---
Brieven aan de Kamer
---
Tussenrapportage Systeem (NIMCIS)Project Nieuwe generatie Mariniers
Communicatie en Informatie
31-3-2004 12:10:00
Inleiding
Het project "Nieuwe generatie Mariniers Communicatie en Informatie
Systeem" (NIMCIS) bestaat uit twee delen. Het eerste deel omvat de
introductie van tactische communicatieapparatuur met een initiële
capaciteit aan informatieverwerkende systemen. Het tweede deel omvat
de verwerving en implementatie van informatiesystemen voor onder meer
besluitvorming, inlichtingen, indirecte vuursteun en logistieke
ondersteuning.
In het algemeen overleg met de vaste commissie voor Defensie van 10
september 2003 is gesproken over de behoeftestelling NIMCIS deel één
en over het voornemen de B-,C- en D-documenten te combineren, vanwege
de urgentie van nieuwe communicatiemiddelen voor het Korps mariniers.
In dit overleg heb ik de commissie een tussenrapportage toegezegd over
de interoperabiliteit met marinierseenheden uit andere landen en met
andere krijgsmachtdelen, in nationaal en in internationaal verband.
Deze brief gaat eerst in op de operationele behoefte en de eisen ten
aanzien van de interoperabiliteit en vervolgens op de mogelijkheden
gebruik te maken van overtollige radios van Defensie. Daarna komt het
"Joint Tactical Radio System" (JTRS) aan de orde dat thans in de
Verenigde Staten wordt ontwikkeld. Voorts zijn in deze brief de
antwoorden verwerkt op de vragen 4 tot en met 8 van het lid Haverkamp
(CDA) over NIMCIS van 19 februari jl. (Kamerstuk 2030408610).
Operationele behoefte
In de behoeftestelling van april 2002 (Kamerstuk 27 830, nr. 12 van 16
april 2002) is uiteengezet dat het Korps mariniers is uitgerust met
communicatieapparatuur uit de jaren ´70 van de vorige eeuw. De diverse
typen radio's hebben het einde van hun technische levensduur
ruimschoots bereikt. De mariniers, die zeer mobiel moeten kunnen
optreden in moeilijk begaanbaar terrein en onder extreme
klimatologische omstandigheden, hebben dringend behoefte aan nieuwe
radio's. Radio´s die voldoen aan de hedendaagse operationele eisen en
die aansluiten op de systemen van internationale samenwerkingpartners.
Omwille van de situational awareness(omgevingsbewustzijn) van eenheden
is er behoefte aan apparatuur voor beveiligde spraak en beveiligd
dataverkeer in een netwerk. Het eerste deel van het project NIMCIS
omvat de verwerving van de transmissielaag voor dat netwerk (de
beveiligde communicatiemiddelen voor de Ultra High Frequency(UHF),
de Very High Frequency(VHF) en de High Frequency(HF)) en de verwerving
van een kleine hoeveelheid informatieverwerkende systemen. Wat de
radio's betreft gaat het om portofoons met een zeer kort
bereik, manpackedradio's voor middellange en langere afstanden,
voertuigradio's voor grote afstanden en specifieke
datacommunicatieradio's die veel gegevens in korte tijd kunnen
verwerken. Bij al deze radio´s wordt gebruik gemaakt van nieuwe
technologieën waarbij de functies van de radio´s voor een belangrijk
deel met behulp van software worden aangestuurd.
Het informatieverwerkend gedeelte uit deel één van het project richt
zich op de verbetering van de situational awarenessmet behulp van
gedigitaliseerde kaarten, automatische positiebepaling en rapportages
binnen het systeem. NIMCIS is zowel bedoeld voor gebruik op het niveau
van de individuele militair als op het hogere niveau, zoals het
bataljonsniveau.
Interoperabiliteit
De samenwerking tussen krijgsmachtdelen (joint) en met gelijksoortige
krijgsmachtonderdelen in andere landen (combined) is voor elk
onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht van groot belang. Zo moet het
Korps mariniers samenwerken met Britse eenheden in de UK/NL Amphibious
Force en met Nederlandse eenheden van de Koninklijke landmacht en de
Koninklijke luchtmacht in crisisbeheersingsoperaties zoals in Irak.
Voorop staat dat de nieuwe apparatuur voor het Korps mariniers niet
alleen voldoet aan de technische eisen maar dat het ook de
mogelijkheid biedt om zowel nationaal als internationaal beveiligd te
communiceren (data en spraak). Als uitgangspunt voor de DMP-B/C/D-fase
gelden, ten aanzien van de vereiste interoperabiliteit, de navolgende
generieke scenarios voor samenwerking:
Samenwerking tussen de krijgsmachtdelen:
* Eén voor crisisbeheersingsoperaties uitgezonden
(mariniers)bataljon onder bevel van een brigadestaf van de
Koninklijke landmacht die nog twee andere (inter)nationale
bataljons operationeel aanstuurt, met logistieke ondersteuning van
een joint nationaal support element;
* één voor crisisbeheersingsoperaties uitgezonden mariniersbataljon
met eigen logistieke en gevechtsondersteuning, dat met een
geniecompagnie van de Koninklijke landmacht en met de helikopters
van de Tactische Helikopter Groep van de Koninklijke luchtmacht
(luchttransport) wordt ingezet onder bevel van een internationale
brigadestaf. De logistieke ondersteuning is nationaal
georganiseerd.
Samenwerking met andere landen:
* Binnen de UK/NL Amphibious Force: een volledig geïntegreerd
mariniersbataljon versterkt met elementen uit het
gevechtssteunbataljon, het logistiek bataljon en het amfibisch
ondersteuningsbataljon, voor inzet in het hogere deel van het
geweldsspectrum;
* in Navo-verband: twee mariniersbataljons, versterkt met elementen
uit het gevechtssteunbataljon, het logistiek bataljon en het
amfibisch ondersteuningsbataljon, in een multinationale
taakgroep.
Er is onderzocht in hoeverre volledig of gedeeltelijk in de behoefte
kan worden voorzien door gebruik te maken van overtollige radio's
waarover Defensie nog beschikt. Indien dit volledig het geval zou
zijn, hoeven er geen nieuwe radio's te worden aangeschaft. Dan zou
geld kunnen worden bespaard en zou een periode kunnen worden overbrugd
totdat een nieuwe generatie radios beschikbaar komt. Indien
gedeeltelijk gebruik kan worden gemaakt van overtollige radio´s,
zouden enkele of meerdere nieuwe (NIMCIS) radio´s in het netwerk
kunnen worden vervangen door overtollige radio´s. Eveneens is
onderzocht wanneer een nieuwe generatie radio's beschikbaar komt. De
twee volgende paragrafen gaan nader in op de bruikbaarheid van
overtollige radio's en op de toekomstige generatie radio's.
Gebruik overtollige radio's
Bij de Koninklijke landmacht zijn ruim 3.200 radio's overtollig
geworden, de FM9000 (VHF) en de HF7000 (HF). Met deze radio´s kan niet
volledig in de behoefte worden voorzien. Bepaalde typen waaraan
behoefte is, zijn namelijk niet voorradig en andere zijn te zwaar om
als manpackte gebruiken of te zwaar om in een voertuig te gebruiken.
Ook is onderzocht of het mogelijk is om gedeeltelijk in de behoefte te
voorzien. De bruikbare typen worden dan opgenomen in het netwerk in
plaats van nieuwe (NIMCIS) radio's. Om de overtollige radio's in het
netwerk te kunnen gebruiken, moeten echter extra kosten worden gemaakt
voor ontbrekende toebehoren en voor ontbrekende functies, zoals
beveiligde spraak en situational awareness. Ook na dergelijke
aanpassingen voldoen de radio's nog niet aan de kwaliteitseisen. Zo is
er slechts in beperkte mate dataverkeer mogelijk en heeft de
interoperabiliteit met andere krijgsmachtdelen en met eenheden van
andere landen technisch veel voeten in de aarde. Voorts moet rekening
gehouden worden met technische en financiële risico's. Per saldo kost
de aanpassing van bruikbare overtollige radio's meer dan de aankoop
van nieuwe radio's en komt het resultaat na de aanpassingen slechts
gedeeltelijk tegemoet aan de behoefte.
Toekomstige generaties
Defensie en kennisinstituten zoals TNO-Telecom volgen de
ontwikkelingen op het gebied van de (militaire) communicatie op de
voet. De nieuwste ontwikkelingen betreffen Software Defined Radio(SDR)
en het Joint Tactical Radio System(JTRS). Mede naar aanleiding van de
schriftelijke vragen van het lid Haverkamp (CDA) worden deze
ontwikkelingen nader toegelicht.
SDR is een concept waarin de functies van de radio voor een belangrijk
deel software gestuurd zijn. Dergelijke radio's zijn programmeerbaar
maar niet als vanzelfsprekend interoperabel, omdat fabrikanten hun
product vanwege commerciële belangen beschermen. Tegenwoordig maken de
meeste radio's, ook op de civiele markt, gebruik van dit concept. Dit
geldt, afhankelijk van de leverancier, in meer of mindere mate ook
voor de radio's die voor NIMCIS in aanmerking komen.
Het JTRS is een ontwikkeling in opdracht van het Pentagon om
interoperabele radio's voor data, spraak en video te creëren. In
technisch opzicht beweegt het zich op de grenzen van hetgeen nu
mogelijk is; onderzoek van TNO-telecom bevestigt dit. Het JTRS berust
op SDR en de daarmee samenhangende software- en
communicatiearchitectuur. Het is een radio met een besturingssysteem,
vergelijkbaar met Windows op een pc, waarop allerlei toepassingen
mogelijk zijn. Fabrikanten kunnen met behulp van het JTRS hun radio´s
met een generiek besturingssysteem uitrusten. Dat vereist echter wel
dat de participerende radiofabrikanten de unieke kenmerken van hun
radio, de wave form, beschikbaar stellen. Fabrikanten zullen hiertoe
alleen overgaan als zij verwachten dat hen dit vroeg of laat
financieel voordeel zal opleveren. Ook moeten de participerende landen
de crypto, bedoeld voor de beveiliging, beschikbaar stellen. Het
JTRS-programma biedt dus in theorie de mogelijkheid om
interoperabiliteit te bewerkstelligen, maar of hiervan werkelijk
sprake zal zijn, hangt af van de bereidheid van de betrokken
fabrikanten en landen.
Het JTRS-programma omvat vijf clusters van radiotypen. Het betreft
onder meer voertuig- en manpackradio's, portofoons en een dataversie
van het JTRS. Het JTRS-programma is vertraagd, maar de eerste
prototypen van het eerste cluster worden naar verwachting komend jaar
geproduceerd. Zo heeft de fabrikant van de Multiband Intra Team
Radio(MBITR) voor 2006 een beperkte JTRS-upgrade voor deze radio
aangekondigd. De MBITR is een radio voor communicatie binnen een klein
team van speciale eenheden. Met zon JTRS-upgrade wordt niet voorzien
in een Nederlandse behoefte, omdat deze radio vooral wordt gebruikt in
een klein, gesloten team.
Andere clusters, waaronder de manpackradio'sdie zijn voorzien voor
NIMCIS, zullen pas vanaf 2010 binnen het bereik van landen als
Nederland komen. Ook als het JTRS een commercieel succes wordt, zal de
productie van bruikbare toepassingen nog meerdere jaren vergen. De
kosten van JTRS worden vooralsnog, zeker in de beginfase, zeer hoog
geschat omdat het technisch geavanceerde radio's betreft die een groot
aantal functies combineren. Kortom, deze nieuwe ontwikkelingen worden
met aandacht gevolgd, maar zij zijn voor de huidige behoefte geen
realistische alternatief.
Vervolg
Om de gewenste interoperabiliteit te bereiken, zijn de afgelopen
maanden diverse mogelijkheden onderzocht en getoetst aan de eerder
genoemde generieke samenwerkingsscenario's. Omdat NIMCIS als netwerk
wordt opgebouwd, is het mogelijk gebleken de gewenste nationale en
internationale interoperabiliteit tot stand te brengen. Aan zo'n
netwerk, bijvoorbeeld in een voertuig, kunnen andere radio's worden
gekoppeld en in NIMCIS worden geïntegreerd. Het netwerk kan door
middel van software aan verschillende soorten radio's worden aangepast
en de systeemintegratie is technisch eenvoudig, vergelijkbaar met een
universele ´usb-aansluiting´ op de pc. Dit houdt onder meer in dat de
radio's van de Koninklijke landmacht (VHF en HF) en van buitenlandse
partners naar behoefte kunnen worden aangesloten op en geïntegreerd in
het netwerk van NIMCIS. Vercijferde spraak en data kunnen via
"vreemde" radio's in het NIMCIS-netwerk worden geïmporteerd en
geëxporteerd, bijvoorbeeld naar eenheden met landmachtradio's. Op deze
manier is het niet alleen mogelijk (vercijferde) spraak en data uit te
wisselen onder het brigadeniveau, maar ook tussen bataljons en zelfs
tussen pelotons en individuele militairen. Met deze oplossing is een
optimale uitwisseling van informatie mogelijk.
Deze benadering, waarbij overigens zoveel mogelijk van de
(overtollige) radio's van Defensie zal worden gebruikgemaakt, past
waarschijnlijk binnen de financiële grenzen van het project.
Relatie met andere projecten
Uiteraard wordt de samenhang bewaakt tussen het project NIMCIS (deel
één en twee) en andere projecten binnen Defensie, zoals Battlefield
Management Systems(BMS) en Theatre Independent Tactical Army and Air
Force Network(Titaan), die een directe relatie hebben tot NIMCIS deel
één. Dit is gewaarborgd doordat de regie over deze projecten op het
kerndepartement is belegd. Bovendien wordt zoveel mogelijk met
gemeenschappelijke standaarden gewerkt om te garanderen dat
applicaties van de Koninklijke landmacht ook op het NIMCIS-netwerk
passen. Ook worden bijvoorbeeld de koppelvlakken tussen NIMCIS en
Titaan op elkaar afgestemd.
Samenvatting
De hierboven onder het kopje "vervolg" geschetste oplossing - de
koppeling van verschillende typen radio's - voldoet volledig aan de
vereisten van interoperabiliteit en samenwerking en past
waarschijnlijk binnen de vastgestelde financiële grenzen. De levering
van nieuwe radio's aan het Korps mariniers kan aanvangen vanaf eind
2004. Thans wordt de gecombineerde voorstudie-, studie- en
verwervingsvoorbereidingfase van dit project voorbereid en de
resultaten daarvan zal ik u in het derde kwartaal van dit jaar
aanbieden.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Nieuws
Ministerie van Defensie