Nieuwe belastinguitspraken van het Gerechtshof Arnhem, week 14
(vervolg)
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 31-03-2004
02/04233
Parkeerbelasting.
Nu belanghebbende niet in staat is gesteld de door hem verschuldigde
parkeerbelasting te voldoen door middel van gangbaar geld of zuivere
girale betaling doch slechts via een chipknip, is de gemeente niet
gerechtigd parkeerbelasting na te heffen.
zie voor uitspraak: 'ao6514
03/01881
Inkomstenbelasting.
Bij een kenbare vergissing van de Inspecteur kan navordering
plaatsvinden.
zie voor uitspraak: 'ao6594
02/01519
Wet WOZ/afvalstoffenheffing/hondenbelasting.
Tot de kosten van verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen behoren
ook de kosten van heffing, invordering en kwijtschelding van
belasting.
zie voor uitspraak: 'ao6647
03/02122
Inkomstenbelasting.
Toepassing van het autokostenforfait voor twee tot de handelsvoorraad
van een garage-exploitant behorende auto's is terecht.
zie voor uitspraak: 'ao6650
02/03761
Onroerende zakbelastingen.
Tarief voor de eigenarenbelasting mag niet uitgaan boven 125 percent
van het tarief voor de gebruikersbelasting.
zie voor uitspraak: 'ao6651
03/01553
Parkeerbelasting.
Nu de gemeente niet ter zitting is verschenen en voorts geen
ambtsedige verklaring van de politiesurveillanten is overgelegd, acht
het Hof de gemeente niet erin geslaagd aannemelijk te maken dat de
naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan belanghebbende is
opgelegd.
zie voor uitspraak: 'ao6652
01/03246
Wet WOZ.
Nu de taak van het waterschap met betrekking tot belanghebbendes
perceel niet verder strekt dan toezicht is de vrijstelling van
waterverdedigingswerken in dezen niet van toepassing.
zie voor uitspraak: 'ao6654
03/00822
Wet WOZ.
Ondanks een bewuste standpuntbepaling van de gemeente in een
voorafgaand jaar kan belanghebbende zich niet met vrucht beroepen op
toepassing van het vertrouwensbeginsel.
zie voor uitspraak: 'ao6656
03/00791
Ziekenfondswet zelfstandigen.
Het herroepen van een besluit in de bezwaarfase in een voorafgaand
jaar wekt de indruk van een bewuste standpuntbepaling, zodat het
beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt.
zie voor uitspraak: 'ao6657