Ministerie van Buitenlandse Zaken


-


- Brussel, - 25 maart 2004-


- (OR. en)


-


- SN 86/04


-


-


- - -

VERKLARING BETREFFENDE DE BESTRIJDING VAN TERRORISME


1. Inleiding

De Europese Raad is diep geschokt door de terroristische aanslagen in Madrid en betuigt zijn medeleven en solidariteit aan de slachtoffers, hun families en het Spaanse volk.

De wrede en laffe aanslagen van 11 maart hebben ons er bruut aan herinnerd hoezeer het terrorisme onze samenleving bedreigt. Terroristische daden zijn een aanslag tegen de waarden waarop de Unie gegrondvest is.

De Unie en haar lidstaten verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om het terrorisme in al zijn vormen te bestrijden, in overeenstemming met de fundamentele beginselen van de Unie, de bepalingen van het Handvest van de Verenigde Naties en de verplichtingen neergelegd in Resolutie 1373 (2001) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

Niemand is veilig voor de terrorismedreiging. Een terroristische daad tegen een bepaald land gaat de internationale gemeenschap in haar geheel aan. Ten aanzien van terroristen zal geen zwakte worden getoond en geen enkel compromis worden gesloten. Geen enkel land ter wereld kan zichzelf als immuun beschouwen. Terrorisme zal alleen door solidariteit en collectieve actie worden overwonnen.

De Europese Raad steunt het voorstel van het Europees Parlement om 11 maart uit te roepen tot Europese dag ter herdenking van de slachtoffers van het terrorisme.


2. Solidariteitsclausule

Het verheugt de Europese Raad dat de lidstaten en de toetredende landen zich er heden reeds toe geëngageerd hebben om, in de geest van de solidariteitsclausule van artikel 42 van de ontwerp-Grondwet voor Europa, gezamenlijk op te treden tegen terroristische daden.

Een afzonderlijke verklaring volgt hierna.


3. Veiligheidsstrategie

In de Europese veiligheidsstrategie, die in december jongstleden door de Europese Raad is aangenomen, wordt terrorisme genoemd als een van de voornaamste dreigingen voor de belangen van de EU, en wordt het voorzitterschap en secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Solana verzocht om, in overleg met de Commissie, concrete voorstellen in te dienen voor de uitvoering van de strategie, waaronder aanbevelingen voor de bestrijding van de terroristische dreiging en het aanpakken van de diepere oorzaken daarvan.

In het licht van de gebeurtenissen in Madrid, acht de Raad het urgent onverkort uitvoering te geven aan de maatregelen inzake terrorismebestrijding.

De Europese Raad roept op tot de ontwikkeling van een EU-langetermijnstrategie waarin alle factoren aan bod komen die bijdragen tot het terrorisme. Zoals verklaard in de conclusies van onze bijeenkomst van 21 september 2001 moet de Unie meer deelnemen aan de inspanningen van de internationale gemeenschap gericht op het voorkomen en stabiliseren van regionale conflicten en het bevorderen van goed bestuur en de rechtsstaat.

Bovendien roept de Europese Raad ertoe op om vaart te zetten achter de ontwikkeling van de bijdrage van het EVDB aan de bestrijding van het terrorisme, op basis van de maatregelen die sinds de bijeenkomst van de Europese Raad in Sevilla zijn genomen.

De EU zal nagaan op welke wijze verbetering kan worden gebracht in de veiligheid van haar burgers die in derde landen verblijven of reizen en aan een terroristische dreiging zijn blootgesteld.


4. Bijstand aan slachtoffers

De Europese Raad roept ertoe op de richtlijn van de Raad betreffende schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven vóór 1 mei 2004 vast te stellen.

De Europese Raad verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de fondsen die in de begroting van 2004 beschikbaar zijn voor bijstand aan slachtoffers van terrorisme met de grootste spoed worden toegewezen.


5. Voortbouwen op de bestaande samenwerking

De Europese Raad heeft in zijn zitting van 21 september 2001 een actieplan ter bestrijding van het terrorisme aangenomen, dat sindsdien is aangevuld met vele belangrijke initiatieven. Om het terrorisme effectief te kunnen bestrijden moeten de lidstaten de door de Raad vastgestelde maatregelen effectief en volledig uitvoeren.

a) Wetgevingsmaatregelen

De Europese Raad erkent dat het wetgevingskader dat de Raad heeft ingesteld met het oog op de bestrijding van het terrorisme en de verbetering van de justitiële samenwerking een beslissende rol te spelen heeft bij de bestrijding van terroristische activiteiten. Hij dringt er bij alle lidstaten op aan alle maatregelen te treffen die nog nodig zijn om onverkort en onverwijld uitvoering te geven aan de volgende wetgevingsmaatregelen:


· Kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel;


· Kaderbesluit inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams;


· Kaderbesluit inzake terrorismebestrijding;


· Kaderbesluit inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven;


· Besluit tot oprichting van Eurojust;


· Besluit van de Raad betreffende de toepassing van specifieke maatregelen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking ter bestrijding van het terrorisme.

Al deze maatregelen moeten uiterlijk in juni 2004 zijn getroffen.

De Europese Raad roept de lidstaten op het Kaderbesluit inzake de tenuitvoerlegging van beslissingen tot bevriezing van voorwerpen of bewijsstukken uit te voeren en het Verdrag betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken, het protocol daarbij en de drie protocollen bij de Europol-overeenkomst voor december 2004 te bekrachtigen.

Voorts zouden het Kaderbesluit inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen en het Kader­besluit inzake aanvallen op informatiesystemen in juni 2004 afgerond moeten zijn. Het werk betreffende het kaderbesluit inzake de wederzijdse erkenning van beslissingen tot confiscatie zou ook in juni 2004 afgerond moeten zijn en er moet worden voortgewerkt aan het kaderbesluit betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel.

De Europese Raad geeft de Raad de opdracht om, met het oog op de verdere uitbreiding van het bovengeschetste wetgevingskader, maatregelen op de volgende gebieden te bestuderen:


· voorstellen voor het opstellen van voorschriften voor het bewaren van verkeersgegevens door telecommunicatieaanbieders;


· uitwisseling van informatie over veroordelingen wegens terroristische misdrijven;


· grensoverschrijdende achtervolging;


· een Europees register van veroordelingen en ontzeggingen;


· een databank voor forensisch materiaal, en


· vereenvoudiging van uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen wetshandhavings­instanties van de lidstaten.

Daarbij moet voorrang worden gegeven aan de voorstellen voor het opstellen van voorschriften voor het bewaren van communicatieverkeersgegevens en inzake de uitwisseling van informatie over veroordelingen, zodat deze voor juni 2005 kunnen worden aangenomen.

De lidstaten bevestigen te zullen blijven voortwerken aan de verbetering van de justitiële samen­werking. Hun wordt verzocht ervoor te zorgen dat alle verzoeken om wederzijdse rechtsbijstand in verband met terrorisme worden ingewilligd, en elkaar alle medewerking te verlenen.

De Commissie wordt verzocht een voorstel in te dienen voor een Europees programma voor de bescherming van getuigen in terrorismezaken.

b) Versterking van operationele samenwerking

De Europese Raad roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat wetshandhavingsinstanties (veiligheidsdiensten, politie, douane, enz.) met elkaar samenwerken en alle voor terrorisme­bestrijding relevante informatie in zo ruim mogelijke mate uitwisselen.

De Europese Raad roept de lidstaten op de bestaande EU-instanties, met name Europol en Eurojust, zo goed en zo doelmatig mogelijk te benutten om samenwerking in de strijd tegen het terrorisme te bevorderen. Hij roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat:


· alle lidstaten nationale correspondenten van Eurojust inzake terrorisme aanwijzen en dat zoveel mogelijk een beroep wordt gedaan op Eurojust voor samenwerking in gevallen van grensoverschrijdend terrorisme;


· de vertegenwoordigers van Europol en Eurojust zoveel mogelijk worden betrok­ken bij het werk van de gemeenschappelijke onderzoeksteams;


· het akkoord tussen Europol en Eurojust in mei 2004 wordt aangenomen.

De Europese Raad roept de lidstaten tevens op de rol van Europol bij de bestrijding van het terrorisme te versterken door:


· de vermogens van Europol op het stuk van terrorismebestrijding uit te breiden en de task force terrorismebestrijding nieuw leven in te blazen, en


· ervoor te zorgen dat Europol van de wetshandhavingsinstanties van de lidstaten alle criminele inlichtingen in verband met terrorisme ontvangt zodra deze beschikbaar zijn.

De Europese Raad roept Europol op het Europol-informatiesysteem zo spoedig mogelijk in te voeren.

Voorts onderstreept de Europese Raad de rol van de Task Force van Hoofden van Politie bij de coör­dinatie van de operationele maatregelen als reactie op en ter voorkoming van terroristische daden. De Europese Raad roept de Task Force op na te gaan hoe zijn operationele capaciteit kan worden versterkt en zich toe te leggen op proactieve inlichtingenvergaring. De Task Force wordt verzocht om met behulp van deskundigen van de inlichtingendiensten en Europol een verslag over de aanslagen in Madrid op te stellen.

De Europese Raad verzoekt de Raad zich tegen september 2004 te buigen over een tussentijds verslag betreffende het resultaat van het proces van wederzijdse beoordeling van de nationale maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, en tegen september 2005 over een eindverslag waarin de toetredende staten zijn opgenomen.

Om op die samenwerking voort te bouwen geeft de Europese Raad tevens opdracht aan de Raad om nieuwe comitéstructuren op te zetten die binnen de Unie de operationele samenwerking op het gebied van veiligheid kunnen versterken.

De Europese Raad beseft dat terroristische organisaties en groepen vleugellam moeten worden gemaakt. Er moet in het bijzonder worden gezorgd voor meer veiligheid met betrekking tot vuur­wapens, explosieven, benodigdheden om bommen te maken en technologieën die dienstig zijn voor het plegen van terroristische aanslagen. De Europese Raad draagt de Raad op na te gaan welke maatregelen op dit gebied kunnen worden genomen.

c) De effectiviteit van informatiesystemen optimaliseren

De Europese Raad roept de Raad op de nodige maatregelen aan te nemen zodat de ontwerp-verordening en het ontwerp-besluit betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem (SIS) in juni 2004 in werking kunnen treden.

In mei 2004 moet er een beslissing zijn over locatie, beheer en financiering van SIS II zodat de Commissie zorg kan dragen voor de verdere ontwikkeling. De Commissie en de Raad wordt dringend verzocht voortgang te maken met de besprekingen over het Visuminformatie­systeem (VIS), conform de conclusies van februari 2004. Voorts verzoekt de Europese Raad de Commissie voorstellen in te dienen voor betere interoperabiliteit tussen de Europese databanken en na te gaan hoe er synergieën tussen bestaande en toekomstige informatie­systemen (SIS II, VIS en EURODAC) tot stand kunnen worden gebracht om de voordelen daarvan binnen hun respectieve juridische en technische werkkaders te benutten bij het voorkomen en bestrijden van terrorisme.

De Europese Raad verzoekt de Commissie op de bijeenkomst van de Europese Raad in juni voorstellen in te dienen in verband met de uitwisseling van persoonsgegevens (DNA, vingerafdrukken en visumgegevens) met het oog op de bestrijding van het terrorisme. De Commissievoorstellen dienen tevens bepalingen te omvatten op grond waarvan de nationale wetshandhavingsinstanties toegang kunnen krijgen tot de EU-systemen.

De Raad wordt ook verzocht de criteria te bespreken die moeten gelden voor de toepassing van artikel 96 van de Schengenovereenkomst in verband met bepaalde personen die gesignaleerd zijn met het oog op niet-toelating.


6. Versterking van grenscontroles en documentbeveiliging

Betere grenscontroles en documentbeveiliging spelen een belangrijke rol bij terrorisme­bestrijding. Daarom benadrukt de Europese Raad dat de besprekingen over de maatregelen op dat gebied moeten worden bespoedigd. Met name zal voortgang worden gemaakt met de besprekingen over:

● het voorstel voor een verordening tot oprichting van een Europees agentschap voor de buitengrenzen, zodat de verordening in mei 2004 kan worden aangenomen en het agentschap per 1 januari 2005 operationeel kan zijn;

● de voorgestelde richtlijn van de Raad betreffende de verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven, zodat deze maatregel spoedig haar beslag kan krijgen; en

● de voor mei 2004 geplande aanneming van de ontwerp-strategie voor douane­samenwerking en het bijbehorende werkschema, en de daaropvolgende dringende uitvoering van maatregelen ter bestrijding van het terrorisme.

De Europese Raad geeft de Raad voorts opdracht om voor eind 2004 de Commissie­voorstellen voor de opneming van biometrische identificatiemiddelen in visa en paspoorten aan te nemen, zodat de Commissie tegen dezelfde datum de laatste hand kan leggen aan de technische specificatie ter zake.

Met het oog op de verdere ontwikkeling van deze maatregelen, geeft de Europese Raad de Raad tevens opdracht om op basis van een Commissievoorstel voor eind 2005 een geïntegreerd stelsel voor de uitwisseling van gegevens betreffende gestolen en verloren geraakte paspoorten in te voeren, zulks met gebruikmaking van het SIS en de Interpol­gegevensbank.

Hij verzoekt de Commissie voorts om voor juni 2004 een voorstel in te dienen voor een gemeenschappelijke EU-aanpak van het gebruik van passagiersgegevens ten behoeve van grensbeveiliging en luchtvaartbeveiliging, alsmede voor andere wetshandhavings­doeleinden.


7. EU-richtsnoeren voor een gemeenschappelijke aanpak ter bestrijding van het terrorisme

De Europese Raad is ingenomen met de EU-richtsnoeren voor een gemeenschappelijke aanpak ter bestrijding van het terrorisme, die een zichtbaar en coherent bewijs vormen van het engagement van de Unie voor de preventie en bestrijding van terrorisme.


8. Strategische doelstellingen voor de herziening van het EU-actieplan inzake terrorisme­bestrijding

Voortbouwend op de bestaande samenwerking heeft de Europese Raad overeenstemming bereikt over geactualiseerde strategische doelstellingen ter verbetering van het EU-actieplan ter bestrijding van het terrorisme (zie bijlage I).

De volgende strategische doelstellingen op hoog niveau zullen worden uitgevoerd:


· de internationale consensus versterken en de internationale inspanningen inzake terrorismebestrijding opvoeren;


· terroristen de toegang tot financiële en andere economische middelen belemmeren;


· de vermogens van de EU-organen en de lidstaten optimaliseren met betrekking tot opsporing van, onderzoek naar en vervolging van terroristen, en met betrekking tot het voorkomen van terroristische aanslagen;


· zorgen voor beveiliging van internationaal vervoer en voor efficiënte grenscontrole­systemen;


· de lidstaten beter in staat stellen om de gevolgen van een terroristische aanslag op te vangen;


· inwerken op de factoren die steun en recrutering voor het terrorisme in de hand werken;


· de acties in het kader van de externe betrekkingen van de EU richten op prioritaire derde landen waar de vermogens of het engagement met betrekking tot terrorismebestrijding kracht moeten worden bijgezet.

De Europese Raad verzoekt de Raad de aanneming van het herziene actieplan te voltooien en in juni verslag uit te brengen aan de Europese Raad.


9. Inlichtingen uitwisselen

De Europese Raad onderstreept het belang van efficiëntere samenwerking op het gebied van inlichtingen en een verbeterde dreigingsevaluatie, en roept de lidstaten op de mechanismen voor samenwerking en de bevordering van een effectieve systematische samenwerking tussen politie-, veiligheids- en inlichtingendiensten te verbeteren.

De inlichtingen over alle aspecten van het terrorisme moeten beter doorstromen naar Europol. Ook zullen de betrekkingen tussen Europol en de inlichtingendiensten verder worden ontwikkeld.

De Europese Raad steunt de inspanningen van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de heer Solana, om een inlichtingencapaciteit over alle aspecten van de terroristische dreiging te integreren in het Raadssecretariaat, teneinde het EU-beleid te informeren, en verzoekt hem om vóór de bijeenkomst van de Europese Raad in juni voorstellen in te dienen.


10. Preventie van terrorismefinanciering

De Europese Raad is van oordeel dat binnen de grenzen van de rechtsstaat bij voortduring krachtige preventieve maatregelen moeten worden genomen ten aanzien van de financieringsbronnen van terroristische organisaties en naar terreurgroepen en aanverwante entiteiten en personen toestromende financiële middelen meteen moeten worden onderschept. In dit verband verzoekt hij de Raad na te gaan hoe de regeling voor de bevrie­zing van vermogensbestanddelen van terroristen en terroristische organisaties effectiever en efficiënter kan worden gemaakt en hoe de identiteit van de houders en de ware begunstigden van bank­rekeningen ongeacht hun woonplaats kan worden vastgesteld.

De Europese Raad roept alle lidstaten op het VN-Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme van 1999 te bekrachtigen en onverkort uit te voeren en de bepalingen van UNSCR 1373 inzake de bevriezing van vermogensbestanddelen toe te passen.

De lidstaten wordt verzocht de samenwerking tussen de bevoegde nationale autoriteiten, de financiële-inlichtingeneenheden en de particuliere financiële instellingen op te voeren teneinde een betere informatie-uitwisseling over de financiering van het terrorisme te vergemakkelijken.

De Commissie zal zich beraden op verbetering van de regulering en de transparantie van de juridische lichamen, waaronder liefdadige organisaties en alternatieve geld­overmakings­systemen die door terroristen kunnen worden gebruikt om fondsen voor hun activiteiten te werven.

De EU zal de dialoog met derde landen over deze cruciale aangelegen­heid voortzetten teneinde de strijd tegen de terrorismefinanciering op te voeren.


11. Maatregelen ter bescherming van vervoer en bevolking

De Europese Raad vraagt om de beveiliging van alle vervoerssytemen te verscherpen, onder meer door uitbreiding van het wetgevingskader en verbetering van preventiemecha­nismen. De Commissie wordt met name verzocht een voorstel in te dienen betreffende een betere beveiliging in havens en aan boord van schepen.

Er zijn nadere maatregelen nodig ter versterking van de vermogens van de lidstaten om de gevolgen van aanvallen tegen de burgerbevolking op te vangen, onder meer op het gebied van volksgezondheid en burgerbescherming; daarbij moet worden voortgebouwd op de bestaande gezondheidsbeveiligings- en NRBC-programma's van de EU.

De Commissie, de Raad en de lidstaten moeten in voorkomend geval beleid ontwikkelen opdat burgers, essentiële voorzieningen (zoals water- en energievoorziening en communicatie­diensten) en productiesystemen (agro-levensmiddelenindustrie en verwerkende industrie) beter kunnen worden beschermd, en opdat mechanismen (systemen en procedures voor toezicht, vroegtijdige waarschuwing, alarm en reactie) kunnen worden ingesteld om de gevolgen van terroristische aanvallen op te vangen.


12. Internationale samenwerking

Ter ondersteuning van de centrale rol van de Verenigde Naties zal de Europese Raad blijven ijveren voor de universele toetreding tot en de volledige uitvoering van alle resoluties van de VN-veiligheidsraad, de VN-verdragen over terrorisme en de bijbehorende protocollen.

De Europese Unie zal samen met en binnen internationale, regionale en subregionale organi­saties werken aan de versterking van de internationale solidariteit bij de terrorismebestrijding.

De Europese Unie zal zorgen voor doeltreffende en praktische samenwerking met derde landen bij terrorismebestrijding, in het bijzonder door middel van de volgende maatregelen:

§ strategieën voor technische bijstand ontwikkelen, teneinde kwetsbare derde landen te helpen bij de uitbreiding van hun terrorismebestrijdingsvermogens, door aandacht voor terrorismebestrijdingsaangelegenheden in alle programma's voor externe hulp, ter bevordering van behoorlijk bestuur en van de rechtsstaat;

§ ervoor zorgen dat terrorismebestrijding een cruciaal element wordt van de politieke dialoog op alle niveaus met derde landen, in het bijzonder met de landen die een mogelijke terroristische bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid vormen;

§ de Europese Unie zal voortdurend nagaan en evalueren in hoeverre landen bereid zijn strijd te leveren tegen het terrorisme. Deze factor zal meewegen in de betrekkingen van de EU met deze landen.

De Europese Raad roept op om alle politiële middelen van de EU die in derde landen zijn ingezet optimaal te gebruiken, ook in het kader van EU-crisisbeheersing.


13. Samenwerking met de VS en partnerlanden

Voortbouwend op de solidariteit en de samenwerking die is vastgelegd in het actieplan voor de bestrijding van het terrorisme van 2001 zal de Europese Raad streven naar een verdere versterking van de samenwerking met de VS en andere partnerlanden bij de bestrijding van de terrorismedreiging.


14. Instelling van het ambt van coördinator voor terrorismebestrijding

De Europese Raad benadrukt dat een brede en strak gecoördineerde aanpak nodig is als reactie op de terroristische dreiging.

De Europese Raad stemt derhalve in met de instelling van het ambt van coördinator voor terrorisme­bestrijding.

De coördinator, die zal werken binnen het secretariaat-generaal van de Raad, zal het werk van de Raad op het gebied van terrorismebestrijding coördineren en zal, met volledige inachtneming van de bevoegdheden van de Commissie, zicht houden op alle instrumenten die de Unie ter beschikking staan met het oog op regelmatige rapportage aan de Raad en een effectieve follow-up van de Raadsbesluiten.

De Europese Raad verheugt zich over het besluit van secretaris-generaal/hoge vertegen­woordiger Solana om de heer Gijs de Vries te benoemen tot coördinator voor terrorisme­bestrijding.


15. Volgende stappen

De Europese Raad verzoekt de Raad om, in samenwerking met secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Solana en de Commissie, aan de Europese Raad in juni gedetailleerd verslag uit te brengen over de stand van de uitvoering van deze maatregelen.


Bijlage I

STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN VAN DE EUROPESE UNIE INZAKE DE TERRORISMEBESTRIJDING

(herzien actieplan)

Doelstelling 1: de internationale consensus versterken en de internationale inspanningen inzake terrorismebestrijding opvoeren


- Ondersteunen van de centrale rol van de Verenigde Naties bij het instandhouden van de internationale consensus en het mobiliseren van de internationale gemeenschap in haar geheel, inzonderheid de Algemene Vergadering, alsook het werk van de Veiligheidsraad, onder andere in het kader van het Comité Terrorismebestrijding en het sanctiecomité voor de Taliban/Al Qaeda, alsmede de afdeling terrorismepreventie van het VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding


- Streven naar universele toetreding tot, en volledige uitvoering van, de verdragen over terrorisme van de Verenigde Naties, en naar sluiting van een algemeen VN-Verdrag betreffende terrorismebestrijding en een algemeen VN-Verdrag betreffende de bestrijding van daden van nucleair terrorisme


- Samenwerken met en in regionale en internationale organisaties om ervoor te zorgen dat zij een effectieve bijdrage aan terrorismebestrijding leveren, conform de VN-verplichtingen


- Effectieve clausules inzake terrorismebestrijding opnemen in alle overeenkomsten met derde landen

Doelstelling 2: terroristen de toegang tot financiële en andere economische middelen belemmeren


- Zorgen dat de EU-procedures inzake de bevriezing van vermogensbestanddelen, ook wat betreft niet-financiële economische middelen, effectief zijn, in overeenstemming met de VN-verplichtingen, alsmede met de noodzaak om te zorgen voor een eerlijke rechtsgang en de handhaving van de rechtsstaat


- Creëren van operationele contacten en verbeteren van de samenwerking tussen bevoegde organen om een betere informatie-uitwisseling over de financiering van terrorisme te bevorderen


- Uitstippelen en uitvoeren van een EU-strategie inzake de drooglegging van de financierings­bronnen voor terrorisme, onder meer door reglementering van liefdadigheidsorganisaties en alternatieve geldovermakingssystemen


- Nauw samenwerken met de Financiële Actiegroep Witwassen van Geld (FATF) inzake alle aangelegenheden die verband houden met terrorismefinanciering, en ervoor zorgen dat het EU-rechtskader is aangepast aan de acht bijzondere aanbevelingen inzake de financiering van het terrorisme


- De politieke en technische dialoog met derde landen voortzetten om de strijd tegen de financiering van terrorisme op te voeren

Doelstelling 3: de vermogens van de EU-organen en de lidstaten optimaliseren met betrekking tot opsporing van, onderzoek naar en vervolging van terroristen, en met betrekking tot het voorkomen van terroristische aanslagen


- Zorgen voor optimale en efficiënte inzet van bestaande EU-organen zoals Europol, Eurojust en de Task Force van hoofden van politie


- Verbeteren van de samenwerkingsmechanismen voor de uitwisseling tussen politie- en veiligheids­diensten van deskundigheid inzake de beschermings-, onderzoeks- en preventie-aspecten van beveiligingsbeleid


- Bevorderen van effectieve, systematische samenwerking bij de uitwisseling van inlichtingen tussen lidstaten


- Vergroten van de vermogens van de bevoegde EU-instanties voor het opstellen van inlichtingenevaluaties over alle aspecten van de terroristische dreiging, met een nauwere koppeling naar de beleidsvorming van de EU


- Werken aan het in kaart brengen, ontregelen en ontmantelen van de kanalen voor wapenleveranties aan terroristen

Doelstelling 4: zorgen voor beveiliging van internationaal vervoer en voor efficiënte grenscontrolesystemen


- Zorgen voor het meenemen van terrorismebestrijdingsaspecten in de werkzaamheden van betrokken instanties van de EU (vervoer, grenscontrole, identiteitsbewijzen enz.)


- Streven naar verdere ontwikkeling van EU-normen inzake vervoersbeveiliging, in coördinatie met de bevoegde internationale organisaties en derde landen


- Ontwikkelen en toepassen van een gemeenschappelijke EU-aanpak voor de uitwisseling en analyse van passagiersgegevens


- Aanmoedigen en ondersteunen van niet-EU-landen om de ICAO- en IMO-normen volledig in acht te nemen


- Vergroten van de vermogens om de identiteit van terroristen te achterhalen en apparatuur, materialen of geld van terroristen op te sporen in havens, luchthavens en aan landgrenzen


- De bescherming van EU-burgers in derde landen verhogen

Doelstelling 5: de Europese Unie en de lidstaten beter in staat stellen om de gevolgen van een terroristische aanslag op te vangen


- Nagaan op welke terreinen er bij het opvangen van de gevolgen van aanslagen nauwer kan worden samengewerkt met internationale organisaties - elk binnen hun eigen bevoegdheden ‑, waaronder de NAVO


- Zorgen voor de volledige uitvoering van de programma's inzake gezondheidsbeveiliging en de CBRN-programma's van de EU


- Ontwikkelen van strategieën ter vergroting van het vermogen van de lidstaten om bij een grote terroristische aanslag met de bevolking te communiceren


- Ervoor zorgen dat steun en bijstand wordt verleend aan slachtoffers van terroristische mis­drijven, en beschermen van gemeenschappen van minderheden die het slachtoffer kunnen worden van een reactie bij zware aanslagen

Doelstelling 6: Inwerken op de factoren die steun en recrutering voor het terrorisme in de hand werken


- In kaart brengen van factoren die recrutering voor het terrorisme in de hand werken, zowel binnen de EU als internationaal, en een langetermijnstrategie ontwikkelen om daarvoor een oplossing te vinden


- Onderzoek blijven doen naar het verband tussen extreem-religieuze en extreem-politieke denkbeelden, sociaal-economische en andere factoren, en steun voor terrorisme, daarbij voortbouwend op het werk dat op dat gebied al is verricht, en een passende respons formuleren


- Een efficiënter gebruik maken van programma's voor externe bijstand om factoren aan te pakken die kunnen bijdragen tot steun voor terrorisme, mede door middel van steun voor goed bestuur en de rechtsstaat


- Uitstippelen en uitvoeren van een strategie ter bevordering van begrip tussen de culturen en de godsdiensten van Europa en de Islamitische wereld

Doelstelling 7: De acties in het kader van de externe betrekkingen van de EU richten op prioritaire derde landen waar de vermogens of het engagement met betrekking tot terrorismebestrijding kracht moeten worden bijgezet


- Uitbreiding van de rol van SitCen bij de uitvoering van dreigingsevaluaties, zodat de werk­groepen zich kunnen concentreren op de ontwikkeling van beleid


- Ontwikkeling van vermogens om de activiteiten van derde landen op het gebied van de terrorismebestrijding te analyseren en te beoordelen


- Ontwikkeling van strategieën voor technische bijstand om de vermogens inzake terrorisme­bestrijding van prioritaire landen te vergroten, in coördinatie met andere internationale organisaties en donorlanden


- Ervoor zorgen dat specifieke vraagstukken inzake terrorismebestrijding, met inbegrip van effectieve clausules inzake terrorismebestrijding in alle overeenkomsten waarin de prioriteiten van het herziene Actieplan tot uiting komen, op alle niveaus een essentieel element zijn van de betrek­kingen van de EU met prioritaire landen


- Opneming van doelstellingen van terrorismebestrijding in de werkzaamheden van de geogra­fische werkgroepen en de programma's voor externe bijstand.


* * *

VERKLARING INZAKE SOLIDARITEIT TEGEN HET TERRORISME

Wij, de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie en van de staten die op 1 mei tot de Unie zullen toetreden, hebben het volgende vaste voornemen uitgesproken:

Naar de geest van de in artikel 42 van het ontwerp-Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa vervatte solidariteitsclausule zullen de lidstaten en de toetredende landen solidair tezamen optreden als een van hen slachtoffer is van een terroristische aanslag. Zij zullen alle tot hun beschik­king staande middelen, inclusief militaire middelen, inzetten om:

§ de terroristische dreiging op het grondgebied van een van hen af te wenden;

§ de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen een eventuele terroristische aanval te beschermen;

§ op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat of een toetredend land op diens grond­gebied bijstand te verlenen in geval van een terroristische aanval.

Iedere lidstaat en ieder toetredend land kiest de meest aangewezen werkwijze om deze toezegging van solidariteit met de getroffen staat na te komen.


_______________

===