Rijksuniversiteit Groningen

030 - Gezinsperikelen conservatieve scholekster en `bemoeierige' kokmeeuw

Biologenechtpaar promoveert op vogelgedrag

Datum: 17 maart 2004

Scholeksters die genoegen nemen met een slecht territorium volgen geen uitgekiende levensstrategie maar zijn gewoon sukkels, ontdekte promovendus Leo Bruinzeel; want ze brengen duidelijk minder nakomelingen voort dan scholeksters die een goed territorium weten te bezetten. Zijn echtgenote Corine Eising is ook gedragsbioloog en promoveert op dezelfde dag. Zij deed onderzoek bij kokmeeuwen naar de invloed van de hormonen die moeders aan hun eieren meegeven op kuiken-eigenschappen. De moederlijke `bemoeizucht' blijkt zo ver te gaan dat zij al via de eierdooier haar kuiken optimaal voorbereidt op de omstandigheden waaronder het zal opgroeien. De promoties zijn op 26 maart 2004 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Het veldwerk voor hun promotieonderzoek deed Eising in Pieterburen en Bruinzeel op Schiermonnikoog, waar zij, maar vooral de vogels, op de buitendijkse kwelders last hadden van ernstige overstromingen in het voorjaar.

Sukkels

Bruinzeel ontdekte dat een bestaande theorie over de levensstrategie van scholeksters niet klopt. Scholeksterechtparen verdedigen samen hun territorium tegen soortgenoten. Tot nu toe ging men ervan uit dat alle scholeksters in hun hele leven evenveel jongen grootbrengen, ongeacht de kwaliteit van hun leefgebied. Een gunstig territorium kost extra tijd en energie om te veroveren en te verdedigen, waardoor zij pas later - maar wel succesvoller -kunnen starten met broeden. Op slechtere territoria zouden de - minder strijdbare - scholeksters, meer tijd en energie aan hun broedsels kunnen besteden. Bruinzeel toonde echter aan dat alle vogels op dezelfde leeftijd met broeden be-ginnen. Omdat de kuikens die opgroeien in een goed territorium het inderdaad beter doen, zijn hun ouders wel degelijk succesvoller. Op de slechte plaatsen zitten dus de 'sukkels'.

Echtscheiding

Nog wel overeind staat de theorie dat scholeksters erg verknocht zijn aan hun territoriumplek, waarin zij jaren hebben geïnvesteerd om hem te bemachtigen. Door deze plaatstrouw kunnen ze helaas niet snel inspelen op veranderingen die in hun leefgebied optreden, zoals bijvoorbeeld veranderende voedselomstandigheden als gevolg van kokkelvisserij. Dit 'conservatisme' speelt ook een rol bij echtscheidingen, constateerde Bruinzeel. Scholeksterparen blijven meestal hun hele leven - soms wel dertig jaar - bij elkaar. Maar wanneer één van beide toch overloopt naar een ander, dan blijkt deze echtbreker er meestal beter van te worden, terwijl de in de steek gelaten partner er niet meer in slaagt nakomelingen voort te brengen.

Assertieve kokmeeuwkuikens

Corine Eising ontdekte dat kokmeeuwmoeders via bepaalde hormonen, die zij meegeven aan de eierdooier, hun ongeboren kuikens zo optimaal mogelijk voorbereiden op de omstandigheden waarin ze ter wereld komen. Een hogere hormoonspiegel van het `mannelijke' hormoon testosteron, of een voorvorm daarvan, zorgt voor een snellere uitkomst van het ei en een toename in bedelgedrag en groei. Bovendien blijken vogels uit eieren met hoge hormoonconcentraties eerder volwassen en meer dominant te zijn. Het doorgeven van dergelijke hoge hormoonspiegels heeft echter ook nadelen. De snellere groei en grotere assertiviteit van de kuikens blijkt ten koste te kunnen gaan van hun immuunsysteem en de kans op sterfte te verhogen.

Compensatie achterstand

Er bestaat veel variatie in de hoeveelheid hormonen die vogelmoeders investeren, zowel tussen als binnen legsels. Variatie tussen legsels lijkt volgens Eising verband te houden met de sociale dichtheid: in een dichtbevolkte kolonie krijgen de eieren meer hormoon mee dan normaal. Zo krijgen de kuikens meer kans om in een drukke sociale omgeving te overleven. Daarnaast geven veel kokmeeuwmoeders binnen een legsel aan elk volgend ei een hogere concentratie hormonen mee. Dit blijkt een compensatiemechanisme te zijn voor de achterstand op hun nestgenoten die kuikens uit later gelegde en uitgekomen eieren hebben.

Stress bij zwangerschap

Ook bij de mens worden nakomelingen -via de placenta- blootgesteld aan variërende hormoonspiegels van moeders. Mogelijk heeft dit ook bij mensen langdurige consequenties voor de ontwikkeling van het kind. Eising: "Denk bijvoorbeeld aan effecten van langdurige stress, die ook de nakomelingen treffen. Het zou interessant zijn om verdere studie bij mensen te verrichten, maar omdat dit erg moeilijk is, zijn vogels een goed alternatief."

Curricula vitae

Corine Eising (Emmeloord, 1970) studeerde biologie aan de RUG. Ze deed haar promotieonderzoek, gefinancierd door NWO, bij de afdeling Diergedrag en de onderzoekschool BCN. Promotor is prof.dr. S. Daan. Titelproefschrift: Mother knows best? Costs and benefits of differential maternal hormone allocation in birds. Eising blijft na haar promotie nog enige tijd verbonden aan de afdeling Diergedrag.

Leo Bruinzeel (Harderwijk, 1968) studeerde biologie aan de RUG en verrichtte zijn romotieonderzoek, gefinancierd door NWO, bij de afdeling Dierecologie, onderdeel van Centre of Evolutionary and Ecological Studies (CEES) en bij de onderzoekschool Functional Ecology. Promotor is prof.dr. R.H. Drent. Titel proefschrift: Search, settle, reside & resign: territory acquisition in the oystercatcher. Momenteel is Bruinzeel ecoloog bij Ecologisch adviesbureau Altenburg & Wymenga in Veenwouden.

Noot voor de pers

De overstromingsproblematiek op de buitendijkse kwelders was vroeger zeldzaam - eens per vijftien jaar op Schier - maar treedt tegenwoordig bijna jaarlijks op. Het fenomeen kost veel kuikens het leven en is wellicht het gevolg van een veranderend klimaat. In 2001 kon Eisings veldwerk zelfs niet doorgaan. Honderden eieren en kuikens zijn toen gered en naar het Biologisch Centrum in Haren geëvacueerd, waar zij met de hand zijn grootgebracht.