het verarmde land
te vergroten. Van de ruim 2 miljoen teruggekeerde vluchtelingen uit
Pakistan en Iran is meer dan een half miljoen gestrand in Kabul.
Vanwege een gebrek aan onderdak en verdere ondersteuningleven velen
een uitzichtloos leven op de puinhopen van de stad. Ook de opvang voor
teruggekeerde vluchtelingen elders in het land laat veel te wensen
over.
Buurlanden Pakistan en Iran, die samen meer dan 2,5 miljoen Afghaanse
vluchtelingen opvangen, sturen Afghanen niet gedwongen terug. Waarom
zou Nederland dat dan wel doen? Een veilig heenkomen bieden aan
vluchtelingen is een internationale verantwoordelijkheid die niet
afgewenteld mag worden op de landen in de regio. We vrezen dat het
Nederlandse beleid het slechte voorbeeld geeft en leidt tot gedwongen
terugkeer van de miljoenen Afghanen uit de buurlanden.
Wat betreft Tsjetsjeense asielzoekers geldt, dat zij worden
teruggestuurd naar naburige regios in de Noord-Kaukasus, zoals
buurrepubliek Ingoesjetië.Artsen zonder Grenzen zet echter grote
vraagtekens bij de veiligheid voor de teruggestuurde vluchtelingen in
de naburige republieken. In Ingoesjetië leven nog steeds tienduizenden
Tsjetsjeense vluchtelingen in kampen en andere tijdelijke onderkomens.
De Russische autoriteiten oefenen grote druk uit op de vluchtelingen
om zo spoedig mogelijk terug te keren naar het zeer onveilige
Tsjetsjenië. De maatregelen bestaan onder andere uit de sluiting van
vluchtelingenkampen, uitschrijving als vluchteling en afsluiting van
water en elektra.De toegang tot de overgeblevenkampen is voor Artsen
zonder Grenzen en andere organisaties strikt beperkt. Uit onderzoek
van Artsen zonder Grenzen blijkt dat 95% van de Tsjetsjenen die in
Ingoesjetië verblijven doodsbang is om terug te keren, omdat zij voor
hun eigen veiligheid en die van hun familieleden vrezen. De
geweldadige strijd in Tsjetsjenie gaat nog onverminderd voort. Ook gaf
driekwart van de ondervraagden aan dat zij niet terug kunnen keren
omdat ze geen huis meer hebben. De oorlog heeft veel huizen in
Tsjetsjenië verwoest.
Als binnenlands vluchtalternatief voor de Tsjetsjenen worden -naast
Ingoesjetië- ook andere gebieden in Rusland genoemd. Het is echter
algemeen bekend dat Tsjetsjenen buiten hun eigen regio blootstaan aan
intimidatie, discriminatie en mishandeling. Het ambtsbericht van mei
2003 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken omschrijft deze
praktijk met gevoel voor understatement: "Tsjetsjenen die sinds het
uitbreken van het tweede conflict in 1999 zijn gevlucht, hebben in de
praktijk in principe niet de mogelijkheid zich permanent te vestigen
in andere delen van de Russische Federatie.". Het Nederlandse
ambtsbericht geeft ook duidelijk aan dat Tsjetsjenen in Rusland geen,
of slechts in beperkte mate toegang hebben tot gezondheidszorg,
onderwijs, werk en sociale uitkeringen.Desondanks heeft diezelfde
Nederlandse overheid besloten tot het gedwongen terugsturen van
Tsjetsjeense vluchtelingen.
Artsen zonder Grenzen is dagelijks getuige van de schrijnende
realiteit, de voortdurende dreiging en de onveiligheid in Afghanistan
en de Noord-Kaukasus. De organisatie is zeer bezorgd over de plannen
van de Nederlandse regering. Nederland dreigt zo als eerste
daadwerkelijk de bijl te zetten in de internationale bescherming van
vluchtelingen. Dergelijk vluchtelingenbeleid is inhumaan en kan
talloze mensen hun leven gaan kosten.
Directeur Artsen zonder Grenzen
Austen Davis
---