Federale regering Belgie
Rondtrekkende dadergroeperingen
(2004-03-30)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, nam
de Ministerraad akte van de kadernota met betrekking tot de
geïntegreerde aanpak van het fenomeen van de rondtrekkende
dadergroeperingen door het Federaal Parket. De ontwikkeling van de
rondtrekkende dadergroeperingen op ons grondgebied vergt een meer
gecoördineerde politionele en gerechtelijke aanpak. De nota geeft
oriënteringen aan om deze coördinatie te versterken en geeft een
duidelijker beeld van de rol van het federaal parket zonder de
wettelijke opdrachten ervan te wijzigen. De doelstellingen waarvoor
het federaal parket werd opgericht moeten immers worden gevrijwaard,
te weten de strafvordering in de meest complexe gerechtelijke
dossiers, zoals het terrorisme, de ernstige schendingen van het
internationaal humanitair recht en de overtredingen die, in grote
mate, betrekking hebben op verschillende rechtsbevoegdheden of die een
internationale dimensie hebben, meer bepaald die welke betrekking
hebben op de georganiseerde misdaad.
Wat verstaat men onder rondtrekkende dadergroeperingen?
Onder "rondtrekkende dadergroeperingen" verstaat men een
misdadigersbende:
- die een hele reeks diefstallen pleegt in woningen of in firma's en
handelszaken, waaronder ramkraken of diefstallen uit de laadruimte of
nog diefstal van identiteitsdocumenten in overheidsdiensten en
administraties;
- waarvan de leden hoofdzakelijk afkomstig zijn van de vroegere
Oostbloklanden;
- die handelt of geleid wordt vanuit grote steden of vanuit het
buitenland;
- die een groot aantal feiten pleegt op een groot deel van het
grondgebied.
Deze definitie neemt echter niet weg dat een rondtrekkende
dadergroepering ook in de tweede plaats kan betrokken zijn bij andere
feiten, zoals car- en homejackings en autozwendel.
Hoe treedt het federaal parket op?
1. De federalisering na notificatie
"Federaliseren" betekent dat het federaal parket zelf de
strafvordering uitoefent en het onderzoek leidt. Een automatische
federalisering is niet wenselijk: in sommige gevallen kan dit
werkoverlast met zich meebrengen alsook tijdverlies als gevolg van de
moeilijkheid om zaken op afstand te behandelen (vanuit Brussel).
2. De federalisering vertrekkende van niet benutte informatie
Wanneer feiten plaatsvinden in verschillende arrondissement oefenen de
betrokken procureurs des Konings zelf de strafvordering uit en nemen
de lokale parketten zelf de leiding van het onderzoek. Het federaal
parket kan de coördinatie van deze verschillende onderzoeken op zich
nemen. Het lokale parket stelt vaak grenzen aan het onderzoek en kiest
voor de samenstelling van een beperkt dossier: een aantal
onderzoekselementen worden dus niet benut. Die elementen hebben echter
vaak betrekking op de onderliggende structuur en de organisatie van de
bende. Deze niet benutte gegevens worden behandeld in het kader van
een federaal onderzoek. Het federaal parket opent dan een federaal
strafrechtelijk dossier, op basis van een nieuw aanvankelijk
proces-verbaal. De weerhouden kwalificatie is "misdaadorganisatie" of
"misdadige samenspanning".
3. Het proactief onderzoek
De lokale reactieve onderzoeken zijn aan de gang in de verschillende
gerechtsarrondissementen. De federale procureur, bijgestaan door het
Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, coördineert de
uitoefening van de strafvordering in deze dossiers. De coördinatie
beoogt de verschillende reactieve onderzoeken die aan de gang zijn af
te stemmen op de resultaten van een proactief nationaal onderzoek.
Daarna volgt een overleg tussen de onderzoeksrechter, de magistraat
van het bevoegde parket en de federale magistraat rond elke
belangrijke evolutie - verwacht of gepland - van deze enquêtes.
Vervolgens wordt een nationaal proactief onderzoek gevoerd, "onder de
leiding en het gezag" van de federale procureur, in nauwe samenspraak
met de magistraten van de betrokken parketten. Elke betrokken
Gerechtelijke Arrondissementsdienst (GAD) levert zijn bijdrage tot het
nationaal proactief onderzoek. De ingezamelde informatie wordt
opgenomen in vertrouwelijke rapporten die, via de magistraat van het
parket, worden overgemaakt aan de federale magistraat, en via de
betrokken rechercheurs aan het DG Rechterlijke Organisatie. Deze
bereidt een ontwerp-signalementsformulier voor in het kader van een
nationaal proactief onderzoek. Met de rechtstreeks betrokken politie-
en gerechtelijke overheden zal continu overleg worden gepleegd op het
vlak van timing, toepassing van bijzondere onderzoeksmethodes en de
raming van de in te schakelen materiële en menselijke middelen. Het
definitieve signalementsformulier wordt dan voorgelegd aan de
goedkeuring van de federale procureur, die één of meerdere federale
dossiers opent.
4. De coördinatie
Wanneer feiten zich voordoen voeren de bevoegde procureurs des Konings
zelf de strafvordering uit en blijven de lokale parketten belast met
het onderzoek. Het federaal parket is belast met de coördinatie van de
verschillende enquêtes. In dat kader is het federaal parket bevoegd om
dwingende richtlijnen te geven aan de lokale parketten, behalve
uiteraard in geval van "tegenstrijdige beslissing" van de
procureur-generaal die territoriaal gezien bevoegd is.
Bijkomende inspanningen die gevraagd worden van het federaal parket
Vijf magistraten van het federaal parket zijn speciaal belast met het
fenomeen van de "rondtrekkende dadergroeperingen".
Dit fenomeen heeft steeds meer invloed op een aantal andere materies:
internationaal humanitair recht, misdrijven tegen de Staatsveiligheid,
overtredingen op nucleair vlak, terrorisme, georganiseerde diefstal,
car- en homejacking, autozwendel, gewapende overval, wapensmokkel,
doodslag, mensenhandel, clandestiene immigratie, schijnhuwelijken,
sektes, zeden, sekstoerisme, pedofilie via internet, verdwijningen en
ontvoeringen.
Het federaal parket levert onophoudelijk bijkomende inspanningen en
dit op verschillende niveaus:
* op het niveau van de coördinatie van de verschillende enquêtes;
* op het niveau van de steun aan de lokale parketten (bijvoorbeeld
door de internationale samenwerking te vergemakkelijken, door de
nodige politiecapaciteit en middelen vrij te maken, door ze een nieuwe
oriëntatie te geven, door bijzondere onderzoeksmethodes toe te passen,
...),
* op het niveau van de toepassing van de grensoverschrijdende
samenwerking.
Een noodzakelijke uitbreiding van het kader
1. Op het niveau van het federaal parket
Gezien de inspanningen die het federaal parket thans levert op het
vlak van de "rondtrekkende dadergroeperingen" en de vereisten inzake
personeel, is het volstrekt noodzakelijk het kader van het federaal
parket uit te breiden met minstens vier federale magistraten.
Deze versterking moet gepaard gaan met een versterking van de
gespecialiseerde administratieve steun aan de federale magistraten,
met name de aanwerving van vijf juristen.
In het kader van de strijd tegen de rondtrekkende dadergroeperingen
zullen deze nieuwe juristen tot taak hebben de federale magistraten
bij te staan in de voorbereiding en de redactie van de requisitoirs en
de zittingsnota's, in de rechtsonderzoeken, in de voorbereiding en de
opvolging van de coördinatievergaderingen, in het beheer van de
dossiers, enz.
2. Op het niveau van de politiecapaciteit
Het federaal parket beschikt over een recherchecapaciteit voorbehouden
per Gerechtelijke Arrondissementsdienst (GAD), die bepaald wordt in
functie van de omvang van deze laatste.
De voorbehouden capaciteit wordt jaarlijks geëvalueerd. Tot hiertoe
werd op deze reservecapaciteit geen beroep gedaan. Zij kan dus worden
aangewend in het kader van de strijd tegen de "rondtrekkende
dadergroeperingen".
Een versterkte rol van het federaal parket in de strijd tegen de
rondtrekkende dadergroeperingen is enkel zinvol wanneer laatstgenoemde
over een relevante analyse beschikt van het fenomeen, aangeleverd door
de betrokken politiediensten. Men overweegt meer bepaald een verhoging
van de analysecapaciteit binnen de federale politie.
3. Op het niveau van het crimineel beleid
De Minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal zullen
overgaan tot de redactie van een meer gerichte omzendbrief rond het
fenomeen van de rondtrekkende dadergroeperingen.
De Algemene Directie Externe Communicatie Kanselarij van de Eerste
Minister kan u bereiken op het volgende adres: cmr@premier.fed.be
Copyright Presscenter.org | Legal |
info@presscenter.org