De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DZ. 2004/655
datum
30-03-2004
onderwerp
Aanvullende Kamervragen over ontwikkelingsprojecten van de Biesbosch
TRC 2004/686
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van de aanvullende vragen gesteld door de heer Van
Lith (CDA) over ontwikkelingsprojecten van de Biesbosch (ingezonden 2
maart 2004) informeer ik u mede namens de minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de
staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.
datum
30-03-2004
kenmerk
DZ. 2004/655
bijlage
Vraag 1: Deelt u de mening, dat (natuur)ontwikkelingsprojecten van de
Biesbosch in relatie tot de PKB Ruimte voor de Rivier moeten worden
beoordeeld en dat besluitvorming over deze projecten pas na PKB deel 1
en MER kan plaatsvinden?
Ik deel de mening dat effecten van (natuur)ontwikkelingsprojecten in
relatie tot de PKB moeten worden bezien. Echter tav de besluitvorming
deel ik de mening niet. Het kabinet heeft namelijk met instemming van
de Tweede Kamer besloten om, gelijktijdig met de planfase Ruimte voor
de Rivier (PKB/Mer), reeds lopende projecten die passen binnen de
doelstellingen van ruimte voor de rivier, met kracht voort te zetten
(Kabinetsstandpunt Ruimte voor de Rivier, december 2000). Dit betreft
onder meer de projecten Noordwaard, Zuiderklip en 2^e fase
(aansluiting) Sliedrechtse Biesbosch. Besluitvorming over en
uitvoering van deze projecten hoeft dus niet te wachten op de
uitkomsten van PKB.
Vraag 2: Waarom dienen de projecten Noordwaard (zowel LNV als ook VW
project), Zuiderklip en Aansluiting Sliedrechtse Biesbosch nu al te
worden uitgevoerd? Welke waterstandsverlaging wordt hiermee
gerealiseerd? Kunt u per project een korte toelichting geven?
Voor de Noordwaard, Zuiderklip en Sliedrechtse Biesbosch zijn de
begrenzingprocedures in het kader van de EHS afgesloten(90-er jaren)
en is gestart met de projectrealisering. Voor het Biesboschgebied
loopt inmiddels ook de PKB Ruimte voor de Rivier.
Door koppeling van veiligheid en natuurontwikkeling voor de
Noordwaard, Zuiderklip en aansluiting Sliedrechtse Biesbosch wordt
alvast een deel van de rivierverruimende taakstelling gerealiseerd en
wordt voorkomen dat de veiligheidstaakstelling na afronding van het
natuurproject alsnog moet worden ingepast. Daarnaast wordt voorkomen
dat een groot aantal projecten in korte tijd na de totstandkoming van
de PKB gerealiseerd moeten worden.
De Noordwaard en de Sliedrechtse Biesbosch zijn projecten die in het
kader van NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied:
samenwerkingsafspraak Veiligheid en Natte Natuur LNV/VW) worden
uitgevoerd.
Door het gekozen Noordwaard alternatief wordt er een
waterstandverlaging gerealiseerd van circa 9 cm ter plaatse en circa 3
cm bij Gorinchem (10 % van de taakstelling voor 2015) en ontstaat 530
ha natuur. Het bestemmingsplan is inmiddels gewijzigd. De uitvoering
van de Noordwaard is deels gerealiseerd(1996) en zal naar verwachting
in 2007 gereed zijn.
Dit (NURG-)project betreft overigens niet het landbouwgebied
Noordwaard (2000 ha) waar in het kader van de planstudie PKB over
wordt gesproken. Dit gebied zal volledig worden meegenomen in de
besluitvorming over de PKB.
De inrichting van de Sliedrechtse Biesbosch (fase 1) is gerealiseerd
mede als gevolg van extreem hoge waterstanden in 1993 en 1995 en de
daaruit voortvloeiende grote kleibehoefte voor dijkversterking
(Deltaplan Grote Rivierenakkoord). Met de aansluiting op het
rivierenstelsel wordt 293 ha getijdennatuur aan de Biesbosch
toegevoegd en circa 2,5 cm waterstandsverlaging ter plaatse
gerealiseerd en circa 0,5 cm bij Gorinchem.
De Zuiderklip ligt in het hart van de Brabantse Biesbosch en is een
project waarbij eveneens doelstellingen en middelen voor
natuurontwikkeling en veiligheid gecombineerd kunnen worden. Indien
het opgestelde inrichtingsplan wordt uitgevoerd, zal circa 400 ha
getijdennatuur worden ontwikkeld en de waterstand bij maatgevende
afvoeren met circa 4 cm worden verlaagd op de Bergsche Maas.
Voor alle drie projecten geldt dat de gebieden in eigendom en beheer
komen van Staatsbosbeheer voor zover dit al niet het geval is.
Vraag 3: Wat wordt voor de afzonderlijke projecten begroot? Welke
kosten zijn per project reeds gemaakt en wat zijn per project nog te
maken kosten? Kunt u een overzicht geven van de kostenposten per
project?
De Noordwaard wordt volledig gefinancierd uit NURG-gelden (50% V&W,
50% LNV). De totale projectkosten zijn geraamd op EUR 34,1 miljoen. De
grondaankoop en een deel van de inrichting zijn inmiddels gerealiseerd
hetgeen EUR 16,4 miljoen respectievelijk EUR 3,7 miljoen (inclusief
kleiopbrengsten) heeft gekost. De resterende inrichtingskosten worden
geraamd op EUR 14 miljoen.
De kosten voor de Zuiderklip worden gefinancierd vanuit EHS,
Deltanatuur en Ruimte voor de Rivier en (vooralsnog) met Europese
subsidie. De totale kosten worden geraamd op EUR 24,6 miljoen. Deze
zijn opgebouwd uit kosten voor grondverwerving (EUR 15,6 miljoen) en
de inrichting (EUR 9 miljoen).
Indien de inrichting gefaseerd wordt uitgevoerd, omdat een deel in
pachtgebruik blijft, zullen de inrichtingskosten circa EUR 1,8 miljoen
hoger uitvallen. Voor de inrichting (onderdeel planvorming) en
grondverwerving is reeds EUR 0,4 miljoen respectievelijk EUR 9,1
miljoen besteed.
Voor de Sliedrechtse Biesbosch is reeds EUR 8 miljoen uitgegeven voor
grondaankoop en EUR 6 miljoen voor de inrichting (1^e fase). De kosten
voor deze inrichting zijn grotendeels bekostigd uit kleiopbrengsten.
Daarnaast is een financiële bijdrage geleverd door NURG en Europese
subsidie. De kosten voor aansluiting op de rivier(fase 2) worden
geraamd op EUR 3 miljoen.
Vraag 4: Wanneer besluit u over herziening van het Beheers- en
Inrichtingsplan Biesbosch (BIP) en de projecten Zuiderklip en
Aansluiting Sliedrechtse Biesbosch? Bent u bereid een concept van het
BIP naar de Tweede Kamer te sturen of de Tweede Kamer zo volledig
mogelijk te informeren over het plan?
Naar verwachting wordt de herziening van het BIP in het komende najaar
ter goedkeuring aan mij aangeboden. Een BIP wordt opgesteld in het
kader van het beleid voor de Nationale Parken. Nationale Parken hebben
tot doel om voor grote aaneengesloten (natuur)gebieden (NP Biesbosch
is 7100 ha) de natuurkwaliteiten te versterken, de natuur- en
milieueducatie te stimuleren en natuurgericht(e) recreatie en
onderzoek te bevorderen. Het BIP wordt opgesteld door het
Overlegorgaan van het betreffende Nationaal Park, bestaande uit
vertegenwoordigers van diverse publiek- en privaatrechtelijke
organisaties. Het Overlegorgaan heeft tot taak zorg te dragen voor de
onderlinge afstemming van alle voor de inrichting en het beheer van
belang zijnde activiteiten. In het BIP wordt de gemeenschappelijke
visie van het Overlegorgaan op beheer en inrichting van het gebied
weergeven. Dit 10 jarig plan vormt een belangrijke basis om het
Nationaal Park jaarlijks rijkssubsidie toe te kennen.
Besluitvorming over de door u genoemde projecten vindt niet plaats
door het Overlegorgaan en daarmee ook niet via het BIP voor het
Nationaal Park de Biesbosch.
Het projectbesluit voor de Zuiderklip kan naar verwachting dit
voorjaar door GS van de provincie Noord-Brabant worden genomen. Het
ministerie van Verkeer en Waterstaat zal over haar bijdrage aan dit
project ook naar verwachting dit voorjaar beslissen.
Over het projectbesluit voor de Aansluiting Sliedrechtse Biesbosch
(fase 2) wordt waarschijnlijk medio 2004 besloten door het ministerie
van Verkeer en Waterstaat, mede gezien de gestelde
natuurdoelstellingen voor dit gebied(getijdennatuur). Aan de hand van
het ontgrondingenvergunningstelsel wordt de mogelijkheid voor inspraak
geboden. De Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland zijn in
deze bevoegd gezag.
In mijn antwoord op vraag 1 heb ik aangegeven hoe de besluitvorming
ten aanzien van Zuiderklip en Aansluiting Sliedrechtse Biesbosch zich
verhoudt tot de PKB Ruimte voor de Rivier.
Uiteraard ben ik bereid u van mijn reactie op het BIP op de hoogte te
stellen en desgewenst het plan te doen toekomen.
Vraag 5: Op welke wijze kunt u waarborgen dat er sprake is van een
integrale belangenafweging t.a.v. de Biesbosch en ervoor zorgen dat de
verschillende projecten van het Rijk goed ten opzichte van elkaar
worden afgewogen?
Hiervoor verwijs ik u naar mijn antwoord, verwoord in mijn brief van 9
februari jongstleden (briefkenmerk DZ. 2004/312), op de door uw
gestelde vraag 2 van 20 januari 2004: 'Voor
natuurontwikkelingsprojecten heeft een integrale afweging
plaatsgevonden door de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant in het
kader van begrenzing van de EHS en in de voor de bovenstaande lopende
projecten uitgevoerde planstudies/mer-rapporten.'
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Aanvullende Kamervragen over ontwikkelingsprojecten van de Biesbosch
(PDF-formaat, 53 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit