De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCJZ/2004/2358
datum
31-03-2004
onderwerp
Wijziging Besluit beheer en schadebestrijding dieren
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van 17 maart jl. heb ik met de vaste
commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gesproken over
onder meer de wijziging van het Besluit beheer en schadebestrijding
dieren. Hierbij heb ik geconstateerd dat er enkele onduidelijkheden
bestaan met betrekking tot het wijzigingsbesluit. In aanvulling op
hetgeen ik tijdens het Algemeen Overleg heb meegedeeld, zal ik in deze
brief aangeven hoe ik hiermee zal omgaan.
datum
31-03-2004
kenmerk
TRCJZ/2004/2358
bijlage
Populatiebeheer
Zoals de formulering over populatiebeheer in artikel I, onderdeel C,
van het wijzigingsbesluit nu luidt, dient aan twee voorwaarden te zijn
voldaan om een ontheffing te kunnen verkrijgen van gedeputeerde staten
met het oog op het beheer van populaties edelherten, reeën, damherten
en wilde zwijnen. De aanleiding tot het reguleren van de
populatieomvang dient gelegen te zijn in:
1. de schadehistorie ter plaatse en van de omliggende percelen èn
2. de maximale populatieomvang in relatie tot de draagkracht van het
gebied waarin de dieren zich bevinden.
Het is gebleken dat een aantal fracties in de Kamer zich niet kan
vinden in deze formulering. Zij wensen dat het woord 'en' tussen beide
voorwaarden vervangen wordt door 'of', zodat gedeputeerde staten ook
ontheffing kunnen verlenen als aan één van bovengenoemde voorwaarden
is voldaan. Zelf vind ik het van belang dat een ontheffing mogelijk is
wanneer wegens het overschrijden van de draagkracht van een gebied
ingegrepen moet worden, ook wanneer er geen schadehistorie is.
Deze wens van de Kamer vergt een aparte wijziging van het Besluit
beheer en schadebestrijding dieren. Op de kortst mogelijke termijn zal
ik een voorstel hiertoe opstellen.
Uiteraard zal hierover nog wel overleg dienen plaats te vinden met
onder meer de betrokkenen bij het Beleidskader Faunabeheer.
Dat neemt niet weg dat ik voornemens ben de Koningin een voordracht te
doen om artikel I, onderdeel C, van het wijzigingsbesluit in werking
te laten treden op 1 april.
De toevoeging van het belang 'populatiebeheer', zoals dit is opgenomen
in het wijzigingsbesluit, creeërt immers meer mogelijkheden tot
populatiebeheer dan op grond van de regelgeving het geval is.
Schade aan de fauna
Vanuit de Kamer is aangegeven dat op onjuiste wijze uitvoering wordt
gegeven aan de motie Schreijer-Pierik, waarin is verzocht 'schade aan
de fauna' op te nemen in artikel 65 van de wet. Een wetsvoorstel dat
hiertoe strekt is begin maart aan de Kamer toegezonden.
In het wetsvoorstel is uitgegaan van de bestaande systematiek in
artikel 65.
Op grond van artikel 65, eerste lid, kunnen beschermde inheemse
diersoorten op de landelijke of provinciale vrijstellingslijst worden
geplaatst als deze soorten 'veelvuldig belangrijke schade aanrichten'.
Aanvullend hierop bepalen artikel 65, tweede en vijfde lid, dat de
diersoorten slechts vrijgesteld kunnen worden ter voorkoming van
belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij
en wateren.
In het wetsvoorstel is aan de laatste opsomming het faunabelang
toegevoegd. Ook voor vrijstelling van diersoorten die schade aan de
fauna doen, is volgens dit wetsvoorstel derhalve vereist dat sprake is
van belangrijke schade.
Gelet op de huidige formulering van artikel 65 wordt in de artikelen 2
en 3 van het wijzigingsbesluit, waarin de diersoorten voor de
landelijke en provinciale vrijstellingslijst worden aangewezen,
eveneens gesproken over 'veelvuldig belangrijke schade'.
In de artikelen 67 en 68 van de wet wordt onderscheid gemaakt tussen
belangrijke schade aan onder meer de landbouw en schade aan de fauna.
Het is wenselijk om artikel 65 van de wet hiermee in overeenstemming
te brengen.
Hiertoe ben ik voornemens een nota van wijziging ten aanzien van het
wetsvoorstel in te dienen strekkende tot wijziging van 'belangrijke
schade aan de fauna' in 'schade aan de fauna'.
Het voorgaande laat overigens onverlet dat onderbouwd dient te worden
dat een diersoort schade doet aan de fauna, voordat hiervoor een
vrijstelling kan worden verleend.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Wijziging Besluit beheer en schadebestrijding dieren (PDF-formaat, 38
kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit