Burgemeester weigerde terecht vergunning seksinrichting
Bron: Projectbureau Bistro Utrecht
Datum actualiteit: 25-03-2004
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag in
hoger beroep de burgemeester van Rotterdam in het gelijk gesteld
inzake de weigering om een vergunning te verlenen voor het exploiteren
van een seksinrichting of escortbedrijf aan de Statenweg te Rotterdam.
De vergunning werd geweigerd vanwege een strafrechterlijke
veroordeling van de exploitant. De rechtbank te Rotterdam verklaarde
op 17 april 2003 het beroep daartegen gegrond maar nu oordeelt de Raad
van State dat de veroordeling van de man wegens vrouwenhandel, hoewel
die nog niet onherroepelijk is, wel degelijk de grondslag kan zijn
voor een weigering, De burgemeester heeft terecht aangevoerd dat hij
bij de beoordeling van de vergunningaanvraag een bestuurlijke afweging
dient te maken die meer omvat dan het eindresultaat van het
strafproces. Hij mocht aannemelijk achten dat de feiten die ten
grondslag liggen aan de veroordeling van de exploitant wegens
vrouwenhandel zich daadwerkelijk hebben voorgedaan en dus concluderen
dat de exploitant van slecht levensgedrag is in de zin van het
toepasselijke artikel in de APV.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO6071
Zie het origineel