Nieuws
31 mrt 2004 - Kamervragen over Besluit
Financiële Zekerheid
Vragen van het lid De Krom (VVD) aan de Staatssecretaris van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over Besluit
Financiële Zekerheid.
1. Deelt u de opvatting, zoals in de Nota van Toelichting bij het Besluit
Financiële Zekerheid aangegeven, dat het Besluit met name moet worden
toegepast als stok achter de deur bij niet kapitaalkrachtige bedrijven en
dat financiële zekerheid niet onnodig gesteld moet worden?
2. Kent u de situaties in de provincies Zeeland (bedrijf Heros BV te
Sluiskuil) en Limburg (bedrijf AVR-Keunen te Venlo) waar bij een verzoek
tot wijziging van de milieuvergunning als aanvullende eis een financiële
zekerheid ter hoogte van respectievelijk ¤3,5 miljoen en ¤9,4 miljoen
wordt gesteld? Hoe beoordeelt u het feit dat het Besluit thans wordt
toegepast bij gerenommeerde professionele ondernemingen in de
afvalsector?
3. Hoe beoordeelt u de criteria op basis waarvan de financiële zekerheid
door de twee genoemde provincies is vastgesteld en de hoogte van het
gestelde bedrag?
4. Bent u bereidt om de criteria zo aan te passen dat beter aangesloten
wordt bij het doel van het Besluit, namelijk het fungeren als vangnet
voor probleemgevallen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
5. Deelt u de opvatting dat het willekeurig stellen dergelijk hoge
bedragen (3,5 en 9,4 miljoen) aan financiële zekerheid een fors negatief
effect heeft op de kredietruimte van bedrijven en dat het Besluit daarmee
haar doel voorbij schiet? Bent u voornemens hiertegen maatregelen te
treffen?
6. Bent u bereidt de huidige vrijblijvendheid van de gestelde criteria in
het Besluit aan te scherpen opdat willekeur bij het bevoegde gezag wordt
voorkomen in het belang van een éénduidig uitvoeringsbeleid? Zo ja, op
welke termijn? Zo nee, waarom niet?
7. Kunt u aangeven hoe het Besluit Financiële Zekerheid zich verhoudt tot
laatste ontwikkelingen rond de Europese Richtlijn
Milieuaansprakelijkheid? Bent u van oordeel dat, de wijze waarop nu met
het Besluit door het bevoegd gezag lijkt te worden omgegaan, tot een
nadeel in de concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven kan leiden? Hoe
bent van plan in de toekomst om te gaan met het Besluit Financiële
Zekerheid en de Europese Richtlijn Milieuaansprakelijkheid? Bent u
voornemens het Besluit in te trekken wanneer de richtlijn geïmplementeerd
wordt?
31 maart 2004
VVD