Ministerie van Buitenlandse Zaken

Brussel, 26 maart 2004

Toespraak van Pat COX, Voorzitter van het Europees Parlement, voor de Europese Raad-

Het thema van deze bijeenkomst van de Europese Raad is de noodzaak om iets te doen aan het uitblijven van resultaten. Nergens is dit duidelijker dan bij de Lissabon-agenda, waar het uitblijven van resultaten de geloofwaardigheid van de gehele exercitie ondermijnt.

Op de Top van Lissabon in het voorjaar van 2000 stelde de Europese Raad ambitieuze doelen vast voor de modernisering van de Europese economie. De regeringsleiders stond een extra groei van 0,75% per jaar voor ogen als gevolg van de maatregelen van de agenda. Het was de bedoeling dat op die manier in 2010 de Amerikaanse groeicijfers bereikt zouden worden.

Ambitieuze doelstellingen en deadlines behoren tot de Europese methode. Zo wordt actie gestimuleerd en wordt geloofwaardigheid opgebouwd. De interne markt in 1992 en de euro in 1999 zijn recente voorbeelden van grote successen die geboekt worden als de wil ertoe aanwezig is. De agenda van Lissabon, die even ambitieus is als die andere voornemens, vereist doortastend optreden van de lidstaten, met hulp - dus geen tegenwerking - van Brussel. Dit is een Europese veldtocht, die gestreden wordt op nationale slagvelden. Het optreden van de lidstaten moet nu recht doen aan onze Europese ambities.

We zijn nu vier jaar bezig met de uitvoering van een tienjarenprogramma, en alles wijst erop dat we niet op schema liggen.

Er is wel belangrijke vooruitgang geboekt. De ene lidstaat na de andere heeft zich op het economische hervormingspad begeven - deregulering van de arbeidsmarkt, hervormingen van pensioen- en socialezekerheidsstelsels, werkgelegenheidsprojecten - maar al deze activiteiten bij elkaar hebben nog niet het gewenste resultaat opgeleverd.

Twee essentiële indicatoren, de economische groei en de toename van de werkgelegenheid, laten zien waar de schoen wringt. De burgers stellen terecht kritische vragen. Hoe kan het dat we met onze thuismarkt die bijna anderhalf keer zo groot is als die van de Verenigde Staten, en met ons grotere aandeel in de wereldhandel toch stelselmatig slechter presteren dan de VS? Hoe komt het dat we met onze interne markt en onze ene munt op economisch herstel in Amerika moeten wachten om de stagnatie te boven te komen?

Natuurlijk is de kiezer bezorgd over het tempo van de veranderingen en de afbrokkeling van de traditionele zekerheid van zijn baan en andere sociale verworvenheden. De lidstaten en de Europese Raad moeten vooropgaan met uitleggen dat de welvaart op lange termijn in Europa gebaat is bij aandacht voor het scheppen van werkgelegenheid en niet zozeer het behouden van arbeidsplaatsen, en bij het bevorderen van de vaardigheden en het aanpassingsvermogen van mensen. Aan het hervormingsfront is vaart geboden, geen vertraging.

Wij binnen de Europese instellingen dragen bij aan het hervormingsproces. Er wordt belangrijke vooruitgang geboekt aan het eind van deze zittingsperiode, met een recordaantal wetgevingszaken op de agenda voor de laatste twee vergaderweken. Juist komende week zal het Parlement twee belangrijke wetgevingsvoorstellen op het gebied van de financiële diensten goedkeuren. Wij zijn bereid de vaart erin te houden, niet alleen op het gebied van de effectenhandel maar ook voor het bank- en verzekeringswezen. Wij hebben aangedrongen op een snelle liberalisering van het vracht- en personenvervoer, zoals we ons ook al eerder hadden ingezet voor een gemakkelijker verkrijgbaarheid van goedkope energie, zowel voor bedrijven als consumenten.

Op een aantal bekende terreinen heeft Europa niet de bereidheid of de daadkracht gehad om tot resultaten te komen. Ik weet nog dat we op de Top van Barcelona blij waren omdat we dachten dat we overeenstemming hadden bereikt over een EG-octrooi. Nu blijkt dat de Raad alweer in gebreke is gebleven, 30 jaar na de eerste besprekingen, en dat terwijl bij het US Patent Office door Amerikaanse bedrijven vier keer zoveel octrooien worden geregistreerd als door Europese bedrijven, en dat het Amerikaanse bedrijfsleven zelfs in Europa aan de leiding gaat (170 - 161).

Op terreinen waar een Europees raamwerk bestaat is het droevig gesteld met de uitvoering en handhaving op nationaal niveau. 40% van de EU-richtlijnen is nog steeds niet binnen de gestelde termijnen in nationale wetgeving omgezet. De drie instellingen moeten op dit punt gezamenlijk de hand aan de ploeg slaan: de Commissie moet toezien op de uitvoering, de nationale regeringen moeten regelmatiger met hun parlement op de Lissabon-agenda inzetten, en het Parlement moet in de dialoog met de nationale parlementen prioriteiten aangeven en wijzen op traagheid bij de omzetting en zwakke punten in de handhaving.

De kwaliteit van de wetgeving is essentieel. We moeten regels maken op Europees niveau, maar we moeten dat minder maar wel beter doen. We moeten nu ernst maken met beter wetgeven waarover we in december jl. een akkoord hebben gesloten. Er moet een gezamenlijk programma van de drie instellingen komen voor vereenvoudiging van de wetgeving, met een nauwkeurig programma voor de komende zes maanden, het komende jaar en de komende vijf jaar. Ook moeten we ernst maken met onze belofte om beter te bepalen wat de gevolgen van ons optreden zijn voor werkgelegenheid, concurrentievermogen en milieu met behulp van objectieve uitvoerige effectbeoordelingen, ook dit aan de hand van een gemeenschappelijk programma van de drie instellingen en van gemeenschappelijke criteria.

In de ontwerpconclusies wijst het voorzitterschap terecht op het belang van research, waarin te weinig particuliere investeringen plaatsvinden. Wij zijn warm voorstander van betere condities voor private research met gerichte overheidssteun. Ons eigen Europese kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling moet vereenvoudigd worden, vooral voor het midden- en kleinbedrijf, maar ook is er meer geld nodig voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Deze hoge prioriteit moet ook tot uiting komen in de nieuwe financiële vooruitzichten waarover de onderhandelingen in het najaar beginnen.

Onze wetenschappers, die meer en meer in de verleiding komen hun heil buiten de EU te zoeken, moeten enthousiast gemaakt worden met bepaalde grootse Europese projecten met een economisch potentieel en een Europees stempel.

Het werk van de groep van Wim Kok en anderen heeft ons inzicht in de behoeften en ons vermogen om van de opgedane ervaringen te leren vergroot; we weten nu dat we meer mensen op de arbeidsmarkt moeten inzetten, de actieven moeten belonen en een gunstig klimaat moeten creëren voor startende bedrijven, zowel kleine als grote.

Maar beter inzicht in wat er in de Europese economie aan de hand is is één ding; tekortkomingen verhelpen is iets anders. Het zwaartepunt van die taak ligt bij u, regeringsleiders van de lidstaten, maar de Europese instellingen kunnen en moeten daarbij een rol spelen.

Het Ierse voorzitterschap is erin geslaagd de conclusies van deze bijeenkomst te stroomlijnen. Dit is de eerste keer dat u een verklaring uitgeeft die duidelijk en begrijpelijk is. Wij hopen dat minder conclusies zullen uitmonden in betere resultaten.

Externe betrekkingen
Cyprus

Ik ben blij dat de nieuwe premier van Griekenland, de heer Karamanlis, hier aanwezig is en ik bedank hem ervoor dat hij aan het begin van de week in Athene tijd heeft vrijgemaakt om met mij te spreken. Ik wens hem, en de president van Cyprus, de heer Papadopoulos, het beste toe en hoop dat de besprekingen over een regeling voor Cyprus de komende dagen met een goed resultaat kunnen worden afgesloten.

Het Europees Parlement heeft, net als u, de ontwikkelingen onder begeleiding van VN-secretaris-generaal Kofi Annan op de voet gevolgd.Wij hopen vurig dat de leiders van de beide gemeenschappen de wijsheid en politieke bereidheid kunnen vinden om de toetreding van een verzoend en verzoenend Cyprus mogelijk te maken.

Het is al zo vaak gezegd, maar nu is het misschien echt "de laatste kans".

Als het lukt om een voorstel waarover overeenstemming is bereikt op 20 april aan de kiezers van beide gemeenschappen voor te leggen,dan moet de Europese Unie haar reserves laten varen.

Wij moeten duidelijk blijk geven van onze geestdrift voor een oplossing, zowel in de vorm van positieve politieke verklaringen op het juiste moment als in de vorm van een ruime financiële bijdrage op donorconferentie op 15 april. Als de Europese Unie een wezenlijke bijdrage kan leveren in de vorm van concrete steun bij verhuizingen, wederopbouw e.d. en als we kunnen zorgen voor actieve ondersteuning door de EIB, dan kunnen we positief invloed uitoefenen om het resultaat te verkrijgen waarvan ieder die hier aanwezig is hoopt dat het werkelijkheid mag worden.

Kosovo

Door de recente uitbarstingen in Kosovo worden we op onzachte wijze geconfronteerd met de opgekropte spanningen, de onbestendigheid en de stabiliteitsrisico's op de westelijke Balkan. De gebeurtenissen van 17 maart vormen een ernstige terugslag, niet alleen door de versterkte feitelijke scheiding van etnische groepen die er het gevolg van is, maar ook omdat er nieuwe twijfel is gerezen ten aanzien van de toekomst van Kosovo als een vreedzaam en multi-etnisch geheel.

We mogen mijns inziens geen duimbreed afwijken van de beleidslijn die normen boven status stelt. Bij die normen hoort de mogelijkheid om politiek te bedrijven. Deze normen tolereren geen geweld en evenmin het bereiken van politieke doeleinden met gewelddadige middelen.

Tevens is het duidelijk dat we een serieuze gedachtevorming over een langduriger regeling van de kwestie-Kosovo niet langer voor ons uit kunnen schuiven. Onze politiek begint slijtplekken te vertonen. De toestand in Kosovo bergt het risico in zich dat de hele regio mee wordt gezogen en dat de geesten uit het recente verleden weer opdoemen. We moeten onverwijld het pad effenen voor stappen die kunnen leiden tot een billijke en duurzame regeling die voor beide gemeenschappen aanvaardbaar is en aan beide adequate garanties biedt.

Wie zegt zijn toekomst in Europees verband te zien moet ook bereid zijn met zijn buren te praten. Stappen in de richting van de Europese Unie zijn ondenkbaar zonder dialoog of zonder vreedzame en constructieve betrokkenheid.

Midden-Oosten

Noch de zaak van de vrede in het Midden-Oosten, noch de al even belangrijke zaak van de bestrijding van het internationale terrorisme zijn vergemakkelijkt door de wederrechtelijke moord op Sjeik Achmed Yassin op 21 maart, die in het Europees Parlement krachtig is veroordeeld.

Tegelijk erkennen we het recht van de staat Israël zichzelf en zijn burgers te verdedigen tegen terroristische aanslagen, en veroordelen we zonder meer de terroristische gruweldaden waarvoor Hamas verantwoordelijk is. Beide partijen in het conflict moeten zichzelf beheersen en de verschrikkelijke cyclus van geweld een halt toeroepen door eindelijk voor de moeilijke, maar noodzakelijke weg naar de dialoog te kiezen.

Terwijl de situatie ter plaatse steeds verder escaleert mag de internationale gemeenschap niet de indruk wekken dat zij haar handen heeft afgetrokken van de crisis. Als men de Israëlische regering onbelemmerd laat doorgaan met haar eenzijdig opgelegde plan voor terugtrekking uit de Gazastrook en de bouw van een veiligheidshek bestaat het risico dat er een nieuwe realiteit wordt gecreëerd die een levensvatbare oplossing op de lange termijn in de weg staan in plaats van vergroten.

Ik denk dat er een veel diepgaander, constructief engagement van de Europese Unie nodig is om onze samenwerking met de Verenigde Naties en de Verenigde Staten weer een dringend karakter te geven, en het streven naar een oplossing nieuw leven in te blazen, waarbij we kunnen voortbouwen op de resultaten die met de routekaart van het Kwartet waren bereikt.

We moeten de regio een perspectief geven en ik steun ten zeerste de nieuwe, op de regio gerichte benadering van het Voorzitterschap, waarin het engagement van de EU wordt vergroot door de ontwikkeling van een strategisch partnerschap tussen de EU met het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten.

Afgelopen maandag annuleerde president Moebarak het bezoek van een delegatie aan de Knesset ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van het vredesverdrag tussen Israël en Egypte. Op dezelfde dag werd bij de opening van de Euromediterrane parlementaire vergadering met algemene stemmen, ook die van de vertegenwoordiger van de Knesset, de Egyptische spreker als eerste voorzitter van de vergadering gekozen. Ik begrijp dat het voorzitterschap en de Commissie andere dingen aan hun hoofd hadden met de voorbereiding van de vergadering van vandaag. Ik wil alleen maar dit zeggen: onderschat niet het gewicht van democratisch parlementarisme. De Euromediterrane parlementaire vergadering kan een platform zijn voor de bevordering van onze gemeenschappelijke strategische doelen voor de wijde regio van het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten.

Dit is de laatst Europese Raad die op het programma staat voor de Europese verkiezingen van 10-13 juni, dus het ligt in de lijn der verwachting dat ik kort inga op het belang van die verkiezingen.

Allereerst een woord alleen al over de schaal waarop deze verkiezingen worden gehouden: 348.824.000 mensen in 25 lidstaten hebben het recht om van 10 tot 13 juni hun stem uit te brengen. Het zijn de eerste verkiezingen op continentale schaal die ooit in de Europese geschiedenis zijn gehouden.

Bovendien vinden de verkiezingen plaats in een jaar van een herdefinitie en een vernieuwing van onze Unie, tegen een unieke achtergrond van omstandigheden: de eerste Europese verkiezingen na de uitbreiding, het veelbelovende vooruitzicht van een akkoord over het langverwachte constitutionele verdrag van Europa, de benoeming later dit jaar van een nieuwe Commissie.

De succesvolle voltooiing van de uitbreiding is een teken van de vitaliteit van onze Unie en haar niet aflatend vermogen uiteindelijk de juiste beslissingen te nemen over wezenlijke kwesties.

Tot nog toe zijn we echter minder goed geslaagd in het aan de man brengen van onze collectieve geschiedenis, om onze Europese medeburgers te doordringen van de resultaten van de Unie en het belang hiervan voor hun eigen leven.

De Europese instellingen zouden best een dosis frisse lucht, de oppepper van werkelijke democratie kunnen gebruiken. Is er een betere gelegenheid denkbaar dan deze Europese verkiezingen, in dit bijzondere jaar, om een werkelijk Europese dimensie aan de campagne van de komende maanden te geven?

Natuurlijk zullen nationale politieke onderwerpen en kwesties van persoonlijkheid altijd een rol in de Europese verkiezingen spelen. Maar als we willen dat de mensen ooit in staat zijn een betrokkenheid met de activiteiten van de EU aan te gaan hebben we een breed open en publiek debat nodig over Europese onderwerpen.

De agenda van de Top illustreert precies het soort onderwerpen dat in de verkiezingscampagne aan de orde zou moeten komen. Die zal gaan - om het simpel te stellen - over het scheppen van banen en economische groei, bescherming van de burgers tegen de ellende van het internationale terrorisme, over de beslissing via het nieuwe verdrag over wie wat doet in de EU namens de burgers, en over een sterkere rol van Europa in de wereld.

Hoe wijs en verstrekkend de besluiten die u hier vandaag neemt ook mogen zijn, zorg ervoor dat het debat niet in Brussel ophoudt. Ik wil u allemaal oproepen in de komende weken en maanden actief campagne te voeren over al deze onderwerpen en voor onze gemeenschappelijke zaak - voor langdurige vrede, welvaart en stabiliteit in heel Europa.

De afgelopen vijf jaar heeft het Europees Parlement zijn rol gespeeld en zijn institutionele plicht ruimschoots vervuld, vooral met de efficiënte en verantwoordelijke uitoefening van zijn wetgevingsbevoegdheden en de enthousiaste en onvoorwaardelijke steun die het gegeven heeft aan het uitbreidingsproces.

Ik wil stellen dat nu - naarmate deze unieke Europese verkiezingen dichterbij komen - de tijd gekomen is voor de Europese leiders om het Europese deel van het akkoord met de Europese kiezers na te komen. Bij deze mijlpaal in de Europese geschiedenis doe ik een beleefd beroep op u allen om overal campagne te gaan voeren voor de democratische toekomst van Europa.

===