Kamerstuk, 25-3-2004
WVG-protocol en berichtgeving verzorgingshuizen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DVVO-U-2465558
25 maart 2004
Hierbij bied ik u ter informatie de monitor Wvg-protocol aan. Het
onderzoek geeft een beeld van de implementatie van het Wvg-protocol
bij gemeenten en de ervaringen van cliënten. Zoals ik in mijn brief
van 10 november 2003 (TK 2003-2004, 26 631, nr 62) heb toegezegd neem
ik de resultaten van de monitor Wvg-protocol mee bij de
gedachtevorming rond de invulling van de verantwoordelijkheden en
bevoegdheden van gemeenten in de voorgenomen Wet maatschappelijke
ondersteuning.
Afgelopen weekeinde is er in diverse media melding gemaakt van een
plan om het aantal verzorgingshuisbedden te beperken en gemeenten een
grotere rol te geven in de zorg.
De berichtgeving schetste een beperkt en op onderdelen onjuist en
versimpeld beeld van een groter en complex geheel. Een aantal
krantenkoppen wekte de indruk dat bezuinigd gaat worden op
verpleeghuisbedden.
Dat er maatregelen in ontwikkeling zijn om de AWBZ beheersbaar te
houden en dat er maatregelen in voorbereiding zijn om gemeenten een
belangrijke rol op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning te
geven is u bekend. Ik heb u daarover een brief toegezegd. Daarin wordt
niet alleen aandacht besteed aan het beleid voor scheiden van wonen en
zorg, maar komt ook de positie van verzorgingshuizen aan de orde. Niet
in de zin zoals in de berichtgeving in de media is gesuggereerd om
mensen te dwingen thuis te blijven terwijl ze een intramurale
zorgbehoefte hebben, maar om aan te sluiten bij de wens van velen om
zolang mogelijk zelfstandig te wonen in een omgeving die voldoende
ondersteuning biedt. Over deze beleidslijn en de consequenties daarvan
voor de productie van aangepaste woningen voor de zorgdoelgroep hebben
minister Dekker en ik u nog op 15 september 2003 een brief gestuurd
(TK 2002-2003, 26 631, nr 57).
De beleidsvoorstellen zal ik u presenteren in de brief over de
contouren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Deze heb ik
u in maart toegezegd. Door omstandigheden ben ik helaas niet in staat
u de brief eerder toe te sturen dan de tweede helft van april.
Uiteraard ben ik graag bereid daarover met u van gedachten te
wisselen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross - van Dorp
* PDF
Om het kamerstuk op te halen:
Zie het origineel
WVG-protocol en berichtgeving verzorgingshuizen (nieuw venster)
Kamerstuk, 25-3-2004 (137 pag., 5.554 kB)