Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA `s-GRAVENHAGE
Uw brief: 4 maart 2004 Ons kenmerk
kenmerk: 2030409660 W&B/URP/04/15569
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Varela over het
verstrekken van gratis vliegtickets aan
bijstandsgerechtigden met familie in het door de
aardbeving getroffen gebied in Marokko.
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Varela (LPF) over het verstrekken van
gratis vliegtickets aan bijstandsgerechtigden met familie in het door de aardbeving getroffen gebied
in Marokko (ingezonden 3 maart 2004).
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
2030409660
Vragen van het lid Varela (LPF) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het verstrekken van gratis vliegtickets aan bijstandsgerechtigden met familie in het door de
aardbeving getroffen gebied in Marokko. (Ingezonden 3 maart 2004)
Vraag 1
Vindt u het aanbieden van vliegtickets aan bijstandsgerechtigde Marokkanen die kunnen aantonen
dat ze familie hebben in het gebied waar afgelopen vrijdag een aardbeving plaatsvond een vorm
van generieke regeling?1 Zo ja, bent u van plan om de betreffende gemeenten hierover ter
verantwoording te roepen?
Vraag 2
Bent u van mening dat dit een financiering van "ramptoerisme" is aangezien niet aangetoond hoeft te
worden dat familie is omgekomen bij de aardbeving? Zo ja, keurt u dit dan af?
Antwoord 1 en 2
Het territorialiteitsbeginsel in de Wet werk en bijstand (WWB) sluit bijstandsverlening uit ten
aanzien van kosten die buiten Nederland zijn gemaakt of die betrekking hebben op kosten die niet
aan Nederland zijn verbonden. Het betalen van reiskosten naar Marokko valt daaronder.
Gemeenten hebben echter op grond van artikel 16 WWB de bevoegdheid om van dit
territorialiteitsbeginsel af te wijken indien zeer dringende redenen daartoe noodzaken. Strikte
toepassing van individuele beoordeling van het vereiste van "zeer dringende redenen" is cruciaal.
Het betreft dan acute noodsituaties, behoeftige omstandigheden en de onmogelijkheid voor
betrokkene om deze op enig andere wijze te verhelpen. Of hier sprake van is, dient de gemeente
strikt van geval tot geval te beoordelen. Indien de gemeente op deze wijze het recht op een
uitkering beoordeelt, is er geen sprake van een generieke regeling.
De WWB geeft mij, in artikel 76, de bevoegdheid om aanwijzingen aan de gemeenten te geven
indien ik met betrekking tot de uitvoering van de WWB ernstige tekortkomingen constateer.
Daarbij treed ik niet in individuele gevallen. Ik heb thans geen aanwijzingen dat er ernstige
tekortkomingen in de uitvoering van de WWB bij de betreffende gemeenten moeten worden
aangenomen.
Vraag 3
Vindt u dat in voorkomende gevallen ook bijvoorbeeld een autochtone bijstandsgerechtigde uit
bijvoorbeeld Den Haag recht heeft op een treinkaartje naar bijvoorbeeld Bovenkarspel als hij
hoort dat zijn familie bijvoorbeeld bij een verkeersongeval betrokken is?
Antwoord 3
In de in vraag 3 beschreven situatie is het territorialiteitsbeginsel niet van toepassing. Welke kosten
en tot welk bedrag deze voor de verlening van bijzondere bijstand in aanmerking komen, is op
grond van artikel 35 WWB ter beoordeling aan de gemeenten en hangt onder meer af van de
bijzondere omstandigheden in het individuele geval.
1 Algemeen Dagblad, 1 maart jl.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er een nog stringenter beschrijving moet komen van wat wel en wat niet
onder de Wet werk en bijstand valt?
Antwoord 4
De uitgangspunten van de WWB inzake decentralisatie en deregulering zijn ook terug te vinden in
het wettelijke kader voor de verlening van bijzondere bijstand. Het stringenter beschrijven van wat
wel en niet onder de WWB valt, past naar mijn mening niet bij de genoemde uitgangspunten.
Vraag 5
Bent u van mening dat op basis van deze actie opnieuw gekeken moet worden naar de wijze van
budgettering en dat deze zonodig naar beneden dient te worden gesteld?
Antwoord 5
De wijze van budgettering van de bijzondere bijstand via de algemene uitkering in het
gemeentefonds, sluit aan bij het gegeven dat die vorm van bijstand beleidsmatig en financieel is
gedecentraliseerd. Ik zie geen aanleiding om deze wijze van budgettering op basis van deze actie
bij te stellen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid