Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Persbericht, 31-3-2004

Onderzoek naar de opzeggers in de thuiszorg i.v.m. verhoging eigen bijdrage

Onderzoek heeft opgeleverd dat 8.500 cliënten de thuiszorg hebben opgezegd nadat zij half december vorig jaar bericht kregen van het CAK dat de eigen bijdrage zou worden verhoogd. Het gaat om cliënten die opzegden tussen half december en eind januari 2004. In totaal maakten in die periode 430.000 cliënten gebruik van de thuiszorg. Het aandeel opzeggers vanwege de hogere eigen bijdrage is zodoende twee procent van het totaal aantal cliënten dat op dat moment thuiszorg kreeg.

Dat schrijft staatssecretaris Ross-Van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Tijdens het Kamerdebat op 21 januari 2004 heeft zij toegezegd een onderzoek naar opzeggers te laten verrichten, met als doel inzicht te krijgen in het aantal opzeggers, de achtergronden van die cliënten en de reden waarom zij de thuiszorg hebben opgezegd.

In totaal hebben 74 procent van de thuiszorgorganisaties aan het onderzoek meegewerkt en bekend gemaakt hoeveel cliënten de thuiszorg in de desbetreffende periode hebben opgezegd. Zij hebben samen 90 procent van de thuiszorgcliënten in zorg. Naast de analyse van de opgaven van de thuiszorgorganisaties zijn in een representatief onderzoek 345 opzeggers geïnterviewd om een beeld te krijgen van hun achtergrond en de reden van opzegging.
Uit die interviews kan worden afgeleid dat 81 procent van de opzeggers dat heeft gedaan omdat de eigen bijdrage omhoog zou gaan. Van die groep kan gezegd worden dat het overgrote deel vrouw is, zij overwegend lichamelijke klachten hebben en in driekwart van de gevallen en partner hebben. Het aantal 65plussers is relatief laag, hun inkomen ligt gemiddeld een stuk hoger dan dat van de gemiddelde thuiszorgcliënt.

Onderzoek naar de zorg die zij tot dan toe kregen laat zien dat het in meer dan 90 procent ging om alleen huishoudelijke hulp. Het gemiddeld aantal uren zorg per week betrof drie uur. Dat is iets minder dan het gemiddelde in de thuiszorg. Als wordt gekeken naar de duur dat cliënten zorg ontvingen, dan valt op dat meer dan veertig procent korter dan een jaar thuiszorg had. Twintig procent ontvangt langer dan drie jaar thuiszorg.
Uit het antwoord op de vraag welk alternatief zij hebben gezocht, blijkt dat 35 procent van de opzeggers dat in mantelzorg (familie en bekenden) of in een vrijwilligerswerk heeft gevonden. Zestien procent huurt de zorg nu zelf in en betaalt dat ook zelf. Een vijfde zegt zichzelf te kunnen redden, een kwart heeft nog geen oplossing gevonden. Directe aanleiding voor de opzegging was voor meer dan tachtig procent van de cliënten de brief van het CAK die zij half december ontvingen. De anderen hoorden over de verhoging via de media of anderszins. Staatssecretaris Ross-Van Dorp beseft dat de groep die in december/januari de thuiszorg opzegde, niet dezelfde informatie over compensatiemogelijkheden kreeg als de cliënten, die de zorg continueerden en in maart een factuur en een beschikking kregen.

Zij heeft daarom besloten in overleg te treden met de thuiszorgorganisaties om te bekijken of het mogelijk is die opzeggers alsnog de informatie te verstrekken over mogelijkheden de hogere bijdrage als bijzondere ziektekosten af te trekken van de belastingen, dan wel bij de gemeente om bijzondere bijstand te vragen. Met die informatie kunnen de ex-cliënten een afweging maken of zij alsnog thuiszorg willen ontvangen of bij de opzegging blijven.

Voorts wil zij begin april bij een aantal thuiszorgorganisaties laten peilen of het verzenden van de beschikking en factuur, aangevuld met informatie over compensatiemogelijkheden, tot een tweede golf opzeggingen heeft geleid. In die peiling kan ook worden gekeken of er sprake is van spijtoptanten: of cliënten die in december/januari hebben opgezegd toch weer thuiszorg hebben aangevraagd.